• Je herkent het verschil tussen een stof en een voorwerp.
• Je herkent stoffen aan hun stofeigenschappen en geeft voorbeelden van stoffen en stofeigenschappen.
Slide 2 - Tekstslide
Zuivere stoffen
Zuivere stoffen bestaan uit alleen atomen of moleculen van die stof.
Bijvoorbeeld:
een schepje suiker bevat alleen suikermoleculen.
Zuurstof bestaat alleen uit zuurstofatomen
Slide 3 - Tekstslide
Stofeigenschappen
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Oplosbaarheid
Kook/smeltpunt
Dichtheid
Slide 4 - Tekstslide
Mengsels
Mengsels bestaan uit 2 of meer verschillende stoffen dus uit verschillende atomen of moleculen.
bijvoorbeeld:
Limonadesiroop
Lucht
Bronwater/kraanwater
Slide 5 - Tekstslide
Wat is dichtheid?
De dichtheid van een stof is de massa (in gram) van 1 cm3 van een stof.
Dit betekent dat ieder voorwerp met een volume van 1 cm3 van
dezelfde stof altijd dezelfde massa heeft.
Het is dus een stofeigenschap.
Slide 6 - Tekstslide
Dichtheid
Dichtheid berekenen
dichtheid wordt weergegeven met Griekse
letter rho
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De massa van een koperen lepel is 80g. Bereken het volume van de lepel.
Slide 9 - Tekstslide
Dichtheid berekenen
De massa van een balk is 150 gram. Het voorwerp heeft een lengte van 10 cm, een breedte van 2 cm en een hoogte van 3cm. Bereken de dichtheid van de balk.
Vergeet de eenheid niet op te schrijven.
Slide 10 - Tekstslide
de dichtheid van een onbekende stof is 1,75 g/cm3,
Lesduur is: 30 min
