1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur

1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van H1.1
1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?




Slide 2 - Tekstslide

Terugblik naar onderbouw
Bij het boek Klimaatvraagstukken gaan H1.1 en H1.2 over de atmosfeer. Maar wat is de atmosfeer ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik naar onderbouw
Dampkring / Atmosfeer
De luchtlaag om de aarde heen.

Slide 4 - Tekstslide

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?
Dit boek gaat over veranderingen van het klimaat in het verleden, en over het weer en het klimaat in het heden en in de (nabije) toekomst.
 
Daarbij kijk je naar de aarde als een systeem. Het zijn vier met elkaar samenhangende onderdelen 

Slide 5 - Tekstslide

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?

Slide 6 - Tekstslide

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?
De vier sferen beïnvloeden elkaar

Slide 7 - Tekstslide

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Opbouw 
atmosfeer
Samenstelling atmosfeer
Atmosfeer = Het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst omringen. Heet ook dampkring.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Troposfeer (onderste ±10-12 km atmosfeer) bevat 80% van de gassen van de atmosfeer.

In de troposfeer is er een temperatuurafname van ??? graden Celsius per 100 meter stijging.


Slide 10 - Tekstslide

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Troposfeer (onderste ±10-12 km atmosfeer) bevat 80% van de gassen van de atmosfeer.

In de troposfeer is er een temperatuurafname van 0,6 graden Celsius per 100 meter stijging.

Deze standaardwaarde voor temperatuurafname noem je ook wel de temperatuurgradiënt.

Slide 11 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
De zon is de belangrijkste energiebron voor het leven op aarde en de motor achter weersverschijnselen.
De hoeveelheid straling die in een bepaald gebied het aardoppervlak opwarmt, is afhankelijk van: 

Slide 12 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
De zon is de belangrijkste energiebron voor het leven op aarde en de motor achter weersverschijnselen.
De hoeveelheid straling die in een bepaald gebied het aardoppervlak opwarmt, is afhankelijk van: 
- de breedteligging 
- de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).

Slide 13 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon door breedteligging:

Lage breedte: 



Hoge breedte:

Slide 14 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon door breedteligging:

Lage breedte: 
Zonnestralen vallen met een grote invalshoek op de aarde.
Zonnestralen leggen een kortere weg door de atmosfeer af. 

Hoge breedte:

Slide 15 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon door breedteligging:

Lage breedte: 
Zonnestralen vallen met een grote invalshoek op de aarde.
Zonnestralen leggen een kortere weg door de atmosfeer af. 

Hoge breedte:
Zonnestralen vallen met een kleine invalshoek op de aarde.
Zonnestralen leggen een langere weg door de atmosfeer af. 

Slide 16 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 17 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).

Albedo
De mate waarin een oppervlak 
zonne-energie weerkaatst, 
uitgedrukt in een percentage.

Slide 18 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link

4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
Door de bolling van de aarde is er rond de evenaar dus een overschot aan energie. 

De hoeveelheid energie die via de kortgolvige straling van de zon de atmosfeer binnenkomt, is hier groter dan de hoeveelheid energie die via langgolvige straling uit de atmosfeer verdwijnt.

Slide 22 - Tekstslide

4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?








De energie wordt door de wind en zeestromen verdeeld over de aarde.

Slide 23 - Tekstslide

5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Weer =

Klimaat =

Slide 24 - Tekstslide

5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Weer is zoals de atmosfeer nu of in de aankomende dagen, je kijkt dan naar de temperatuur, neerslag, bewolking, luchtvochtigheid en de wind. 

Slide 25 - Tekstslide

5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Klimaat = is het weer over 
een langere periode (30 jaar)
gemeten. 

Het klimaat van een bepaalde
plaats wordt weergeven in 
een klimaatdiagram  --->

Slide 26 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
De verschillen in temperatuur komen door de volgende temperatuurfactoren:
  • Breedteligging:
  • Hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
  • Hoogteligging boven zeeniveau:
  • Hoe hoger, hoe lager de gemiddelde temperatuur (temperatuurgradiënt).
  • Het soort gebied dat door de zon verwarmd wordt, water of land:
  • Water warmt langzamer op en koelt langzamer af dan land. 
  • Aanlandige of aflandige wind:
  • Een ligging aan zee zorgt bij een aanlandige wind in veel gebieden voor een koele wind in de zomer en een (relatief) warme wind in de winter.
  • De aanvoer van warme of koude zeestromen:
  • Zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar de poolstreken en koud poolwater naar de tropen voeren.

Slide 27 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 1:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Lagos op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Slide 28 - Tekstslide

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 Lagos

Slide 29 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 1:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Lagos op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Lagos (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: De temperatuur in Lagos is het hele jaar door hoger dan in Amsterdam.

Verklaring: Dit komt door de temperatuurfactor ''Breedteligging''. Lagos ligt dichterbij de evenaar dan Amsterdam.

Slide 30 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 2:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Warschau op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Slide 31 - Tekstslide

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 Warschau

Slide 32 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 2:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en Warschau op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en Warschau (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: De temperatuurverschillen tussen winter en zomer zijn in Warschau groter dan in Amsterdam.

Verklaring: Dit komt door de temperatuurfactor ''Aanlandige wind''. Amsterdam ligt een stuk dichterbij zee dan Warschau. Door de aanlandige wind zijn de verschillen tussen de zomer en winter temperaturen in Amsterdam kleiner. 

Slide 33 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 3:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en La Paz op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Slide 34 - Tekstslide

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 La Paz

Slide 35 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met temperatuurfactoren? Maak de volgende opdrachten (gebruik een kaart om te de ligging van de plaatsen te bestuderen.

Opdracht 3:
- Bekijk de klimaatdiagrammen van Amsterdam en La Paz op de volgende slide. 
- Beschrijf de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz.
- Verklaar de temperatuurverschillen tussen Amsterdam en La Paz (benoem hierbij welke temperatuurfactor het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: Hoewel La Paz een stuk dichterbij de evenaar ligt dan Amsterdam, is de temperatuur in La Paz gemiddeld lager. (Niet leren: ook zijn de seizoenen omgedraaid, dat komt door ligging op een ander halfrond)

Verklaring: Dit komt door de temperatuurfactor ''Hoogteligging''. La Paz ligt ruim 3.600 meter hoger dan Amsterdam, hoe hoger hoe kouder.

Slide 36 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:

Slide 37 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt

Slide 38 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.

Slide 39 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen (hierover volgende les meer uitleg bij H1.2). 

Frontale neerslag ontstaat zowel bij een koufront als bij een warmtefront

Slide 40 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen (hierover volgende les meer uitleg bij H1.2). 

Slide 41 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met het ontstaan van neerslag? 

Opdracht neerslag:
- Bekijk de kaart en de site van de volgende slides. 
 Beschrijf de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima.
- Verklaar de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima. (benoem hierbij welke type neerslag het meest bepalend is).

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met het ontstaan van neerslag? 

Opdracht neerslag:
- Bekijk de kaart en de site van de volgende slides. 
- Beschrijf de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima.
- Verklaar de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima. (benoem hierbij welke type neerslag het meest bepalend is).

Antwoorden
Beschrijving: Bij Astoria valt er jaarlijks meer neerslag dan in Yakima.

Verklaring: Dit komt door het ontstaan van stuwingsneerslag bij Astoria.

Astoria ligt dus aan de loefzijde van het gebergte en Yakima aan de lijzijde / regenschaduw van het gebergte.

Slide 46 - Tekstslide