Max Havelaar - vervolg

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Max Havelaar

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is Saidjah zo gehecht aan de tweede buffel?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Waarom benadrukt de schrijver dat zijn verhaal van Saidja en Adinda eentonig is?

Slide 13 - Open vraag

Wanneer keert Saidjah bij Adinda terug?
A
Na twaalf manen
B
Na tweemaal twaalf manen
C
Na driemaal twaalf manen

Slide 14 - Quizvraag

Wat geeft Saidjah aan Adinda voor zijn vertrek?

Slide 15 - Open vraag

Hoe loopt het verhaal van Saïdjah en Adinda af?
A
Ze trouwen en leven nog lang en gelukkig.
B
Adinda blijkt getrouwd met een ander.
C
Saïdjah ontdekt dat Adinda is vermoord.
D
Ze lopen elkaar net mis.

Slide 16 - Quizvraag

Waarom zou Multatuli het verhaal van Saidjah en Adinda hebben opgenomen in zijn boek?

Slide 17 - Open vraag



Motieven
Toegepast op 'Saidjah en Adinda' van Multatuli: de kerven in het rijstblok (concreet, herhaaldelijk vermeld) staan voor de trouw van Adinda, de buffelroof voor het onrecht in de kolonie. Overkoepelend: "Het onrecht dat de arbeidzame, trouwe Javaan wordt aangedaan, is slecht."

Slide 18 - Tekstslide

Passage
"Ja, een bekentenis lezer! Ik weets niet over de liefde tussen Saidjah en Adinda. [...] Maar ik weet wel iets anders. Ik weet en kan bewijzen dat er veel Adinda's en veel Saidjahs waren, en dat een verzonnen verhaal, met al z'n bijzonderheden, een waarheid kan vertellen die algemeen geldig is. [...] Het maakt me niet uit of men zegt dat ik een onbekwame schilder ben, als men maar toegeeft dat de inlander ZWAAR wordt mishandeld!"

Slide 19 - Tekstslide

Slot
En aan sommigen die misschien beweren dat ik Saïdjah en zijn liefde heb geïdealiseerd, moet ik vragen hoe ze dit weten kunnen? Slechts zeer weinig Europeanen immers achten het de moeite waard zich neertebuigen tot waarneming der aandoeningen van de koffie- en suikerwerktuigen die men ‘inlanders’ noemt. Doch al ware hun aanmerking gegrond, wie zúlke bedenkingen aanvoert als bewijs tegen de hoofdstrekking van mijn boek, geeft mij een groote zegepraal. Want ze luiden, vertaald, ‘het kwaad dat gij bestrijdt, bestaat niet, of niet in zoo hooge maat, omdat de inlander niet is als uw Saïdjah... er ligt in de mishandeling der Javanen geen zoo groot kwaad als daarin liggen zou wanneer ge uwen Saïdjah juister geteekend hadt. De Soendanees zingt zulke liederen niet, bemint zoo niet, gevoelt zoo niet, en dus...
Neen, Minister van Kolonien, neen, Gouverneurs-generaal in ruste, niet dàt hebt gij te bewijzen! Ge hebt te bewijzen dat de bevolking niet mishandeld wordt, onverschillig of er sentimenteele Saïdjahs onder die bevolking zijn. Of zoudt ge durven beweren buffels te mogen stelen van lieden die niet beminnen, die geen droefgeestige liedjes zingen, die niet sentimenteel zijn? 

SLOT

Slide 20 - Tekstslide

3.3.4 Uit het twintigste hoofdstuk (slot)
[…]

Havelaar wachtte dien avond. Hij wachtte den ganschen nacht.
 
Hij had gehoopt dat misschien verstoordheid over den toon van zijn brief bewerken zou, wat hij vergeefs getracht had te bereiken door zachtheid en geduld. Zijn hoop was ijdel! De Gouverneur-generaal vertrok zonder Havelaar te hebben gehoord. Er was weder een Excellentie ter-ruste gegaan in 't moederland!
Havelaar doolde arm en verlaten rond. Hij zocht...
 
Genoeg, mijn goede Stern! Ik, Multatuli, neem de pen op. Ge zijt niet geroepen Havelaars levensgeschiedenis te schrijven. Ik heb u in 't leven geroepen... ik liet u komen van Hamburg... ik leerde u redelijk goed hollandsch schrijven, in zeer korten tijd... ik liet u Louise Rosemeijer kussen, die in suiker doet... het is genoeg, Stern, ge kunt gaan!

Die Sjaalman en zijn vrouw...

Slide 21 - Tekstslide

Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslasterlijke femelarij! Ik heb u geschapen... ge zijt opgegroeid tot een monster onder mijn pen... ik walg van mijn eigen maaksel: stik in koffi en verdwijn!
 
Ja, ik, Multatuli ‘die veel gedragen heb’ neem de pen op. Ik vraag geen verschooning voor den vorm van mijn boek. Die vorm kwam mij geschikt voor ter bereiking van mijn doel.
 
Dit doel is tweeledig:
Ik wilde in de eerste plaats het aanzijn geven aan iets dat als heilige poesaka zal kunnen bewaard worden door kleinen Max en zijn zusje, als hun ouders zullen zijn omgekomen van ellende.
Ik wilde aan die kinderen een adelbrief geven van mijne hand.
En in de tweede plaats: ik wil gelezen worden.

Slide 22 - Tekstslide

Ja, ik wil gelezen worden! Ik wil gelezen worden door staatslieden, die verplicht zijn te letten op de teekenen des tijds... door letterkundigen, die toch ook eens 't boek moeten inzien waarvan men zooveel kwaads spreekt... door handelaren, die belang hebben bij de koffiveilingen... door kameniers, die me huren voor weinige centen... door Gouverneurs-generaal in-ruste... door Ministers in bezigheid... door de lakeien van die Excellentien... door bidpredikers, die more majorum zullen zeggen dat ik den Almachtigen God aantast, waar ik slechts opsta tegen 't godje dat zij maakten naar hun beeld... door duizenden en tienduizenden van exemplaren uit het droogstoppelras, die - voortgaande hun zaakjes op de bekende wijs te behartigen - 't hardst zullen meeschreeuwen over de mooijigheid van m'n geschrijf... door de leden der Volksvertegenwoordiging, die weten moeten wat er omgaat in 't groote Rijk over zee, dat behoort tot het Rijk van Nederland...
 
Ja, ik zal gelezen worden!

Slide 23 - Tekstslide

Als dit doel bereikt wordt, zal ik tevreden zijn. Want het was me niet te doen om goed te schrijven... ik wilde zóó schrijven dat het gehoord werd. En, even als iemand die roept: ‘houdt den dief!’ zich weinig bekommert over den stijl zijner geïmprovizeerde toespraak aan 't publiek, is 't ook mij geheel om 't even hoe men de wijze zal beoordeelen waarop ik mijn ‘houdt den dief’ heb uitgeschreeuwd.
 
‘Het boek is bont... er is geen geleidelijkheid in... jacht op effekt... de stijl is slecht... de schrijver is onbedreven... geen talent... geen methode...
 
Goed, goed, alles goed! Maar... de Javaan wordt mishandeld!
 
Want: wederlegging der hoofdstrekking van mijn werk is onmogelijk!
 
Hoe luider overigens de afkeuring van mijn boek, hoe liever 't mij wezen zal, want des te grooter wordt de kans gehoord te worden. En dit wil ik!

Slide 24 - Tekstslide

Doch gij, die ik stoor in uw ‘drukten’ of in uw ‘rust’, gij Ministers en Gouverneurs-generaal, rekent niet te zeer op de onbedrevenheid mijner pen. Ze zou zich kunnen oefenen, en met eenige inspanning misschien geraken tot een bekwaamheid die ten-laatste zelfs de waarheid zou doen gelooven door 't Volk! Dan zou ik aan dat Volk een plaats vragen in de Vertegenwoordiging, al ware 't alleen om te protesteeren tegen certifikaten van rechtschapenheid, die door Indische specialiteiten vice versa worden uitgereikt, misschien om op 't vreemd denkbeeld te brengen dat men zelf waarde hecht aan die hoedanigheid...
 
Om te protesteeren tegen de eindelooze expeditien en heldendaden tegen arme ellendige schepsels, die men vooraf door mishandeling dwong tot opstand.
 
Om te protesteeren tegen de schandelijke lafhartigheid van cirkulaires die de eer der Natie schandvlekken door 't inroepen van publieke liefdadigheid voor de slachtoffers van chronischen zeeroof.

Slide 25 - Tekstslide

't Is waar, die opstandelingen waren uitgehongerde geraamten, en die zeeroovers zijn weerbare mannen!
 
En als men mij die plaats weigerde... als men mij bij voortduring niet geloofde...
 
Dan zou ik mijn boek vertalen in de weinige talen die ik ken, en in de vele talen die ik leeren kan, om te vragen aan Europa, wat ik vruchteloos zou hebben gezocht in Nederland.
 
En er zouden in alle hoofdsteden liederen worden gezongen met refreinen als dit: er ligt een roofstaat aan de zee, tusschen Oostfriesland en de Schelde!
En wanneer ook dit niet baatte?
 
Dan zou ik mijn boek vertalen in 't maleisch, javaansch, soendasch, al-foersch, boegineesch, battaksch...

Slide 26 - Tekstslide

God geve dat het niet noodig zij!
 
Neen, 't zal niet noodig zijn! Want aan U draag ik mijn boek op, Willem den derden, Koning, Groothertog, Prins... meer dan Prins, Groothertog en Koning... keizer van 't prachtig rijk van Insulinde dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd...
 
Aan U durf ik met vertrouwen vragen of 't uw keizerlijke wil is:
 
Dat Havelaar wordt bespat met den modder van Slijmeringen en Droogstoppels?
 
En dat daarginds Uw meer dan dertig millioenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in UWEN naam?

Slide 27 - Tekstslide

En ik zou klewangwettende krijgszangen slingeren in de gemoederen van de arme martelaren wien ik hulp heb toegezegd, ik, Multatuli.
 
Redding en hulp, op wettelijken weg, waar het kan... op wettigen weg van geweld, waar het moet.
 
En dit zou zeer nadeelig werken op de Koffiveilingen van de Nederlandsche Handelmaatschappij!
 
Want ik ben geen vliegenreddende dichter, geen zachtmoedige droomer, zooals de getrapte Havelaar die zijn plicht deed met den moed van een leeuw, en honger lijdt met het geduld van een marmot in den winter.
Dit boek is een inleiding...
 
Ik zal toenemen in kracht en scherpte van wapenen, naarmate het noodig zal wezen...

Slide 28 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste redenen voor het schrijven van de Max Havelaar?
A
eerherstel en een schadevergoeding vanwege het ontslag
B
verbetering van de positie van de Javaan en een pensioen
C
oproep tot oproer in Nederlands Indië
D
eerherstel en aanklacht tegen behandeling van de lokale bevolking

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Link

Kijk in groepjes naar de opdrachten bij de Max Havelaar (blz. 72)
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

erfelijkheid, milieu en omstandigheden 
(zoals tijd en opvoeding)

Het leven van de mens geheel bepaald wordt door het noodlot en dat de mens geen vrije wil heeft.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

HUISWERK volgende les
Lees het verhaal De binocle uit.

Slide 38 - Tekstslide