3ha en 3hb 01-03-2021

werkwoordspelling, tussenletters en aaneenschrijven

maken opdrachten 3 t/m 6, hoofdstuk 3 op blz. 121 en 122


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

werkwoordspelling, tussenletters en aaneenschrijven

maken opdrachten 3 t/m 6, hoofdstuk 3 op blz. 121 en 122


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Boekvergelijking: waar kun je kijken?

Nakijken opdracht 2 (getallen)

Spelling:

- Je beheerst de werkwoordspelling van de Nederlandse taal.

- Je kunt langere samenstellingen correct spellen.

- Je weet wanneer je woorden los of aaneen schrijft.

- Je weet welke tussenletters je gebruikt bij samenstellingen.

Slide 2 - Tekstslide

Boekvergelijking
Mogelijke thema's:
  • misdaad
  • oorlog
  • magie
  • (onmogelijke) liefde
  • geschiedenis
  • ziekte

Slide 3 - Tekstslide

Waar kan ik inspiratie opdoen?
Op de volgende websites kun je naar boeken zoeken:
  • Op www.deweddenschap.nl bij 'leestip':   https://www.deweddenschap.nl/boeken/top10.php
  • Op www.lezenvoordelijst.nl: https://12-15.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst.html, je kunt hier ook een niveautest doen en kijken welke boeken bij je passen

Slide 4 - Tekstslide

Vorige keer: de schrijfwijze van getallen
Gebruik letters:
  • voor getallen en rangtelwoorden onder de eenentwintig
  • voor tientallen, honderdtallen, duizendtallen, miljoenen   (getallen en rangtelwoorden)
Gebruik cijfers:
  • voor getallen boven de twintig
  • voor maten, gewichten, bedragen, exacte tijdstippen,  etc.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Quizje

Slide 7 - Tekstslide

(belanden) jouw oude telefoon in een la zodra je een nieuwe hebt?

Slide 8 - Open vraag

Sinds 2007 zijn er al zo'n tien miljard smartphones (produceren).

Slide 9 - Open vraag

Het (gebeuren) vaak dat zo'n telefoon amper twee jaar wordt gebruikt.

Slide 10 - Open vraag

Slecht een deel wordt daarna (recyclen).

Slide 11 - Open vraag

Los of aaneenschrijven?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aaneenschrijven of los?

1 samenstellingen die één betekenis hebben, schrijf je aaneen (behalve bij getallen of tekens)

lageloonlanden, hogedrukreiniger, langeafstandloper, @-teken, 50 eurobiljet

2 splitswerkwoorden (scheidbaar samengestelde werkwoorden)

pianospelen, stukmaken, opgerookt

3 combinaties van een voorzetsel met bijwoord of twee bijwoorden schrijf je aaneen

eroverheen, waardoor, daarboven


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Tussenletters bij samenstellingen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

seconde + wijzer =
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 21 - Quizvraag

rogge + brood =
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 22 - Quizvraag

spin + web=
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 23 - Quizvraag

dronken + lap =
A
dronkenlap
B
dronkelap

Slide 24 - Quizvraag

Hoofdstuk 3 opdracht 3
Schrijf breuken en rangtelwoorden in woorden
  1. 4/5 = vier vijfde
  2. 6 5/9 = zes vijf negende
  3. 4/100 = vier honderdste
  4. 400e = vierhonderdste
  5. 3/4 miljoen = driekwart miljoen

Maak de rest van de opdracht

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 3 antwoorden 6 t/m 10
6. zes en een half
7. drieënveertigste
8. een drieënveertigste
9. twee negentiende
10. twee negen tiende

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 3 spelling
opdracht 4, 5 en 6
blz. 121-122

Slide 27 - Tekstslide