1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur

1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.1 De atmosfeer: opbouw en temperatuur

Slide 1 - Tekstslide

planning
stukje herhaling
vooral veel tijd om zelfstandig te werken
aan het einde klein quizje

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van H1.1
1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
3. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?




Slide 3 - Tekstslide

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?
Dit boek gaat over veranderingen van het klimaat in het verleden, en over het weer en het klimaat in het heden en in de (nabije) toekomst.
 
Daarbij kijk je naar de aarde als een systeem. Het zijn vier met elkaar samenhangende onderdelen 

Slide 4 - Tekstslide

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?

Slide 5 - Tekstslide

1. Uit welke met elkaar samenhangende sferen bestaat het systeem aarde?
De vier sferen beïnvloeden elkaar

Slide 6 - Tekstslide

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Opbouw 
atmosfeer
Samenstelling atmosfeer
Atmosfeer = Het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst omringen. Heet ook dampkring.

Slide 7 - Tekstslide

2. Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
Troposfeer (onderste ±10-12 km atmosfeer) bevat 80% van de gassen van de atmosfeer.

In de troposfeer is er een temperatuurafname van 0,6 graden Celsius per 100 meter stijging.

Deze standaardwaarde voor temperatuurafname noem je ook wel de temperatuurgradiënt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
De zon is de belangrijkste energiebron voor het leven op aarde en de motor achter weersverschijnselen.
De hoeveelheid straling die in een bepaald gebied het aardoppervlak opwarmt, is afhankelijk van: 
- de breedteligging 
- de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).

Slide 10 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon door breedteligging:

Lage breedte: 
Zonnestralen vallen met een grote invalshoek op de aarde.
Zonnestralen leggen een kortere weg door de atmosfeer af. 

Hoge breedte:
Zonnestralen vallen met een kleine invalshoek op de aarde.
Zonnestralen leggen een langere weg door de atmosfeer af. 

Slide 11 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).

Albedo = De mate waarin een oppervlak zonne-energie weerkaatst, uitgedrukt in een percentage.

Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 12 - Tekstslide

3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
Variaties instraling van de zon de mate waarin een oppervlak het zonlicht weerkaatst (de albedo).


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
Door de bolling van de aarde is er rond de evenaar dus een overschot aan energie. 

De hoeveelheid energie die via de kortgolvige straling van de zon de atmosfeer binnenkomt, is hier groter dan de hoeveelheid energie die via langgolvige straling uit de atmosfeer verdwijnt.

Slide 15 - Tekstslide

4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?








De energie wordt door de wind en zeestromen verdeeld over de aarde.

Slide 16 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
De verschillen in temperatuur komen door de volgende temperatuurfactoren:
  • Breedteligging:
Hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
  • Hoogteligging boven zeeniveau:
Hoe hoger, hoe lager de gemiddelde temperatuur (temperatuurgradiënt).
  • Het soort gebied dat door de zon verwarmd wordt, water of land:
Water warmt langzamer op en koelt langzamer af dan land. 
  • Aanlandige of aflandige wind:
Een ligging aan zee zorgt bij een aanlandige wind in veel gebieden voor een koele wind in de zomer en een (relatief) warme wind in de winter.
  • De aanvoer van warmte of koude door zeestromen:
Zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar de poolstreken en koud poolwater naar de tropen voeren.

Slide 17 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:

Slide 18 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt

Slide 19 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.

Slide 20 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen (hierover volgende les meer uitleg bij H1.2). 

Frontale neerslag ontstaat zowel bij een koufront als bij een warmtefront

Slide 21 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen (hierover volgende les meer uitleg bij H1.2). 

Slide 22 - Tekstslide

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 Lagos

Slide 23 - Tekstslide

Klimaatdiagram van Amsterdam
Klimaatdiagram van
 Warschau

Slide 24 - Tekstslide

6. Wat is de invloed van de vijf temperatuurfactoren op de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied?
Oefenen met het ontstaan van neerslag? 

Opdracht neerslag:
- Bekijk de kaart en de site van de volgende slides. 
 Beschrijf de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima.
- Verklaar de neerslagverschillen tussen Astoria en Yakima. (benoem hierbij welke type neerslag het meest bepalend is).

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

zelfstandig aan de slag
maak 1.1 helemaal af -> klaar nakijken via de ELO

Slide 29 - Tekstslide