Wat is literatuur? 5havo

Wat is literatuur?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is literatuur?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
1. Je kunt onderscheid maken tussen lectuur en literatuur;
2. Je weet welke kenmerken literaire boeken hebben;
3. Je kunt zelf nadenken over de literaire waarde van teksten;
4. Je kunt in boekopdrachten aangeven welke literaire waarde jij het boek toedicht. 

Slide 2 - Tekstslide

Geef kenmerken van literatuur

Slide 3 - Woordweb

Muziekfragmenten
Luister naar de twee muziekfragmenten die je docent laat zien. Maak aantekeningen tijdens het luisteren: probeer na het fragment te verwoorden waar het liedje over gaat en probeer te beschrijven wat je opvalt aan de stijl. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Muziek -  Mart

-Vaker zoiets gehoord
 -Makkelijk taalgebruik
-Makkelijk te begrijpen
 -Kostte wrs weinig tijd om het liedje te schrijven
-Puur amusement

Muziek - Maarten

-‘Nooit’ eerder gehoord
-Er is nagedacht over de gebruikte taal
-Kostte wrs veel tijd om te schrijven
 -Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 7 - Tekstslide

Tekening 1

Slide 8 - Tekstslide

Tekening 2

Slide 9 - Tekstslide




- Vaker zoiets gezien
-Makkelijke techniek
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om de tekening te maken
- Puur ‘amusement’




- ‘Nooit’ eerder gezien
- Je moet beschikken over behoorlijk wat tekentechniek
- Kostte wrs veel tijd 
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 10 - Tekstslide

Lectuur

- Vaker zoiets gelezen
- Cliché taalgebruik
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om te schrijven
- Puur ‘amusement’

Literatuur

- ‘Nooit’ eerder gelezen
- Je moet opletten tijdens het lezen
- Kostte wrs veel tijd om te schrijven
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 11 - Tekstslide

Wat zie je hier?

Slide 12 - Open vraag

Literaire teksteigenschap 1: meerduidigheid


Meerduidigheid geeft aan dat mensen op meerdere manieren een tekst kunnen interpreteren.

Slide 13 - Tekstslide

Literaire tekst eigenschap 2: diepere boodschap

Wat wil een auteur de lezer vertellen?
Wil hij/zij je overtuigen?
Wil hij/zij je over een maatschappelijk vraagstuk laten nadenken? 
Wil hij/zij ontregelen?

Slide 14 - Tekstslide

Tim Hofman

Slide 15 - Tekstslide

Literaire teksteigenschap 3:
Originele woordkeuze/zinsstructuur
“All animals are equal, but some animals are more equal than others.”
Vertaling: “Alle dieren zijn gelijk, maar sommigen zijn gelijker dan anderen.”

George Orwell, Animal-Farm, 1945

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht korte verhalen
Deze les ga je aan de slag met korte verhalen. Je docent leest steeds eerst een verhaal voor. 
Werk daarna samen met twee klasgenoten. Bepaal met elkaar welke literaire teksteigenschappen je in de voorgelezen teksten kunt vinden (meerduidigheid, de diepere boodschap en de originele woordkeus en/of zinsstructuur). Daarnaast ga je nadenken over welke kennis je voor deze verhalen nodig hebt. 

Slide 17 - Tekstslide

Manier van antwoorden
A (antwoord/argument) U = uitleg B = (Bij)voorbeeld
Voorbeeldvraag: bevat deze tekst literaire kenmerken?
Ja, dit is een literaire tekst (A). Je kunt dat zien aan het originele taalgebruik (U): de auteur speelt steeds met woorden (de tandarts die MontBlanc heet) en maakt gebruik van metaforen (heeft het over ivoren torens ipv tanden) (B)

Slide 18 - Tekstslide

Literaire kennis
Analystische kennis
Cultuurhistorische kennis
Intermediale kennis
Stilistisch-sensitieve kennis
Filosofische kennis

Slide 19 - Tekstslide

Geef aan op welke manier er in de voorgelezen tekst meerduidigheid aanwezig is.

Slide 20 - Woordweb

Geef aan of er een diepere boodschap achter dit verhaal zit. Als ja, welke dan?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Geef aan of er in deze tekst sprake is van origineel taalgebruik.

Slide 23 - Woordweb

Geef per tekstfragment aan welke kennis (analytische, cultuurhistorische, intermediale, stilistische, filosofische) je nodig hebt of welke je krijgt.

Slide 24 - Open vraag

Boekopdrachten
Zorg ervoor dat je in je boekopdracht duidelijk laat zien dat je weet wat literatuur is en wat de literaire waarde van je boek is. Daar moet je altijd over nadenken. 

Slide 25 - Tekstslide