Industriële revolutie - 5.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 2

Industriële revolutie - 5.4

Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling

5.4 Politiek en samenleving

Huiswerk + check

Een ander woord voor koninkrijk is ............... .

Wie was in 1815 aan de macht in Nederland?

1. Napoleon
2. Willem I
3. Willem II
4. Lodewijk XIV

Edelen en regenten kozen de leden van de ....

1. Eerste kamer
2. Tweede kamer
3. Provinciale Staten
4. Parlement

1848 was een belangrijk jaar, omdat ............. .

Wanneer mocht iedereen in NL stemmen? (vanaf bep. leeftijd)

1. 1848
2. 1917
3. 1918
4. 1919

Wat is de sociale kwestie?

Geef een voorbeeld van een sociale wet.

Wat zijn socialisten?

1. Vaak fabriekseigenaren die winst willen maken
2. Arbeiders die gelijkheid willen
3. Mensen die sociaal omgaan met anderen
4. Rijke burgers die geen belasting willen betalen

5.4 Politiek en samenleving

Politiek en samenleving

De positie van vrouwen

19e eeuw: vrouwen een achtergestelde positie. Buitengesloten van hoge posities en politiek.

Tegen deze discriminatie ontstond in de 2e helft van de 19e eeuw verzet.

Feminisme

Vanaf 1870 voerden feministen in alle westerse landen met succes actie voor emancipatie. 

Vrouwen wilden kiezen!

> Kiesrecht

> Onderwijs

> Anticonceptie 

politieke tegenstanders 

liberalen 

socialisten 

conservatieven  

confessionelen 

> schoolstrijd. 

 Schoolstrijd

Christelijk onderwijs werd niet door de staat betaald. 

Katholieken en protestanten werkten samen.

Meerderheid in 1901 (districtenstelsel)

Financiële gelijkheid in 1917

Wat ga je nu doen?

Werk aan je huiswerk!