In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.3 Kracht, massa en versnelling
Slide 1 - Tekstslide
Vragen over 1-8 uit 4.2?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen:
Je kunt berekeningen maken met de tweede wet van Newton: F = m ∙ a
Je kunt de remkracht op een voertuig berekenen door gebruik te maken van de vertraging.
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer fiets je sneller weg?
A
Als je alleen op je fiets zit
B
Als je met iemand achterop gaat fietsen
Slide 4 - Quizvraag
Tweede wet van Newton
De tweede wet van Newton legt een verband tussen:
Resultante kracht , massa en versnelling
Fres=m⋅a
Slide 5 - Tekstslide
Fres = resultante kracht (N)
m = massa (kg)
a = versnelling (m/s2)
Fres=m⋅a
Slide 6 - Tekstslide
Hoe bereken ik versnelling ook alweer?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Samen oefenen
In figuur 3 zie je een auto en een motor naast elkaar staan. De massa van de auto (inclusief de bestuurder) is 900 kg, die van de motor is 300 kg.
De auto en motor trekken beide op. Op beide voertuigen werkt daarbij een resultante van 1,8 kN.
Bereken de versnelling van beide voertuigen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Met de tweede wet van Newton, kan ik ook de resultante op een remmend voertuig berekenen.
a staat dan voor de remvertraging (de snelheidsafname per seconde).
F staat voor de totale remkracht op het voertuig
F en a zijn dan mingetallen
Slide 11 - Tekstslide
Vragen?
Slide 12 - Tekstslide
Nu zelf oefenen
Slide 13 - Tekstslide
Een elektrische scooter trekt in 2,5 s op van 0 naar 36 km/h. De scooter heeft inclusief bestuurder een massa van 160 kg. Je mag aannemen dat de beweging eenparig versneld is. Bereken de resultante die de scooter laat versnellen
Slide 14 - Open vraag
Een elektrische scooter trekt in 2,5 s op van 0 naar 36 km/h. De scooter heeft inclusief bestuurder een massa van 160 kg. Je mag aannemen dat de beweging eenparig versneld is. Bereken de versnelling