5. Integratie gaat niet vanzelf

Pluriforme samenleving
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pluriforme samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Vorige les
Leerdoelen
Uitleg
Opdracht Reclame/ Kijken Gastarbeiders
Samen vragen oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Nederland heeft een restrictief toelatingsbeleid. Wat wordt daarmee bedoeld? Geef een voorbeeld dat kenmerkend is voor dit beleid

Slide 3 - Open vraag

Soms worden minderjarige bewust alleen op reis gestuurd omdat zij dan meer kans zouden hebben op een verblijfsvergunning. Beredeneer op basis van het restrictieve toelatingsbeleid of dit inderdaad zo is.

Slide 4 - Open vraag

'Nederland vangt te veel vluchtelingen op' is dat een feit of een mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen...
- wat integratie, assimilatie en segregatie inhoudt
- je kunt een aantal voorbeelden van onrust rondom deze integratie noemen.

Slide 6 - Tekstslide

Integratie 
Assimilatie
Segregatie

Slide 7 - Tekstslide

Assimilatie
  • Mensen geven hun eigen culturele identiteit op en passen zich compleet aan aan de dominante cultuur.

  • In NL vraagt de overheid niet om de eigen afkomst te negeren en vergeten, toch zie je het soms..

Slide 8 - Tekstslide

Segregatie
  • Groepen leven gescheiden van elkaar. 

  • Wijken waar naar verhouding veel NL'ers met een migratieachtergrond wonen, winkelen en naar school gaan. 

  • Kan negatieve gevolgen hebben: kansen in het onderwijs en arbeidsmarkt neemt af.

Slide 9 - Tekstslide

Integratie
  • Het samenvoegen van cultuurgroepen door wederzijdse aanpassing. 
  • In Nederland wordt verwacht dat je de Nederlandse taal beheerst, kernwaarden van de dominante cultuur te respecteert en actief deelneemt aan de samenleving door werk of studie. 
  • Ook biedt de NL'se samenleving ruimte voor eigen gewoonten, tradities en denkbeelden.  

Slide 10 - Tekstslide

Open samenleving
  • Mensen hebben in een open samenleving veel vrijheid om eigen waarden en normen te leven. Dit zie je terug in de Grondwet:
  • Recht om eigen godsdienst of levensovertuiging te belijden.
  • Eigen gedachten of gevoelens openbaar maken.
  • Vrijheid van onderwijs
  • Discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke voorkeur, ras, geslacht of op welke grond dan ook is verboden.

Slide 11 - Tekstslide

Spanningen rond integratie
  • Nieuwkomers:  mensen die niet in Nederland geboren zijn, maar later in NL zijn komen wonen.  (kennismigranten - vluchtelingen)
  • Gevoel van verlies (vooral bij vluchtelingen) : alles wat vanzelfsprekend was is achtergelaten. 
  • Nederlanders met een migratieachtergrond: eerste generatie (tradities), tweede generatie (twee culturen) 
  • Radicalisering: wanneer gedachten en/of gedrag van een persoon of groep steeds extremer worden en ingaan tegen normen en waarden vd rechtsstaat en bereid tot geweld toeneemt.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht reclame
Bekijk 3 reclames voor een aflevering van de NPO start noteer daarbij;
- de doelgroep, welke waarden je herkent, kenmerken van de personen in de reclame (man/vrouw, leeftijd, (sub)cultuur, speciale kenmerken)
Trek hieruit een conclusie; worden er groepen over/onder vertegenwoordigd, wordt er veel gebruik gemaakt van stereotypering?
- inleveren via it's

Of kijken 'gastarbeiders hoe ging dat toen?'

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Wat is integratie?
A
mensen passen zich gedeeltelijk aan, aan de dominante cultuur
B
mensen vertrekken naar een ander land.
C
mensen passen zich helemaal niet aan en houden hun eigen cultuur in stand.
D
alles is onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 16 - Quizvraag

Integratie:

A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 17 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 18 - Quizvraag

I. Nieuwkomers die assimileren nemen de Nederlandse dominante cultuur maar een beetje over.
II. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen samen.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer iemand zijn cultuur verliest bij migratie naar een ander land noemen we dat...
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van:
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie

Slide 21 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Nieuwkomers die integreren nemen de Nederlandse dominante cultuur helemaal over.
2. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen samen.



A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen segregatie?
A
Katholieken en Protestanten in Noord-Ierland
B
Apartheid in Zuid-Afrika
C
Kastensysteem in India
D
Katholieken en Protestanten in Nederland

Slide 23 - Quizvraag

Is het een goed idee om mensen te dwingen om naar een bepaalde school te gaan om segregatie tegen te gaan?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

I. Nieuwkomers die assimileren nemen de Nederlandse
dominante cultuur maar een beetje over.
II. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen
samen.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Ze zijn beiden juist
D
Ze zijn beiden onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
I Zwarte scholen zijn een teken van segregatie.
II Integratie houdt in dat leden van subculturen tenminste de belangrijkste
waarden van de dominante cultuur onderschrijven.

A
I en II zijn juist.
B
I is juist, II is onjuist.
C
I is onjuist, II is juist.
D
I en II zijn onjuist.

Slide 26 - Quizvraag