La semaine 24 2022

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
C'est quelle date aujourd'hui?

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 1Leerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
C'est quelle date aujourd'hui?

Slide 1 - Tekstslide

La semaine 24:                                                                                        
lundi mardi et mercredi, le trente et un mai, le premier et le deux juin       


Deze week doen we: 
- Herhalen, mk ex. 5.6 21.1t/m4, 22,23 
- Ex. 25,26,27 en ler. Apprendre 6 
- Herhalen en ler. Apprendre 7,8

Slide 2 - Tekstslide

Le but du cours: 
Objectif du cours:
Pouvoir poser des question sur les vetements et répondre aux questions.. 

Slide 3 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui: 
1. Questions? 
2. Overhoring 
3. Herhalen bijvoeglijk naamwoord en apprendre 6
4. Faire: 5.6  ex.  21.1t/m4, 22,23                             
5. Évaluation
5. Les devoirs: ler. apprendre 6 en mk ex.  21.1t/m4, 22,23                              

Slide 4 - Tekstslide

apprendre 4:
1. court                                     8. de maat
2. rapide                                  9. passen
3. renvoyer                            10. als
4. acheter
5. quelque chose
6. het jasje
7. kosten

Slide 5 - Tekstslide

Welke Franse bijvoeglijke
naamwoorden ken ik al?

Slide 6 - Woordweb

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een persoon. Bijvoorbeeld: 
Het grote huis - la grande maison
Het felle licht - la lumière vive
In het Frans moet je hierbij op 2 dingen letten.
1. de vorm
2. de plek in de zin
Daar zit een verschil in.  Eerst komen hier de meest voorkomende bijvoeglijke naamwoorden. Je moet die goed leren!:

Slide 7 - Tekstslide

Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
grand
grands
grande
grandes
mannelijke vorm

vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud

Slide 8 - Sleepvraag

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord
vertaling: de kleine jongen
A
Le petit garçon
B
Le petite garçon
C
Le petits garçon
D
Le petites garçon

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord
vertaling: het grote huis
A
La grand maison
B
La grande maison
C
La grande maison
D
La grandes maison

Slide 10 - Quizvraag

Yannick porte toujours des pantalons (gris)

Slide 11 - Open vraag

Sa veste est très (grand)

Slide 12 - Open vraag

Sa jupe est (nouveau)

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Link

Samen luisteren of ZS dialogue:

mk ex. 21.1 t/m 4 en daarna dialogues: 1,2,3 en mk ex. 22 et 23

Slide 15 - Tekstslide

Le but du cours: 
Objectif du cours:
Pouvoir écrire sur ton style..

In korte zinnen kunnen schrijven over jouw kledingstijl.

Slide 16 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui: 
1. Questions? overhoring apprendre 6
2. Herhalen vouloir en doornemen apprendre 8
3. Faire: 5.6  ex.  25,26,27                            
4. Évaluation
5. Les devoirs: ler. apprendre 8 en mk ex.  25,26,27                            

Slide 17 - Tekstslide

Apprendre 6:
1. d'occasion                           8. wensen
2. quand même                     9. laatste
3. en promotion                    10. ander
4. regretter
5. je prends
6. leijk
7. de kwaliteit

Slide 18 - Tekstslide

Je veux
Tu veux
Il veut
Elle veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils/elles veulent
Ik wil
Jij wilt
Hij wil
Zij wil
Wij willen
Jullie willen
Zij willen

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Nooit

Niets

Nog niet

Niet meer

Niet/geen
ne...pas
Ne...jamais
Ne....plus
Ne...pas encore
Ne....rien

Slide 22 - Sleepvraag

Samen of Zs mk ex. 25

En lezen tekst: c'est quoi ton style.. 

Slide 23 - Tekstslide

Alors au travail!! 
Maken ex. 26 et 27

Slide 24 - Tekstslide

Les devoirs: 


mk ex. 25,26,27 et apprendre 8

Slide 25 - Tekstslide