Oefentoets k3 toetsweek

Oefentoets k3 toetsweek
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Voltooid deelwoord
- Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Samenstellingen
- Woordsoorten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets k3 toetsweek
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Voltooid deelwoord
- Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Samenstellingen
- Woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

(tt) Mijn broer ____ zijn haren elke ochtend. (wassen)

Slide 2 - Open vraag

(tt) Jij ____ altijd je haren in de zomer. (knippen)

Slide 3 - Open vraag

(tt) De kapper ____ je haren heel mooi. (stijlen)

Slide 4 - Open vraag

(tt) Zij ____ haar haren altijd voor het slapen gaan. (kam)

Slide 5 - Open vraag

(vt) Mijn moeder ____ gisteren haar nagels rood. (lakken)

Slide 6 - Open vraag

(vt) Jij ____ vorige week je nagels in de salon. (verzorgen)

Slide 7 - Open vraag

(vt) De schoonheidsspecialiste ____ mijn nagels prachtig. (lakken)

Slide 8 - Open vraag

(vt) Wij ____ onze nagels voor het feest. (knippen)

Slide 9 - Open vraag

(vd) Wij hebben gisterenavond een nieuwe serie op Netflix ____. (kijken)

Slide 10 - Open vraag

(vd) Hij heeft alle afleveringen van die show in één weekend ____. (bekijken)

Slide 11 - Open vraag

(vd) Zij heeft de film al drie keer ____. (zien)

Slide 12 - Open vraag

(vd) Jullie hebben het abonnement al een jaar ____. (hebben)

Slide 13 - Open vraag

(vd als bn) Het ____ weekend was vol met verrassingen. (plannen)

Slide 14 - Open vraag

(vd als bn) De ____ activiteit bleek leuker dan verwacht. (organiseren)

Slide 15 - Open vraag

(vd als bn) We genoten van de ____ maaltijd bij ons favoriete restaurant. (bereiden)

Slide 16 - Open vraag

(vd als bn) Het ____ weer zorgde voor veel buitenactiviteiten. (verbeteren)

Slide 17 - Open vraag

(Maak een samenstelling) duif + hok

Slide 18 - Open vraag

(Maak een samenstelling) schoen + winkel

Slide 19 - Open vraag

(Maak een samenstelling) zon + schijn

Slide 20 - Open vraag

(Maak een samenstelling) station + plein

Slide 21 - Open vraag

Benoem het woord in HOOFDLETTERS
DE hond lag rustig te slapen in zijn mand.
A
LW
B
ZN
C
WW
D
VZ

Slide 22 - Quizvraag

Benoem het woord in HOOFDLETTERS
de HOND lag rustig te slapen in zijn mand.
A
LW
B
ZN
C
WW
D
VZ

Slide 23 - Quizvraag

Benoem het woord in HOOFDLETTERS
de hond LAG rustig te slapen in zijn mand.
A
LW
B
ZN
C
WW
D
VZ

Slide 24 - Quizvraag

Benoem het woord in HOOFDLETTERS
de hond lag rustig te SLAPEN in zijn mand.
A
LW
B
ZN
C
WW
D
VZ

Slide 25 - Quizvraag

Benoem het woord in HOOFDLETTERS
de hond lag rustig te slapen IN zijn mand.
A
LW
B
ZN
C
WW
D
VZ

Slide 26 - Quizvraag

Benoem het woord in HOOFDLETTERS
de hond lag rustig te slapen in zijn MAND
A
LW
B
ZN
C
WW
D
VZ

Slide 27 - Quizvraag

Maak nu het werkblad
Hoofdletters
Leestekens

Slide 28 - Tekstslide