5. Integratie gaat niet vanzelf

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?
A
Een groep mensen met tradities
B
Een groep mensen met normen en waarden
C
Alle normen, waarden en gewoonten van een groep samen
D
Alle normen en waarden bij elkaar

Slide 3 - Quizvraag

Cultuur = Een groep mensen met dezelfde normen, waarden en gewoonten
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse cultuur is de dominante cultuur in dit land.
A
Dat is niet waar.
B
Dat is waar.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Marokkaanse cultuur in Nederland is en ...................cultuur
A
Dominante cultuur
B
Sub cultuur
C
Tegen cultuur
D
Geen cultuur

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur die zich binnen een cultuur actief verzet tegen de normen en waarden van die cultuur.
A
tegencultuur
B
verzetscultuur
C
landscultuur
D
jongerencultuur

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de pluriforme samenleving..
1. bestaat een grote culturele diversiteit
2. Leven verschillende cultuurgroepen deels naast elkaar en deels met elkaar
A
1 is juist 2 is onjuist
B
ze zijn allebei juist
C
ze zijn allebei onjuist
D
1 is onjuist 2 is juist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste omschrijving? Een pluriforme samenleving is een samenleving met:
A
Veel etnische groepen.
B
Een grote culturele diversiteit.
C
Evenveel allochtonen als autochtonen.
D
veel verschillende culturen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij nurture?
A
Opvoeding
B
Voetbaltalent
C
Ritmegevoel
D
Agressiviteit

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je sociale identiteit?
A
Het beeld dat je van jezelf hebt
B
Je normen en waarden.
C
De identificatie met verschillende groepen
D
Je omgeving.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen...
- wat integratie, assimilatie en segregatie inhoudt
- je kunt een aantal voorbeelden van onrust rondom deze integratie noemen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Integratie 
Assimilatie
Segregatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assimilatie
  • Mensen geven hun eigen culturele identiteit op en passen zich compleet aan aan de dominante cultuur.

  • Niet zozeer aan de orde in NL, overheid vraagt niet om de eigen afkomst te negeren en vergeten. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Segregatie
  • Groepen leven gescheiden van elkaar. 

  • Wijken waar naar verhouding veel NL'ers met een migratieachtergrond wonen, winkelen en naar school gaan. 

  • Kan negatieve gevolgen hebben: kansen in het onderwijs en arbeidsmarkt neemt af.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Integratie
  • Het samenvoegen van cultuurgroepen door wederzijdse aanpassing. 
  • In Nederland wordt verwacht dat je de Nederlandse taal beheerst, kernwaarden van de dominante cultuur te respecteert en actief deelneemt aan de samenleving door werk of studie. 
  • Ook biedt de NL'se samenleving ruimte voor eigen gewoonten, tradities en denkbeelden.  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Open samenleving
  • Mensen hebben in een open samenleving veel vrijheid om eigen waarden en normen te leven. Dit zie je terug in de Grondwet:
  • Recht om eigen godsdienst of levensovertuiging te belijden.
  • Eigen gedachten of gevoelens openbaar maken.
  • Vrijheid van onderwijs
  • Discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke voorkeur, ras, geslacht of op welke grond dan ook is verboden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Spanningen rond integratie
  • Nieuwkomers:  mensen die niet in Nederland geboren zijn, maar later in NL zijn komen wonen.  (kennismigranten, vluchtelingen)
  • Gevoel van verlies: alles wat vanzelfsprekend was is achtergelaten. 
  • Nederlanders met een migratieachtergrond: eerste generatie (tradities), tweede generatie (twee culturen) 
  • Radicalisering: wanneer gedachten en/of gedrag van een persoon of groep steeds extremer worden en ingaan tegen normen en waarden vd rechtsstaat.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is integratie?
A
mensen passen zich gedeeltelijk aan, aan de dominante cultuur
B
mensen vertrekken naar een ander land.
C
mensen passen zich helemaal niet aan en houden hun eigen cultuur in stand.
D
alles is onjuist.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie:

A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie of segregatie
A
Integratie
B
Segregatie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I. Nieuwkomers die assimileren nemen de Nederlandse dominante cultuur maar een beetje over.
II. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen samen.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand zijn cultuur verliest bij migratie naar een ander land noemen we dat...
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een voorbeeld van:
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Nieuwkomers die integreren nemen de Nederlandse dominante cultuur helemaal over.
2. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen samen.



A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen segregatie?
A
Katholieken en Protestanten in Noord-Ierland
B
Apartheid in Zuid-Afrika
C
Kastensysteem in India
D
Katholieken en Protestanten in Nederland

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het een goed idee om mensen te dwingen om naar een bepaalde school te gaan om segregatie tegen te gaan?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is segregatie?
A
Volledig aanpassen
B
Gedeeltelijk aanpassen
C
Gescheiden leven
D
Een uitwisseling van culturen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I. Nieuwkomers die assimileren nemen de Nederlandse
dominante cultuur maar een beetje over.
II. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen
samen.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Ze zijn beiden juist
D
Ze zijn beiden onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
I Zwarte scholen zijn een teken van segregatie.
II Integratie houdt in dat leden van subculturen tenminste de belangrijkste
waarden van de dominante cultuur onderschrijven.

A
I en II zijn juist.
B
I is juist, II is onjuist.
C
I is onjuist, II is juist.
D
I en II zijn onjuist.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies