Toets Het Oude Egypte

Toets Het Oude Egypte
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toets Het Oude Egypte

Slide 1 - Tekstslide

Personen
Dit was de laatste farao van Egypte.

Slide 2 - Open vraag

Personen
Deze man ontdekte het graf van Toetanchamon

Slide 3 - Open vraag

Begrippen. Schrijf het juiste begrip op.
Alle ambtenaren van een staat samen.

Slide 4 - Open vraag

Begrippen. Schrijf het juiste begrip op.
De beheersing van het water met dijken en sloten.

Slide 5 - Open vraag

Jaartallen.
Wat gebeurde er vanaf 5000 voor Chr.?
A
De eerste farao kwam
B
Prehistorie in Egypte
C
Ontstaan eerst landbouw
D
Eerste handel langs de Nijl

Slide 6 - Quizvraag

Jaartallen
Wat gebeurde er in 30 voor Chr. tot 500 na Chr?
A
Egypte was een staat
B
Egypte was verdeeld in Boven en Onder Egypte
C
Egypte was een deel van het Romeinse Rijk
D
Egypte werd geregeerd door farao's

Slide 7 - Quizvraag

Van welke farao is dit dodenmasker?

Slide 8 - Open vraag

De Nijl was belangrijk voor de Egyptenaren.
Wat is niet waar.
A
De Nijl zorgde voor vruchtbare slib.
B
De Nijl zorgde voor drinkwater.
C
De Nijl zorgde voor water voor de landbouw
D
De Nijl een grens tussen West en Oost Egypte.

Slide 9 - Quizvraag

De Nijl was belangrijk voor de Egyptenaren.
Wat is wel waar.
A
De Nijl zorgde voor teveel overstromingen
B
De Nijl was een belangrijke verbindingsweg.
C
De Nijl zorgde soms voor een overstromingen
D
Door de Nijl kwamen er vijanden in Egypte (slag bij Kadesj).

Slide 10 - Quizvraag

Voor welke bevolkingsgroep was de uitvinding van het schrift belangrijk?
A
De slaven
B
De soldaten
C
De farao
D
De bedienden

Slide 11 - Quizvraag

De Nijl komt in de Middellandse Zee uit via veel zijvertakkingen. Dat heeft de vorm van een driehoek. Hoe wordt die ‘driehoek van rivieren’ ook wel genoemd?

Slide 12 - Open vraag

Lees de bron en de vier onderzoeksvragen.
Voor welke vragen is de bron bruikbaar?

1 In welke tijd van het jaar overstroomde de Nijl?
2 Waardoor overstroomde de Nijl elk jaar?
3 Waarom was een groot deel van het oude Egypte onbewoond?
4 Waar waren de steden in het oude Egypte?

A
3 en 4
B
2, 3 en 4
C
2 en 3
D
1 en 4

Slide 13 - Quizvraag

Bestudeer de bron.

Uit de bron blijkt dat:

A
boeren voor de farao werkten.
B
de farao oppermachtig was.
C
de farao veel ambtenaren in dienst had.
D
geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een landbouwsamenleving?
A
Een samenleving waarin de meeste mensen boer zijn.
B
Een samenleving zonder jagers-verzamelaars.
C
Een samenleving uit de Prehistorie.
D
Een samenleving met alleen landbouw.

Slide 15 - Quizvraag


Welk van onderstaande beroepen is géén ambacht?
Verstedelijking in de middeleeuwen - Mr. T's History (± 6 min)
A
bakker
B
handelaar
C
smid
D
timmerman

Slide 16 - Quizvraag

Bij welk begrip past deze afbeelding
A
landbouwoverschot
B
welvaart
C
landbouwstedelijke samenleving
D
irrigatielandbouw

Slide 17 - Quizvraag

Leg uit waardoor er in het Oude Egypte verschillende beroepen ontstonden.

Slide 18 - Open vraag

Waardoor moesten de Egyptische boeren samenwerken?



A
Door bedreigingen van vijandelijke legers.
B
Door de overstromingen van de Nijl.
C
Door de hoge opbrengst van de landbouw.
D
Door de zwaarte van de arbeid op het land.

Slide 19 - Quizvraag

Welke omschrijving hoort bij een ambtenaar?
A
Iemand die producten maakt met zijn handen en gereedschap.
B
iemand in dienst van een bestuur.
C
Iemand die moet gehoorzamen aan een regering.
D
Iemand die zijn brood verdient met het kopen en verkopen van goederen.

Slide 20 - Quizvraag

Gebruik de bron. In de bron zijn 6 woorden weggelaten. Waar moeten de woorden staan?

“Het Dodenboek is een verzameling magische teksten en begrafenisliederen die op … (1) zijn geschreven en die naast … (2) worden gelegd. De bedoeling van het Dodenboek is ervoor te zorgen dat de overledene in het … (3) overleeft. Daarom zijn er veel lofzangen op de goden van het oude Egypte, in het bijzonder … (4). Zij regeren immers over het immens grote en gevaarlijke rijk van de duisternis. De … (5) teksten kunnen de wereld van de doden tot leven wekken, de overledene op zijn lange eeuwigdurende reis naar het hiernamaals beschermen. Het is een soort … (6).”

A
(1) De mummie, (2) papyrus, (3) wegwijzer, (4) Ra en Osiris, (5) magische, (6) Hiernamaals.
B
(1) Papyrus, (2) de mummie, (3) hiernamaals, (4) Ra en Osiris, (5) magische, (6) wegwijzer.
C
(1) Papyrus, (2) Ra en Osiris, (3) de mummie, (4) magische, (5) wegwijzer, (6) Hiernamaals.
D
(1) De mummie, (2) Ra en Osiris, (3) magische, (4) Ra en Osiris, (5) wegwijzer, (6) papyrus

Slide 21 - Quizvraag

Gebruik de bron. Welke vraag is met deze bron te beantwoorden?

“Na de dood verscheen de dode voor Osiris, de god van de onderwereld, om te vragen of Osiris hem wilde toelaten tot het dodenrijk. Om Osiris over te halen, sprak de dode de volgende woorden: “Ik ben niet slecht geweest voor anderen. Ik heb mijn ouders niet gedood. Ik heb niet gelogen. Ik heb niemand verraden. Ik heb goed geofferd aan de goden. Ik heb geen voedsel van de doden gestolen. Ik heb het water op de akkers niet tegengehouden.”
A
Hoe gingen Egyptenaren met hun familie om?
B
Op welke manier werden de doden begraven in Egypte?
C
Welke godsdienstige gewoonten hadden de Egyptenaren?
D
Welke goede daden deden Egyptenaren tijdens hun leven?

Slide 22 - Quizvraag

Welk antwoord is juist? Bij sociale verschillen gaat het om de verschillen in ..... tussen mensen
A
macht en aanzien
B
aanzien en godsdienst
C
macht en bezit
D
aanzien en veel handel

Slide 23 - Quizvraag

Een voordeel van het leven in een staat was?
A
Je moet belasting betalen
B
Je moet het leger in
C
Je moet helpen bij openbare werken
D
Je wordt beschermd tegen vijanden

Slide 24 - Quizvraag

Welke bron zien we hier?

Slide 25 - Open vraag

Welke beroep zien we hier?

Slide 26 - Open vraag

De juiste volgorde van de gelaagde samenleving is.
A
farao- vizier- hoge ambtenaren- lage ambtenaren- ambachtslieden - slaven - boeren
B
farao- vizier- lage ambtenaren- opzichters - ambachtslieden - boeren - slaven
C
farao- hoge ambtenaren- lage ambtenaren - opzichters - ambachtslieden - boeren - slaven
D
farao- vizier- hoge ambtenaren- lage ambtenaren - ambachtslieden - boeren - slaven

Slide 27 - Quizvraag