Opdracht 2 blz. 58 nakijken
1. Honderd keer = hyperbool
2. Hij kwam, hij zag, hij overwon = drieslag
3. Een volslank figuur = eufemisme
4. Geen leren laarzen, geen boots, geen sneakers, maar pantoffels = omgekeerde climax
5. te weinig om te leven, maar teveel om te sterven-tegenstelling
6. We moeten er nog wel wat aan doen - understatement
7. Goed, beter, uitmuntend = climax
8. Een zee van = hyperbool