De grote quiz

De Grote Quiz
KLas 2 t/m SPQR les 16

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Grote Quiz
KLas 2 t/m SPQR les 16

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heette de mythische tweeling die een tempel hebben op het Forum?
A
Romulus en Remus
B
Caesar en Augustus
C
Castor en Pollux
D
Apollo en Diana

Slide 2 - Quizvraag

Wie zijn de ouders van Castor en Pollux?
A
Leda en Juno
B
Leda en Jupiter
C
Aphrodite en Jupiter
D
Juno en Jupiter

Slide 3 - Quizvraag

Hoe is de tweeling geboren?
A
In de zee
B
Normaal zoals ook wij
C
Vanuit een schaap
D
Uit een ei

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de 2 is een god?

Slide 5 - Open vraag

Over wie heeft Vergilius een heldendicht gescheven
A
Venus
B
Aeneas
C
Mars
D
Gallus

Slide 6 - Quizvraag

Wie is Aeneas?
A
Een Trojaanse held
B
De zoon van Venus
C
De broer van Mars
D
De zoon van Juno

Slide 7 - Quizvraag

Wat weten jullie over Alba Longa?

Slide 8 - Woordweb

Met welke god wordt de overwinnaar in de triomftocht vergeleken?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de goede volgorde van de stoet?
A
lictoren, senatoren, hoornblazers, stieren met offerdienaren, lictoren en als laatste de bevelhebber
B
C
D
bevelhebber, senatoren, lictoren, hoornblazers, stieren met offerdinaren

Slide 10 - Quizvraag

Mochten krijgsgevangen meelopen?
A
Nee, natuurlijk niet!
B
Ja, ze moesten
C
Als ze willen
D
Dat verschilde per gevangenis

Slide 11 - Quizvraag

Welke vorm van vermaak was het meest populair?
A
gladiatorenspelen
B
theater
C
dans
D
dierenshows

Slide 12 - Quizvraag

Waarom vochten de gladiatoren met ontbloot bovenlijf?
A
zo kon de scheidsrechter zien of ze sterk genoeg waren
B
ze vochten helemaal niet met een bloot bovenlijf
C
dat vonden ze stoer
D
zo konden ze makkelijker gewond raken, dat was spannend

Slide 13 - Quizvraag

Wat waren de wapens van een retiarius?

Slide 14 - Open vraag

Wie zaten er bij een voorstelling (gevecht) op de voorste rij?
A
slaven
B
de mensen met een hoge rang
C
kinderen
D
bejaarden

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heetten de mensen die het tegen de dieren opnamen?
A
Venatores en barbari
B
Bestiarii en senatoren
C
Venatores en bestiarii
D
Senators en barbaren

Slide 16 - Quizvraag

Waarom werden sommige dieren opgejaagd met fakkels?
A
ze waren gevaarlijk
B
ze durfden hun hokken niet uit
C
dat vonden de dieren vet
D
ze wilde de hokken niet in

Slide 17 - Quizvraag

Uit hoeveel onderdelen bestond een dagprogramma van de spelen?
A
7
B
4
C
3
D
9

Slide 18 - Quizvraag

Waarmee begonnen gladiatorengevechten?
A
een voorstelronde
B
een muziekoptreden
C
een offering
D
een optocht

Slide 19 - Quizvraag

Waar zorgde een scheidsrechter voor?
A
dat ze niet snel opgaven
B
dat ze stopten met vechten
C
dat er goed werd omgeroepen
D
dat ze valsspeelden

Slide 20 - Quizvraag

Welke verschillende teams waren er bij wagenrennen?
A
Parisi, Alba en Veneto
B
Prasini, Veneti, Russati en Albati
C
Russia, Venetië en Albanië
D
Rood, Wit, Groen en Geel

Slide 21 - Quizvraag

Blauw

Rood
Wit
Groen
Russati
Prasini
Albati
Veneti

Slide 22 - Sleepvraag

Wat waren de meeste wagenmenners?
A
Burgers
B
Senatoren
C
Keizers
D
Slaven

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heette het keerpunt op de baan?
A
Spina
B
Kegel
C
Meta
D
Spin

Slide 24 - Quizvraag

Theatrum

Slide 25 - Woordweb

Wat waren standaart typetjes in het theater?
A
Bejaarde vrouw, dikke baby en lelijke slaaf
B
Grappig kind, leerling, oude man
C
Oud stel, jonge vrouw met baby en een docent
D
Jonge man, oude heer en brutale slaaf

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heette het toneel in een theatergebouw?
A
Schona
B
Scaena
C
Scenae
D
Meta

Slide 27 - Quizvraag

Vond iedereen de gladiatorenspelen leuk?
A
Het hele publiek
B
Nee
C
De gladiatoren
D
Zelfs de dieren vonden het geweldig!

Slide 28 - Quizvraag

Wat zien we op deze afbeelding?

Slide 29 - Tekstslide

Waarvoor was een huwelijk belangerijk?

Slide 30 - Woordweb

Hoe noemde je een getrouwde vrouw uit een bovenklasse?

Slide 31 - Open vraag

Wat was de beste periode om te trouwen en wat juist niet?
A
mei niet terwijl juni perfect is
B
april niet juli juist wel
C
september niet maar oktober wel
D
januari natuurlijk wel maar december niet

Slide 32 - Quizvraag

Wat offerde een vrouw wanneer ze ging trouwen?
A
haar baby kleding
B
haar teddybeer
C
haar speelgoed
D
haar lievelingseten

Slide 33 - Quizvraag

Wat voor kleur jurk droeg een vrouw wanneer ze ging trouwen?

Slide 34 - Open vraag

Jongen
Meisje
Latijn, Grieks en welsprekenheid
voorbereiden voor het leven thuis

Slide 35 - Sleepvraag

Waar droeg een man een toga?
A
In de bus en taxis
B
op belangrijke feesten
C
in het openbaar
D
in het openbaar en bij officiële gelegenheden

Slide 36 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd droeg een jongen/man een toga?
A
17
B
15
C
23
D
18

Slide 37 - Quizvraag

Welke godin zien we op de foto en van wie is dit de dochter?

Slide 38 - Open vraag

Wat weten jullie over de Ludi?

Slide 39 - Woordweb

Wat voor gebouw is dit?

Slide 40 - Tekstslide

Wat is de oorspronkelijke naam van het Colosseum?
A
Amphitheatrum Flavium
B
Amphitheatrum Ludi
C
Amphitheatrum
D
Flavium Theatrum

Slide 41 - Quizvraag

hoe kozen de Romeinen een baby naam?
A
gewoon, ze zette er (i)us achter en klaar
B
ze kozen voor een willekeurige leuke naam
C
naar het beroep wat ze hadden
D
ze vernoemden de kinderen naar de vader

Slide 42 - Quizvraag