V6_NLT_Week40

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Tekstslide

Weektaak vorige week
‐ Bestuderen paragraaf 2.1 t/m 2.3 (blz 21 t/m 31)
‐ Maken opdrachten 10 (blz 26), 11.1 (blz 28), 12 (blz 31)
‐ Verslag maken met een goed theoretisch kader over practicum bèta‐blokkers.
‐ Maken een kort verslag (ongeveer halve A4) van je persoonlijke voortgang met betrekking tot je sterke punten en zwakke punten en je leerdoelen.

Slide 3 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen paragraaf 3.1 t/m 3.5 (blz 49 t/m 69)
- Maken opdrachten 23 (blz 54), 20 (blz 57), 25 (blz 57), 27 (blz 62), 28 (blz 63), 29 (blz 65), 30 (blz 66), en 221 (blz 68)
- Verslag practicum dipyridamol (blz 66 en 67)

Slide 4 - Tekstslide

Farmacodynamiek
De wijze waarop, en werkingsmechanismen waarmee de effecten van een toegediend geneesmiddel  aan het lichaam tot stand komen.

Beter gezegd, het werkzame bestanddeel daarvan, het farmacon.

Slide 5 - Tekstslide

Medicijnen
Medicijnen werken vaak door de functie van een enzym of enzymen te beïnvloeden.
Of door een effect te hebben op structurele eiwitten (collageen/bindweefsel etc.)

Slide 6 - Tekstslide

Enzymen (biokatalysatoren)
Sleutel-slot principe van substraat en enzym.

Slide 7 - Tekstslide

Maar soms complexer

Slide 8 - Tekstslide

Co-factoren

Slide 9 - Tekstslide

Effect op de juiste cel
Vroeger vaak chemicaliën die niet specifiek werkten.

Nu steeds vaker moleculen die specifiek reageren met een bepaald type cel
Gebruik maken van communicatie systeem van cellen

Slide 10 - Tekstslide

Liganden en receptoren
Ook weer sleutel-slot principe

Slide 11 - Tekstslide

Nu
‐ Bestuderen paragraaf 2.1 t/m 2.3 (blz 21 t/m 31)
‐ Maken opdrachten 10 (blz 26), 11.1 (blz 28), 12 (blz 31)

Slide 12 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen paragraaf 3.1 t/m 3.5 (blz 49 t/m 69)
- Maken opdrachten 23 (blz 54), 20 (blz 57), 25 (blz 57), 27 (blz 62), 28 (blz 63), 29 (blz 65), 30 (blz 66), en 221 (blz 68)
- Verslag practicum dipyridamol (blz 66 en 67)

Slide 13 - Tekstslide

Practicum dipyridamol
Schrijf weer een verslag van dit practicum volgens de verslag indeling op Google Classroom. 

Lever deze apart in en neem het verslag op in je portfolio.

Slide 14 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen paragraaf 3.1 t/m 3.5 (blz 49 t/m 69)
- Maken opdrachten 23 (blz 54), 20 (blz 57), 25 (blz 57), 27 (blz 62), 28 (blz 63), 29 (blz 65), 30 (blz 66), en 221 (blz 68)
- Verslag practicum dipyridamol (blz 66 en 67)

Slide 15 - Tekstslide

Medicijnen

Slide 16 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Farmacodynamiek: 
Werking van medicijn in het lichaam (wat het doet)

Farmacokinetiek: 
Wat gebeurt er met het medicijn in het lichaam 

Slide 17 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Doel: 
Kennis krijgen van optimale dosering, de dosis interval en de manier van toedienen.

Werkzaamheid medicijn:
Medicijn is op een voldoende grote concentratie op plaats van werking.

Slide 18 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Werkzaamheid medicijn:
1. Bloedplasma concentratie berekenen na inname.
2. Halfwaarde tijd van medicijn: Medicijn afgebroken door lever en uitgescheiden door nieren. Hoe snel gaat dit?
3. Wiskundige formules voorspellen dit en zijn op bijna elk geneesmiddel van toepassing.

Slide 19 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Farmacokinetische fasen:
Fase 1: Farmaceutische fase - Manier van toedienen
Fase 2: Absorptie fase - Medicijn wordt in het lichaam opgenomen
Fase 3: Verdeling en distributie - Verdeling van het medicijn over het lichaam
Fase 4: Metabolische fase - Medicijn wordt afgebroken (of geactiveert)
Fase 5: Excretie - Medicijn wordt uitgescheiden
Fase 4 en 5 worden samen de elimitatie genoemd

Slide 20 - Tekstslide

Farmaceutische fase
Manier van toedienen

Slide 21 - Woordweb

Farmacokinetiek
Farmaceutische fase - Manier van toedienen
Ook vorm van medicijn:
- Poeder
- Capsule
- Nevel

Toediening afhankelijk van plaats en effect

Slide 22 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Absorptie fase:
- Vetoplosbaarheid: polair en apoliar
- Stap 1: Passage door darmslijmvlies
- Stap 2: Via poortader naar lever

Slide 23 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Absorptie fase: 
Stap 3: Via holle ader naar het hart
Stap 4: van het hard door hele lichaam

Een fractie van het medicijn zal door gaan:
- Metabolisme in lever (afbraak)

Slide 24 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Absorptie fase:
Biologische beschikbaarheid (in het bloed): F
- Ligt tussen de 0 (niet beschikbaar)
- En 1 (alles beschikbaar)
- Afhankelijk van toediening

Intraveneuze toediening : F = 1

Slide 25 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Metabolisme
Lever zet met behulp van enzymen stoffen om de...:
- ...werkzame stof op tot afvalproducten 
- ...niet-werkzame stof tot werkzame stof (pro-drug)
(strategie voor medicijnen die op zichzelf moeilijk worden opgenomen)

First pass effect: Deel van medicijnen wordt uit het bloed gehaald. Afhankelijk van de stof.

Slide 26 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Verdeling en distributie
Medicijn lost op in het bloed maar...
- hecht zich ook aan eiwitten in het bloed --> lastig om bloedvatwand te passeren en komt dus slecht in het lichaamsvocht.
- hoopt op in vetweefsel.

Alleen de vrije plasma concentratie zorgt voor een farmacologisch effect

Slide 27 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Verdeling en distributie
- Lastig om te bepalen hoeveel medicijn
waar zin in het lichaam
- Wel mogelijk concentratie bloedplasma
te bepalen


Met: Vd, het verdelingsvolume; Ab (t) amount in body; Cplasma (t)
Vd(t)=Cplasma(t)Ab(t)

Slide 28 - Tekstslide

Farmacokinetiek
Vd = 1,25:
- Polaire verbindingen

Vd = 2,5
- Zowel polaire als apoliare 
eigenschappen

Vd = 10
- Apolaire verbindingen

Slide 29 - Tekstslide

Eliminatie fase
Lever breekt af (metabolisme)
Nier scheidt uit (excretie)

Stoffen worden in de lever omgezet tot meer polaire stoffen door enzymen.
Polaire stoffen worden makkelijker uitgescheiden.

Paragraaf 3.3 gaat over eliminatie snelheid. Basis rekenwerk, dus zelf bekijken

Slide 30 - Tekstslide

Belangrijk
Lees paragraaf 3.1 t/m 3.3 goed door. Bestudeer deze.
Lees paragraaf 3.4 en 3.5 door ter verdieping.
Maak alle opdrachten van de weektaak!

Weektaak past mogelijk niet in 1 week, dus het verzoek om volgende week door te gaan met de weektaak 
(het is dus niet erg als je 2 weken over de weektaak doet)

Slide 31 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen paragraaf 3.1 t/m 3.5 (blz 49 t/m 69)
- Maken opdrachten 23 (blz 54), 20 (blz 57), 25 (blz 57), 27 (blz 62), 28 (blz 63), 29 (blz 65), 30 (blz 66), en 221 (blz 68)
- Verslag practicum dipyridamol (blz 66 en 67)

Slide 32 - Tekstslide