Tijdvak 10: Kenmerkende aspecten

Gerelateerde kenmerkende aspecten
Hierna volgen de gerelateerde kenmerkende aspecten tijdvak 10


1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Gerelateerde kenmerkende aspecten
Hierna volgen de gerelateerde kenmerkende aspecten tijdvak 10


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bekijk onderstaande documentaire

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waarom is het fragment uit de vorige dia illustratief voor de sociaal-culturele veranderingen in de jaren '60?

Slide 5 - Open vraag

Kenmerkend aspect: welvaart en sociaal-culturele veranderingen in de jaren 1960 (par. 10.3).  
Welvaart: 
  • Tussen 1948-1973 (‘gouden jaren’): ongekende sterke economische groei die het dagelijks leven grondig veranderde! 
  • Industrie, internationale handel en overheidsuitgaven namen drastisch toe
Welvaartssymbolen:
  • Televisie:  1951, eerste uitzending. Angst bij regering: plat vermaak en aanzetten tot nutteloze aankopen van luxeartikelen.
  • Opkomst tv: 1955: 1% huishoudens. !960: 20% en 1970: vrijwel alle!  Ook: koelkasten, stofzuigers, douche, wasmachine, auto etc.  

Slide 6 - Tekstslide

Welvaart en sociaal-culturele veranderingen in de jaren 1960.  
Massaconsumptie:
  • Rond 1960 doorbetaalde vakanties die zorgden voor ontstaan van massatoerisme 
  • Sensationele stijging genotmiddelen (koffie, wijn, bier, sigaretten etc.) 
  • Kruidenierszaken werden weggeconcurreerd door supermarkten  

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welvaart en sociaal-culturele veranderingen in de jaren 1960.  
Verzorgingsstaat: 
  • Na W.O. II ontstond er een verzorgingsstaat (onder kabinet Willem Drees) die verantwoordelijk werd voor het welzijn van de burgers:  Werkgelegenheid, inkomensverdeling, sociale zekerheid, onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen.   

Slide 10 - Tekstslide

Welvaart en sociaal-culturele veranderingen in de jaren 1960.  
Individualisering:
  • Het individu kwam vanaf de jaren ‘60 centraal te staan.  Mensen werden (door meer inkomen en sociale zekerheid) minder afhankelijk van hun eigen leefgemeenschap (familie, buren etc.) 
  • Ook minder afhankelijkheid van de kerk. Er kwamen meer echtscheidingen, minder taboes omtrent homoseksualiteit, andere samenlevingsvormen, seks voor het huwelijk etc.   

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welvaart en sociaal-culturele veranderingen in de jaren 1960.  
Jongerenculturen (nozems, provo's, hippies)
  • Koopkracht van jongeren nam toe (minder vaak geld afdragen thuis):  Besteding luxe artikelen (kleding, brommers, muziek, uitgaan, drugs etc.
  • jongeren subculturen werd gecreëerd met hun eigen muziek, kleding en gedrag.
  • Groei van het onderwijs zorgde voor kritische houding tegenover de maatschappij door studenten die zich gingen afzetten tegen autoriteiten!  

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welvaart en sociaal-culturele veranderingen in de jaren 1960.  
De tweede feministische golf 
  • Verandering man-vrouwrelaties (seksualiteit, taakverdeling, onderwijs en arbeidsmarkt) 
  • Anticonceptiepil zorgde voor uitstel om kinderen te krijgen en meer kansen op een carrière. 
  • Actiegroepen als Dolle Mina eisten meer gelijke kansen voor vrouwen.  

Slide 15 - Tekstslide

Noem 3 voorbeelden van de explosieve groei van de welvaart in West-Europa na 1945

Slide 16 - Open vraag

Geef uitleg bij de volgende begrippen: consumptiemaatschappij, verzorgingsstaat, individualisering

Slide 17 - Open vraag

Noem 3 ontwikkelingen die het ontstaan van jongerenculturen hebben bevorderd

Slide 18 - Open vraag

Leg uit dat de anticonceptiepil een belangrijke rol speelde in het ontstaan van de tweede feministische golf

Slide 19 - Open vraag

Noem 3 gevolgen op langere termijn van de komst van de anticonceptiepil

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Symbool van verzoening

Mitterrand en Kohl



1984: (bij herdenking W.O.I bij slagveld vanVerdun) : Frankrijk
en Duitsland hebben uit de geschiedenis geleerd. Europa is ons
gemeenschappelijk vaderland.  Daarom hebben we 40 jaar geleden onze broederstrijd beëindigd en zijn we begonnen gezamenlijk aan onze toekomst te bouwen



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Leg uit welke symbolische betekenis de herdenking in Verdun in 1984 had

Slide 27 - Open vraag

Met welke organisatie begon de Europese eenwording?
A
EG
B
EEG
C
EU
D
EGKS

Slide 28 - Quizvraag

Leg uit dat het gezamenlijk regelen van de productie van kolen en staal, de kans op oorlog kan verminderen

Slide 29 - Open vraag

Leg uit hoe de EEG bestuurd werd

Slide 30 - Open vraag

In het verdrag van Maastricht werd de Europese samenwerking op 2 manieren uitgebreid. Leg uit welke

Slide 31 - Open vraag

Leg uit dat de eenwording van Europa moeizaam is geweest

Slide 32 - Open vraag

1.Oprichting EGKS, 2. Oprichting EU, 3. Invoering van de euro, 4. Oprichting EEG
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde!

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

Ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
  • 1991-1994: Duitse rechts-extremisten  pleegden aanvallen op buitenlanders en staken honderden huizen in brand.  
  • 1.1 miljoen Nederlanders stuurden na de terreur in Solingen waar 5 doden vielen een briefkaart aan de Duitse regering met de tekst: “Ik ben woedend!” 
  • Was buitenlanderhaat een Duits probleem? Of was dit overal waar globalisering optrad door komst van asielzoekers,  gastarbeiders, Oost-Europeanen en illegalen?

Slide 35 - Tekstslide

De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen (10.5)  
Voorbeeld gebeurtenis:  Rostock 1992 
Achtergrond:  Economische malaise in voormalige DDR na de eenwording. Opvallend: naast neo-nazi’s ook duizenden omstanders steunden de rellen!   

Slide 36 - Tekstslide

Spanningen en angst bij autochtonen op welke gebieden?  
  • Economie: gevoel van banen inpikken, gebruik maken van 'onze' sociale voorzieningen 
  • Veiligheid: criminaliteit bij sommige allochtone groeperingen 
  • Cultuur: sommige allochtonen uit een traditionele cultuur kunnen niet overweg met westerse vrijheden (vrouwen, homo’s etc).
  • De Islam door vele autochtonen met argwaan bekeken en als een homogene stroming gezien dat leidt tot vooroordelen.  
  • Politiek: Ook politieke partijen (na 11 september 2001) keerden zich tegen de islam en zagen hierin gevaar (Fortuyn en Wilders).  
Door het wantrouwen en het gevoel te krijgen buitengesloten te worden gingen veel moslims zich nadrukkelijker als moslim presenteren in een wereld waar ze niet welkom zijn (actueel bijvoorbeeld Jihad aanmeldingen IS).  

Slide 37 - Tekstslide

Verschijnselen
Globalisering:  
Verschillende delen van de wereld raken op economisch, cultureel en politiek gebied steeds nauwer met elkaar verbonden.   
Pluriforme samenleving: waar
mensen met verschillende normen, waarden, gewoonten en leefstijlen een gelijkwaardige plaats hebben.  

Slide 38 - Tekstslide

Oorzaken ontstaan pluriforme samenleving (1):  
  • Sociaal-culturele veranderingen sinds de Sixties (jaren ’60 vorige paragraaf) 
  • Na 1973 (crisis in industrie door automatisering): overgang van industriële samenleving naar een informatiemaatschappij. Kortom ontstaan van een postindustriële samenleving met midden jaren ‘90 uitbundige economische groei (Nieuwe welvaartssymbolen: Bijvoorbeeld: 2e en 3e (vlieg)vakanties, mobiele telefoon, pc’s en internet, elektronische communicatie op allerlei gebied).
  • Verdere ontkerkelijking (veel kerken lopen leeg en worden voor andere doeleinden gebruikt) waardoor oude waarden en normen veranderden
  • Andere samenlevingsvormen: ongehuwd samenwonen, alleenstaande ouders, homohuwelijk etc. (ten koste van traditioneel gezin)  Veranderende rol- en taakverdeling man-vrouw (meer werkende vrouwen ten koste van traditionele rolverdeling)  

Slide 39 - Tekstslide

Oorzaken ontstaan pluriforme samenleving (2):  
  • Na 1945: migratie door de dekolonisatie (Indo’s, Surinamers, Antillianen). Sterke economische ontwikkeling vanaf jaren ‘60 en welvaartsgroei leidde tot grote vraag naar arbeidsmigranten (gastarbeiders uit Turkije, Italië, Griekenland, Marokko). Uiteindelijk werd deze gastarbeid vooral omgezet in blijvende arbeid: Gezinshereniging (NL paspoort) en groei allochtone bevolking.  Ontstaan van allochtone buurten met armoede en werkloosheid. 
  • Na Koude Oorlog:   migratie door burgeroorlog in Joegoslavië en oorlog in Afghanistan, Irak en Somalië (asielzoekers).  Migratie door illegalen uit Afrika en Azië.  Legale migratie van Oost-Europeanen na 2004  (toetreding Oost-Europese landen tot de EU).  

Slide 40 - Tekstslide

Het ontstaan van pluriforme samenlevingen was het gevolg van sociaal-culturele veranderingen die sinds de jaren '60 plaatsvonden. Leg dat uit!

Slide 41 - Open vraag

Leg uit hoe de toestroom van gastarbeiders naar West-Europa te verklaren is?

Slide 42 - Open vraag

Leg uit dat ook de Europese eenwording leidde tot grote migratiestromen

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Video

Geef voorbeelden om Wilders te zien als een tegenstander van de multiculturele samenleving

Slide 45 - Open vraag