p1 week 2.2 eigenschappen + abstract/concreet

"Een leven dat niet onderzocht wordt, is het leven niet waard."
- Socrates
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

"Een leven dat niet onderzocht wordt, is het leven niet waard."
- Socrates

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

V4
- uitleg vooronderstellingen
- oefening noodzakelijke en voldoende eigenschappen
- uitleg abstract en concreet
- toepassing in filosofische context

V5
- hoofdvraag formuleren (stap 2)
- prealabele vraag/vragen formuleren (stap 3)
- deelvragen formuleren (stap 3)
- bronnen zoeken en lezen (stap 4)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les..

V4
...ik kan een onderscheid maken tussen noodzakelijke en voldoende eigenschappen

...ik kan van concreet naar het abstracte gaan en andersom
...ik kan begrippen definiëren door gebruik te maken 4) en 5). 

V5
...heb je een hoofdvraag en daarbij mogelijke deelvragen bedacht.
...weet je welke begrippen in je hoofdvraag moet verhelderen.
...heb je bronnen gezocht en gelezen die te maken hebben met jouw onderwerp.

Slide 3 - Tekstslide

V5: 
> bij bespreken: zelfde essay, ook zelfde hoofdgedachte eruit gehaald?
> wat vonden jullie ervan zo'n essay te lezen? Wat viel je op en wat heb je geleerd van opdracht 1?

Deadline dinsdag 14 sept: hoofdvraag en bronnen

Geef op max 1 A4’tje aan waarover je je essay wilt schrijven (het onderwerp en de hoofdvraag), welke bronnen je wilt gebruiken en welke hulp je van mij nodig hebt. Hiervoor heb je stap 1, 2 en 3 doorlopen en mogelijk ook al stap 4 van je reader.

Slide 4 - Tekstslide

V5: 
> bij bespreken: zelfde essay, ook zelfde hoofdgedachte eruit gehaald?
> wat vonden jullie ervan zo'n essay te lezen? Wat viel je op en wat heb je geleerd van opdracht 1?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooronderstellingen:
Aannames waar je direct vanuit gaat, die je niet expliciet zegt en die niet ter discussie staan. (behalve bij filosofie ;)

Bijv. 'Vrienden doen zoiets niet'

Aannames:
- er zijn twee mensen die vrienden zijn
- er bestaan regels tussen vrienden
- die regels mag je als vriend niet breken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noodzakelijke eigenschap:
Een eigenschap die onmisbaar is. Zonder die eigenschap zou iets niet kunnen zijn wat het is.

Voldoende eigenschap:
Een eigenschap of combinatie van eigenschappen, waardoor je zeker weet wat iets is. Het is typerend.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een stoel? 
Schrijf zoveel mogelijk eigenschappen op. Verdeel ze daarna in noodzakelijke en voldoende eigenschappen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een mens?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn dit?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abstract en concreet

Abstract = voorbij de concrete verschillen.
Concreet = een specifiek geval

Het abstracte wordt zichtbaar in het concrete.
Filosofie gaat over het abstracte, om algemene uitspraken te kunnen doen. Waarom..? Begeerte naar wijsheid. En zeker ook praktisch nut. Wat is waarheid? Wat is rechtvaardigheid? Wanneer weet je iets zeker?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abstract en concreet

Opdracht: zet de volgende begrippen op een rij van concreet naar abstract:

leerling van het JdW - mens - wezen - scholier - Insaf

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is...
vriendschap, liefde, geluk, macht, vrijheid, wijsheid, rechtvaardigheid, waarheid?

1) kies een van bovenstaande begrippen
2) geef hier minstens drie concrete voorbeelden van
3) schrijf van dit begrip zoveel mogelijk eigenschappen op, en deel ze in in noodzakelijke en voldoende eigenschappen.
4) probeer een definitie te geven van het begrip dat je gekozen hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les..

V4
...ik kan een onderscheid maken tussen noodzakelijke en voldoende eigenschappen

...ik kan van concreet naar het abstracte gaan en andersom
...ik kan begrippen definiëren door gebruik te maken 4) en 5). 

V5
...heb je een hoofdvraag en daarbij mogelijke deelvragen bedacht.
...weet je welke begrippen in je hoofdvraag moet verhelderen.
...heb je bronnen gezocht en gelezen die te maken hebben met jouw onderwerp.

Slide 14 - Tekstslide

V5: 
> bij bespreken: zelfde essay, ook zelfde hoofdgedachte eruit gehaald?
> wat vonden jullie ervan zo'n essay te lezen? Wat viel je op en wat heb je geleerd van opdracht 1?

huiswerk

V4
Lees 3 'Kritisch denken'
Kijk deze video over systeem 1 en 2 in ons brein

V5
Afhankelijk van hoe je ervoor staat

Slide 15 - Tekstslide

V5: 
> bij bespreken: zelfde essay, ook zelfde hoofdgedachte eruit gehaald?
> wat vonden jullie ervan zo'n essay te lezen? Wat viel je op en wat heb je geleerd van opdracht 1?