Toets Het Oude Egypte

Toets Het Oude Egypte
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toets Het Oude Egypte

Slide 1 - Tekstslide

Wie was de laatste Farao
A
Toetanchamon
B
Cleopatra
C
Cheops
D
Ramses II

Slide 2 - Quizvraag

Bij welk begrip past deze afbeelding
A
landbouwoverschot
B
welvaart
C
landbouwstedelijke samenleving
D
irrigatielandbouw

Slide 3 - Quizvraag

De Nijl was belangrijk voor de Egyptenaren.
Wat is niet waar.
A
De Nijl zorgde voor vruchtbare slib.
B
De Nijl zorgde voor drinkwater.
C
De Nijl zorgde voor water voor de landbouw
D
De Nijl een grens tussen West en Oost Egypte.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe stroomt de Nijl
A
Van noord naar zuid
B
Van zuid naar noord
C
Van oost naar west
D
Van west naar oost

Slide 5 - Quizvraag

Wie woonde er bij de rivier de Nijl?
A
Alleen de Farao
B
Bijna alle Egyptenaren
C
Alleen de vissers uit Egypte
D
Alleen mensen die kunnen schrijven

Slide 6 - Quizvraag

Welke Farao maakte van Egypte 1 staat door het andere deel te veroveren?
A
Toetanchamon
B
Narmer
C
Cleopatra
D
Cheops

Slide 7 - Quizvraag




Wat zie je op de bron?
A
De Rijn
B
De Nijldelta
C
De Rode Zee
D
De Tigris

Slide 8 - Quizvraag

De Farao werd vaak gezien als een
A
God
B
Koning
C
Mummie
D
Heilige

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet de kist waar de mummie van de Farao in ligt?
A
Sacrofaag
B
Huppeldepup faag ofzo
C
Lijkenkist
D
Mummie huis

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin klopt?
A
Beneden Egypte werd verslagen door Boven Egypte
B
Boven Egypte werd verslagen door Beneden Egypte

Slide 11 - Quizvraag

Beneden-Egypte
Boven-Egypte
Boven en beneden-Egypte

Slide 12 - Sleepvraag

De juiste volgorde van de gelaagde samenleving is.
A
farao- opzichters- hoge ambtenaren- lage ambtenaren - slaven - boeren
B
farao- hoge priesters- soldaten- lage ambtenaren-ambtenaren- hoge ambtenaren- boeren - slaven
C
farao-hoge ambtenaren-soldaten- lage ambtenaren - boeren - slaven
D
farao- hoge ambtenaren- lage ambtenaren-soldaten - boeren - slaven

Slide 13 - Quizvraag

Wat is Anubis hier aan het wegen?
A
Graan
B
Pannekoekemeel
C
Water
D
Een hart

Slide 14 - Quizvraag

waarom werd er een mummie van een farao gemaakt
A
dan konden ze hem ten toon stellen
B
hij had zijn lichaam nodig in het dodenrijk
C
Hij was niet echt dood
D
anders ging hij stinken

Slide 15 - Quizvraag

Wat hoorde NIET bij het maken van een mummie?
A
hersens er uit halen
B
lichaam in zout leggen
C
organen in potten stoppen
D
lichaam beschilderen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe was de Nijl ontstaan?
A
Door het bloed van Osiris
B
Door het zweet van Sobek
C
Door de tranen van Isis
D
Door het bier van Bastet

Slide 17 - Quizvraag


In het plaatje hiernaast zie je de Egyptische god Anubis. Anubis is de god van...
A
De zon
B
De dode zielen
C
Het water
D
De liefde

Slide 18 - Quizvraag

Door wie werden Egyptische hiërogliefen geschreven?
A
Ambtenaren
B
De koning
C
Slaven
D
De pharoah

Slide 19 - Quizvraag

Zet de personen op de juiste plek
Ontstaan gelaagde samenleving in Egypte.

Slide 20 - Sleepvraag

Anubis droeg een...
A
Jakhalzenhoofd
B
Veer
C
Valkenhoofd
D
Lange sik

Slide 21 - Quizvraag

met wat is een mummie ingepakt?
A
verband
B
gips
C
linnen
D
wc papier

Slide 22 - Quizvraag

Osiris was de god van...
A
De lucht
B
De waarheid
C
Het dodenrijk
D
De zon

Slide 23 - Quizvraag

Bestudeer de bron.

Uit de bron blijkt dat:

A
boeren voor de farao werkten.
B
de farao oppermachtig was.
C
de farao veel ambtenaren in dienst had.
D
geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 24 - Quizvraag

Een piramide was:

A
Een tempel voor een god.
B
Het paleis van de farao.
C
Het graf van de farao.
D
Een kunstwerk.

Slide 25 - Quizvraag

Egypte was een polytheïstische samenleving. Wat betekent polytheïstisch?
A
Dat mensen in meerdere goden geloofden
B
Dat mensen verschillende theesoorten dronken
C
Dat mensen veel samen moesten werken
D
Dat slavernij heel gebruikelijk was

Slide 26 - Quizvraag

Zet op chronologische volgorde van eerste naar laatste.
Egypte wordt één land
Uitvinding landbouw in Egypte
Uitvinding irrigatielandbouw
Eerste markten
Eerste steden

Slide 27 - Sleepvraag

Sleep de plaatsen naar hun plek op de landkaart.
Nijl
Boven Egypte
woestijn
Delta
Beneden Egypte

Slide 28 - Sleepvraag

De Nijl was belangrijk voor de Egyptenaren.
Wat is wel waar.
A
De Nijl zorgde voor teveel overstromingen
B
De Nijl was een belangrijke verbindingsweg.
C
De Nijl zorgde soms voor een overstromingen
D
Door de Nijl kwamen er vijanden in Egypte (slag bij Kadesj).

Slide 29 - Quizvraag

Voor welke bevolkingsgroep was de uitvinding van het schrift belangrijk?
A
De slaven
B
De soldaten
C
De farao
D
De bedienden

Slide 30 - Quizvraag

Waardoor moesten de Egyptische boeren samenwerken?



A
Door bedreigingen van vijandelijke legers.
B
Door de overstromingen van de Nijl.
C
Door de hoge opbrengst van de landbouw.
D
Door de zwaarte van de arbeid op het land.

Slide 31 - Quizvraag

Welke omschrijving hoort bij een ambtenaar?
A
Iemand die producten maakt met zijn handen en gereedschap.
B
iemand in dienst van een bestuur.
C
Iemand die moet gehoorzamen aan een regering.
D
Iemand die zijn brood verdient met het kopen en verkopen van goederen.

Slide 32 - Quizvraag

Gebruik de bron. In de bron zijn 6 woorden weggelaten. Waar moeten de woorden staan?

“Het Dodenboek is een verzameling magische teksten en begrafenisliederen die op … (1) zijn geschreven en die naast … (2) worden gelegd. De bedoeling van het Dodenboek is ervoor te zorgen dat de overledene in het … (3) overleeft. Daarom zijn er veel lofzangen op de goden van het oude Egypte, in het bijzonder … (4). Zij regeren immers over het immens grote en gevaarlijke rijk van de duisternis. De … (5) teksten kunnen de wereld van de doden tot leven wekken, de overledene op zijn lange eeuwigdurende reis naar het hiernamaals beschermen. Het is een soort … (6).”

A
(1) De mummie, (2) papyrus, (3) wegwijzer, (4) Ra en Osiris, (5) magische, (6) Hiernamaals.
B
(1) Papyrus, (2) de mummie, (3) hiernamaals, (4) Ra en Osiris, (5) magische, (6) wegwijzer.
C
(1) Papyrus, (2) Ra en Osiris, (3) de mummie, (4) magische, (5) wegwijzer, (6) Hiernamaals.
D
(1) De mummie, (2) Ra en Osiris, (3) magische, (4) Ra en Osiris, (5) wegwijzer, (6) papyrus

Slide 33 - Quizvraag

Uitspraak 1: Horus was de 'god van de lucht' en Osiris is de 'god van het dodenrijk'. Deze goden zijn gebaseerd op de wetenschap / een mythe.

Uitspraak 2: Het graf van Toetanchamon is in 1922 gevonden, dat is de 19e eeuw / 20e eeuw
A
1. de wetenschap, 2. 19e eeuw
B
1. de wetenschap, 2. 20e eeuw
C
1. een mythe, 2. 19e eeuw
D
1. een mythe, 2. 20e eeuw

Slide 34 - Quizvraag

Waarom was de vondst van het graf van Toetanchamon zo belangrijk?
A
Het graf lag verstopt in het Dal der Koningen .
B
Het graf was niet leeggeroofd. En dus konden we er veel informatie vandaan halen.
C
Het graf was niet leeggeroofd. En dus konden we de spullen voor veel geld verkopen.
D
Dan wisten ze waar hij begraven lag

Slide 35 - Quizvraag

Wat zien we tegenwoordig nog terug van de veroveringen van Alexander de Grote?
A
Helemaal niks
B
Voetbaltactiek
C
Namen van steden
D
Onze koning is naar hem vernoemd

Slide 36 - Quizvraag

De beroemdste vrouw uit Afrika, was waarschijnlijke de Egyptische koniging
A
Mahalla
B
Cleopatra
C
Nefertiti
D
Daliha

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
1. Rond de Nijl leven Jagers en verzamelaars
2. er ontstaan steden zoals Memphis en Thebe
3. Egypte wordt 1 rijk
4 Alexander de grote verovert Egypte
5. In het nijldal gaan de bewoners over op de landbouw

A
1-2-3-4-5
B
5-4-3-2-1
C
1-5-2-3-4
D
5-1-2-3-4

Slide 38 - Quizvraag

Welke bron zien we hier?

Slide 39 - Open vraag

Welke beroep zien we hier?

Slide 40 - Open vraag

Van welke farao is dit dodenmasker?

Slide 41 - Open vraag