6.1 Een rijk land

6.1 Een rijk land
H6: Nederland na 1945
Tijdvak 10: Tijd van televisie en computers.

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.1 Een rijk land
H6: Nederland na 1945
Tijdvak 10: Tijd van televisie en computers.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de economie van Nederland zich na 1945 ontwikkelde.
  • Je kunt uitleggen hoe Nederland in de jaren 1950 een verzorgingsstaat werd.
  • Je kunt uitleggen waarom de verzuiling vanaf 1960 minder werd en welke invloed dit had op de politiek.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland tijdens de oorlog
Huizen, wegen, bruggen en fabrieken verwoest. De handel en industrie waren tot stilstand gekomen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederopbouw
Dag na het bombardement begint Rotterdam met puin ruimen

Wat zie je vandaag er nog van?
* Rotterdam heeft ander stadsgezicht dan andere NL steden
* Brandgrens is aangegeven met lampjes in de grond
* Beeld 'De verwoeste stad' 



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kubuswoningen, Rotterdam 1982
De Tuitgevel, Amsterdam 1620

Slide 7 - Tekstslide

Instap:
ik laat de leerlingen nadenken over het verschil in architectuur in de steden. 
Door eerst na te gaan wat de leerling ziet op plaatje 1 en op plaatje 2. daarna ga ik bij de leerlingen na waarom daar een verschil in zit. Samen met de docent werken ze naar het antwoord dat Rotterdam ten tijden van de Tweede Wereldoorlog is gebombardeerd en compleet opnieuw gebouwd moet worden. Amsterdam behoud haar oude pakhuizen nog en Rotterdam heeft vooral nieuwe woningen. De leraar legt uit dat het te maken had met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Hij werkt zo naar de hoofdvraag en lesdoelen en vervolgd dan verder zijn les.
Oorzaken snel herstel economie in Nederland

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Samenwerking regering, werkgevers en vakbonden.
Lage lonen
Productie minder duur > goedkopere producten
Meer verkoop naar buitenland

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Marshallhulp 
Economische steun die West-Europese landen kregen van de VS. 

grondstoffen / goederen / geld / levensmiddelen

Slide 10 - Tekstslide

European Recovery Program
Zet de gebeurtenissen in juiste volgorde (vr 2)
De lonen stijgen in Nederland.
De economische crisis die in de VS begon, raakte ook Nederland
Nazi-Duitsland geeft zich over, de oorlog is voorbij. 
Nederland begint met de wederopbouw
Nederland ontvang Marshallhulp van de VS. 

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Door de economische groei steeg ook de welvaart

1960: de lonen stijgen.
  • Mensen kunnen luxeproducten kopen

Nederland wordt een consumptiemaatschappij

Gevolgen:
  • Een aangenamer leven (centrale verwarming, badkamer)
  • Twee vrije dagen (zaterdag en zondag)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
A
De economie groeit hard
In de jaren 1970 en 1980 verandert de economie sterk:
  • Er ontstaat een economische crisis. Oorzaak: de hoge lonen.
    → bedrijven gingen robots gebruiken of fabrieken naar lagelonenlanden verplaatsen
    De werkloosheid stijgt hard in de jaren 80
    → In de jaren 90 stijgt de economie weer

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
A
De economie groeit hard
In de jaren 1970 en 1980 verandert de economie sterk:
  • Er ontstaat een economische crisis. Oorzaak: de hoge lonen.
    → bedrijven gingen robots gebruiken of fabrieken naar lagelonenlanden verplaatsen
    De werkloosheid stijgt hard in de jaren 80
    → In de jaren 90 stijgt de economie weer
  • Er wordt minder verdient in de industrie en de landbouw.
    Er ontstaat een nieuwe tak in de economie: de dienstensector
    → banken
    → overheid
    → winkeliers
    → horeca

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
A
De economie groeit hard
Niet iedereen is rijk.

7% van alle kinderen in Nederland leeft in armoede.

Dat zijn 350.000 kinderen!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
B
De verzorgingsstaat
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Nederland in de jaren 1950 een verzorgingsstaat werd
Voor 1950:

Was je werkloos? Kon je niet werken door een handicap. Kon je niet werken omdat je oud was?

Dan moest je geholpen worden door je familie en door de kerk. 
Begrippen:
verzorgingsstaat

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
B
De verzorgingsstaat
Vanaf de jaren 50 kregen we de verzorgingsstaat:
met wetten helpt de overheid mensen met weinig inkomen.

  • AOW (algemene ouderdomswet)
  • WAO (wet arbeidsongeschiktheid)
  • Kinderbijslagwet
  • Algemene bijstandswet
  • Zorgverzekering voor iedereen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
B
De verzorgingsstaat
Hoe werd dit allemaal betaald:

  • Door de groei van de economie stegen de belastinginkomsten
  • We verkochten Gronings gas, wat veel geld opleverde

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
B
De verzorgingsstaat
Crisis in de jaren 80:

De verzorgingsstaat is te duur:
  • uitkeringen werden verlaagd
  • strengere regels om uitkering te krijgen
  • bij ziekte minder lang uitkering


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
C
De verzuiling verdwijnt
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat verzuiling is en waarom de verzuiling vanaf 1960 minder werd
Tot 1960 hoorde je in Nederland bij een groep:
  • socialisten
  • liberalen
  • katholieken
  • protestanten
Begrippen:
verzuiling
ontkerkelijking

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
C
De verzuiling verdwijnt
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat verzuiling is en waarom de verzuiling vanaf 1960 minder werd
Tot 1960 hoorde je in Nederland bij een groep:
  • socialisten
  • liberalen
  • katholieken
  • protestanten

Een zuil had eigen:
  • scholen
  • jeugdverenigingen
  • omroepen
  • politieke partijen
  • etc...
Begrippen:
verzuiling
ontkerkelijking

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
C
De verzuiling verdwijnt
De zuilen waren verschillend, maar ook grotendeels hetzelfde:
  • iedereen lette goed op elkaar
  • bijna alle volwassenen waren getrouwd
  • vrouwen zorgden voor de kinderen
  • mensen werkten hard en leefden zuinig
  • weinig tijd en geld voor ontspanning
  • je volgde de regels van je ouders, de kerk of de leiders van de zuil

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
C
De verzuiling verdwijnt
Vanaf de jaren 1960 werden zuilen minder belangrijk:
  • Er was meer welvaart (rijkdom) in Nederland
  • We hadden de verzorgingsstaat
Gevolg: mensen waren minder afhankelijk van steun van de kerk of de zuil.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
C
De verzuiling verdwijnt
Vanaf de jaren 1960 werden zuilen minder belangrijk:
  • Er was meer welvaart (rijkdom) in Nederland
  • We hadden de verzorgingsstaat
Gevolg: mensen waren minder afhankelijk van steun van de kerk of de zuil.

Jongeren maakten zich als eerste los van de zuil:
  • er was meer geld dus jongeren gingen langer naar school dan hun ouders.
    Ze hadden daardoor meer kennis en zelfvertrouwen. 
    Ze durfden kritisch te zijn richting kerk en politici

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
C
De verzuiling verdwijnt
Vanaf de jaren 1960 werden zuilen minder belangrijk:
  • Er was meer welvaart (rijkdom) in Nederland
  • We hadden de verzorgingsstaat
Gevolg: mensen waren minder afhankelijk van steun van de kerk of de zuil.

Jongeren maakten zich als eerste los van de zuil:
  • er was meer geld dus jongeren gingen langer naar school dan hun ouders.
    Ze hadden daardoor meer kennis en zelfvertrouwen. 
    Ze durfden kritisch te zijn richting kerk en politici
  • veel jongeren gingen niet meer naar de kerk: de kerk vonden ze ouderwets!
    Deze ontkerkelijking nam steeds meer toe:
    - 1960: 80% van de jongeren gaat naar de kerk
    - 2020: 20% van de jongeren gaat naar de kerk

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1
Een rijk land
C
De verzuiling verdwijnt
Vanaf de jaren 1960 werden zuilen minder belangrijk:
  • Er was meer welvaart (rijkdom) in Nederland
  • We hadden de verzorgingsstaat
Gevolg: mensen waren minder afhankelijk van steun van de kerk of de zuil.

Jongeren maakten zich als eerste los van de zuil:
  • er was meer geld dus jongeren gingen langer naar school dan hun ouders.
    Ze hadden daardoor meer kennis en zelfvertrouwen. 
    Ze durfden kritisch te zijn richting kerk en politici
  • veel jongeren gingen niet meer naar de kerk: de kerk vonden ze ouderwets!
    Deze ontkerkelijking nam steeds meer toe:
    - 1960: 80% van de jongeren gaat naar de kerk
    - 2020: 20% van de jongeren gaat naar de kerk

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat
  • Burgers die niet voor zichzelf kunnen zorgen krijgen van de overheid inkomsten en gezondheidszorg. 
  • Ook voor mensen die niet kunnen werken (bijv. ouderen)
Willem Drees 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Verzorgingsstaat in opbouw

  • Werkloosheidswet (WW, 1949)
  • Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO, 1967)
  • Algemene Ouderdomswet (AOW, 1957)
  • Algemene Bijstandswet (ABW, 1965)



    Bejaarden vieren de invoering van de AOW. Applaus voor minister Drees. (Foto uit: 1956)

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Welke zin over de verzorgingsstaat is juist.
    A
    Bejaarden krijgen een uitkering
    B
    Gehandicapten moeten zelf zorgen voor voldoende inkomen.
    C
    Gezonde jongeren hoeven niet te werken.
    D
    Mensen die werkeloos worden, moeten hulp vragen bij familie.

    Slide 32 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Dagelijks leven in de jaren 50. 

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Verzuiling
    • In de jaren 50 was de Nederlandse samenleving verdeeld in zuilen = groepen.
    • Dit noem je verzuiling.
    • Alleen contact met mensen uit eigen zuil

    Slide 34 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 35 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 36 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 38 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Traditioneel rollenpatroon
    Man werkt. Vrouw zorgt voor
    huishouden en kinderen

    Slide 39 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Jaren 50
    • Hard werken, zuinig leven, weinig vrije tijd.
    •  Er waren strenge regels.
    • Gehoorzamen aan ouders, docenten
    • Een vast rollenpatroon. 
    • babyboom 

    Slide 40 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 41 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Welke zin past bij het begrip 'verzuiling' ?
    A
    Alle arbeiders waren lid van dezelfde vakbond.
    B
    De meeste protestanten lazen een katholieke krant.
    C
    Katholieke fabriekseigenaren en katholieke arbeiders behoorden tot dezelfde zuil.
    D
    Vrouwen hoorde tot de ene zuil, mannen tot de andere.

    Slide 42 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies







    Watersnoodramp, 1953

    Slide 43 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 44 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 45 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Deltawerken






    Een verdedigingssysteem tegen het water.

    Slide 46 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 47 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 48 - Video

    Deze slide heeft geen instructies