Doel deze les: Herhalen Lezen H1,2,3
Je weet dat een tekst is verdeeld in een inleiding, kern, slot.
Je weet hoe je het onderwerp van een tekst vindt.
Je weet wat deelonderwerpen zijn.
Je weet wat de kernzin is en waar je die kan vinden in de alinea.
Je weet wat hoofdzaken en bijzaken zijn.
Je weet de verbanden
opsomming, tegenstelling en voorbeeld en kunt
signaalwoorden daarvan opnoemen.