Werkwoordspelling - voltooid deelwoord

Leerdoel: na deze les kan ik voltooid deelwoorden correct schrijven. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel: na deze les kan ik voltooid deelwoorden correct schrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Help, hoe herken
ik het
voltooid deelwoord?

Slide 3 - Tekstslide

ACHTERAAN IN DE ZIN
Een voltooid deelwoord staat vaak achteraan in de zin.

Heb jij tijdens de hockeytraining genoeg water gedronken?

Slide 4 - Tekstslide

ge-, be-, ver-, ont-, er-, her-
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be-, ver-, ont-, er- of her-.

Bijvoorbeeld: gebeurd, bedacht, verwacht, ontdekt, erkend, herkend.

Slide 5 - Tekstslide

HULPWERKWOORD
Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is er altijd nog minimaal één ander werkwoord aanwezig.
Dat andere werkwoord is meestal een vorm van ‘hebben’, ‘zijn’ of ‘worden’.

Ik ben van de trap gevallen.

Slide 6 - Tekstslide

-d, -t of -(e)n
Een voltooid deelwoord eindigt meestal op en bij de sterke werkwoorden
slapen - heeft geslapen; staan - heeft gestaan

Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een -t of -d bij de zwakke werkwoorden.



Slide 7 - Tekstslide

-d of -t ?
Om te bepalen of het een -d of een -t wordt, kun je twee manieren gebruiken:
1. Het woord langer maken.
2. 'T KoFSCHiP X gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is het voltooid deelwoord?
Mijn broer heeft gisteren veel televisie gekeken.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?
Ik heb deze leerstof wel begrepen.

Slide 11 - Open vraag

Kies het correct gespelde woord.
Ik ben echt (verrassen)........
A
verrasd
B
verrast

Slide 12 - Quizvraag

Kies het correct gespelde woord.
Ik heb het niet zo (bedoelen)........
A
bedoeld
B
bedoelt

Slide 13 - Quizvraag

Kies het correct gespelde woord.
Hij had me een worstenbroodje (beloven)........
A
belooft
B
beloofd

Slide 14 - Quizvraag

Noteer het voltooid deelwoord.
Hij heeft de wedstrijd (winnen)........

Slide 15 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord.
Bas had al zijn huiswerk (maken)........

Slide 16 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord.
Mark heeft een lang verhaal (vertellen)........

Slide 17 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord.
Het kaarsje heeft de hele middag (branden)........

Slide 18 - Open vraag

Noteer het vd.
Heeft Saar haar werk (voltooien).....?

Slide 19 - Open vraag

Kies het correct gespelde woord.
De leerling heeft zich alles (herinneren)........
A
herinnert
B
herinnerd

Slide 20 - Quizvraag

Kies het correct gespelde woord.
Ik heb net (douchen)........
A
gedoucht
B
gedouchd

Slide 21 - Quizvraag

Vul het correct gespelde woord in.
Ik heb de de brief (faxen)........
A
gefaxt
B
gefaxd

Slide 22 - Quizvraag

Online oefenen
https://www.cambiumned.nl/oefenen/spelling/werkwoordspelling/
https://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling

Slide 23 - Tekstslide