Module Parler

Parler
Ex 1 t/m 6
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Parler
Ex 1 t/m 6

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Afmaken
Leren woordjes Leçon 1 et 2 lire. 

Slide 2 - Tekstslide

We maken leçon 1 af
Daarna vertel je kort over je weekend en maak je gebruik van de geleerde uitspraakregels. 

Slide 3 - Tekstslide

leçon 2 parler
Ex1 A -> kies er 2
B-> kies er 2
C-> kies er 2

Slide 4 - Tekstslide

Maak een duo
Vertel elkaar je monoloog.
Bedenk samen 3 vragen die je aan elkaar kan stellen.
Stel deze vragen aan elkaar. 

Slide 5 - Tekstslide

Ronde 2
Kies een nieuwe gesprekspartner.
Vertel elkaar je monoloog.
Stel elkaar vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat ging er goed?

Slide 7 - Open vraag

Wat kon beter?

Slide 8 - Open vraag

Bespreking leçon 3 lire

Slide 9 - Tekstslide

de trappen van vergelijking

Slide 10 - Tekstslide

om dingen/mensen met elkaar te vergelijken 
gebruik je de trappen van vergelijking





Nummer 1 is groot, nummer 2 is groter, nummer 3 is het grootst

Slide 11 - Tekstslide

Paul heeft geld. Jean heeft meer geld. Luc heeft het meeste geld

Slide 12 - Tekstslide

Hoe doe je dat in het Frans?
dat zie je in de volgende dia's....

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

le comparatif = de vergrotende trap


= even ....... als
je gebruikt plus/moins + bijvoeglijk naamwoord
= groter dan
of
minder groot dan
je gebruikt aussi  + bijvoegijk naamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

le superlatif = de overtreffende trap
je gebruikt le/la/les plus + bijvoeglijk naamwoord
= het grootst


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

natuurlijk zijn er een paar uitzonderingen 
bon (ne) (s) (nes)      meilleur (e) (s) (es)     le, la, les meilleur (e) (s) (es)
bien                                mieux                              le mieux
(dit is het bijwoord, daar is geen vrouwelijk of meervoud van)

Slide 20 - Tekstslide

Jean est né en 2005. Paul est né en 2006. Paul est donc....
A
plus âgé
B
moins âgé
C
aussi âgé

Slide 21 - Quizvraag

Marianne mesure 1m67. Monique mesure 1m80. Monique est donc......
A
plus grande
B
aussi grande
C
moins grande

Slide 22 - Quizvraag

Astérix est ................... qu'Obélix
A
plus grand
B
plus petit
C
aussi grand

Slide 23 - Quizvraag

La prononciation de Jean est (bon, +)que la prononciation de Paul

Slide 24 - Open vraag

C'est (beau ++) livre.

Slide 25 - Open vraag

Obélix est (intelligent -) qu'Astérix.

Slide 26 - Open vraag

Marianne est (= gentil) que sa soeur.

Slide 27 - Open vraag

les devoirs
Faites: ex 5 page 114
Leren: leçon 2 écrire. 

Slide 28 - Tekstslide

Inschrijven ondersteuning. 

Slide 29 - Tekstslide

Praatplaat
  • Ga tegenover elkaar zitten.
  • Een van jullie beschrijft wat er te zien is op de plaat.
  • De ander maakt aantekeningen/tekeningen
  • Bespreek na 2 minuten of het klopt. 

Slide 30 - Tekstslide

Corrigez lire leçon 6
- Maak een presentatie over je toekomst plan.
- Maak hiervoor een ppt slide met foto's
- Tekst moet 3 minuten zijn. 
timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Presentaties
Iedereen doet zijn presentatie voor de klas en krijgt een feedback van de klasgenoten. 

Slide 32 - Tekstslide

Les devoirs
Leçon 7 lire, ex 1 en 2. 

Puis ex 3. 

Slide 33 - Tekstslide

Votre texte
- Heb je de feedback verbeterd?
- Je krijg nog een keer feedback van mij, maandag krijg je een correctie.

Slide 34 - Tekstslide

Mondeling
Denk aan je vijf onderwerpen! Stuur ze in en français. 

Slide 35 - Tekstslide

Raconte une histoire. qu'est-ce qu'ils pensent ces chats?
Qu'est-ce qu'ils pensent ces chats ?
Raconte une histoire. 
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Hoe lang was je bezig met lezen?
Lees de tekst nogmaals in je groepje, hardop!
Let op elkaars uitspraak.

Slide 38 - Tekstslide