B5 Het netvlies

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met de pupilreflex wordt geregeld hoeveel licht er binnen in je oog op je netvlies valt. Je pupillen kunnen zichzelf vergroten en verkleinen.
overdag
's nachts
Nu kan er meer licht binnen komen
Nu kan er minder licht binnen komen

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het boller of platter maken van de lens noemen we accomoderen. Als de lens plat is, dan.....
A
zien we van dichtbij scherp
B
zien we van veraf scherp
C
Dan is er veel lichtinval
D
Dan is er weinig lichtinval

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In het lichaam liggen drie typen zenuwcellen. Bij één van deze drie typen zenuwcellen horen de volgende kenmerken:
– deze zenuwcellen geleiden de impulsen van de ene zenuwcel naar de
ander. 
– uitlopers van deze cellen zijn verbonden met andere zenuwcellen.
Bij welk type zenuwcellen horen de kenmerken?
A
bij bewegingszenuwcellen
B
bij gevoelszenuwcellen
C
bij schakelzenuwcellen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding is de bouw van een oog weergegeven.
Welke letter geeft het hoornvlies aan? En welke letter geeft de ooglens aan?
A
Hoornvlies = P, Lens = Q
B
Hoornvlies = S, Lens = Q
C
Hoornvlies = T, Lens = P
D
Hoornvlies = S, Lens = P

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigcellen zetten prikkels om in .....
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

accomoderen
A
het ontspannen van de oogspieren
B
het naar boven en naar beneden draaien van het oog
C
het aanpassen van de sterkte van de lens

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk zintuig van de huid ligt dieper in de huid?
A
Pijnpunten
B
Drukzintuigen
C
Koudezintuigen
D
Tastzintuigen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het oog:

Zie de afbeelding van het oog. Wat is de naam van nummer 1?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er in je netvlies?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oogzenuw
Vaatvlies
glasachtig lichaam
Netvlies

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de lens wordt het beeld op het netvlies ..... en .....
A
groter en kleiner
B
omgekeerd en groter
C
scherper en omgekeerd
D
omgekeerd en kleiner

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Harrie loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel heeft de laagste drempelwaarde: Staafjes of Kegeltjes
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het licht valt op het netvlies volgens de richting van de pijl.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

uitloper zenuwcel
staafje
kegeltje
zenuwcel
blinde vlek
oogzenuw
gele vlek

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Dus licht komt binnen. De staafjes en kegeltjes nemen dat waar en zetten het om in impulsen. Deze reizen vervolgens richting de hersenen.

Om beter te zien heeft ons oog een special gebied op het netvlies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdrachten 1 t/m 3 + 5 t/m 8
Kijk je werk na met de nakijkboekjes.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies