Paragraag 2.6
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Link
Een assenstelsel begint met...
A
een willekeurig getal
B
de oorsprong
C
het begin.
Slide 6 - Quizvraag
Wat moet je altijd vermelden als je een assenstelsel tekent?
A
Titel, eenheid x-as, eenheid y-as
B
Helemaal niets
C
Titel
D
De formule
Slide 7 - Quizvraag
De plaats van een punt op de kaart of in een assenstelsel geven we aan met twee getallen.
Hoe heten deze getallen?
Hoe heten deze getallen?
A
Roosterpunten
B
Punten
C
Oorsprong
D
Coördinaten
Slide 8 - Quizvraag
Welke bewering is waar?
A
de coördinaten van de oorsprong zijn (0,0)
B
De x-coördinaat is naar boven of beneden
C
De y-coördinaat is nooit negatief
D
Een assenstelsel moet ook negatieve getallen hebben
