§4.3 Verspreiding van het christendom

Filmpje
Het verhaal van Nederland
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Filmpje
Het verhaal van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

§4.3 Verspreiding van het christendom

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen verspreidt in West-Europa
- Dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk is
- Hoe de middeleeuwse standenmaatschappij werkt

Slide 4 - Tekstslide

Verspreiding van het christendom
  1. Koning
  2. Missionarissen
  3. Kloosters

Slide 5 - Tekstslide

Heidenen
In de vroege middeleeuwen zijn veel mensen nog heidenen
Heidenen geloven niet niet christus, maar in natuurgoden
Christelijke missionarissen willen de heidenen gaan bekeren
Met hulp van de heer heidense gebruiken en feesten verbieden
Heidense gebruiken en feesten christelijk maken

Slide 6 - Tekstslide

Filmpje
De heidenen bekeren door missionarissen 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Filmpje
Heidense gebruiken christelijk maken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte. 
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren. 
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente. 
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken. 
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel. 
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden. 
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben. 
In de ziekenboeg (hospitaal) zorgen de monniken ook voor de zieken. Alleen zij kunnen medische boeken lezen en hebben ervaring met het verzorgen van zieken.
In het scriptorium (schrijfzaal) schreven monniken boeken over. Doordat er geen drukpers was moest dit met de hand. Een monik kon jaren doen over één boek.

Slide 11 - Tekstslide

Klooster had meerdere functies
  1. Bestuderen en overschrijven van oude geschriften 
  2.  Ziekenzorg
  3. Onderwijs
  4. *Domein waarop horigen en vrije boeren konden werken*
Monniken schreven oude Romeinse en Griekse geschriften over om deze kennis te bewaren. Het overschrijven van deze geschriften duurde héél lang. Daarnaast maakte monniken mooie afbeeldingen bij de geschriften. Dit precieze en langdurige werk, waar veel geduld voor nodig was, wordt ook wel monnikenwerk genoemd.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen verspreidt in West-Europa
- Dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk is
- Hoe de middeleeuwse standenmaatschappij werkt

Slide 13 - Tekstslide

In het klooster
Als je in het klooster komt hoor je vaak dit:
Monniken hebben twee grote taken: bidden en werken
Bidden kan in stilte of in zang, zoals je hoort
Het klooster is dan ook op deze taken ingericht

Slide 14 - Tekstslide

Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte. 
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren. 
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente. 
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken. 
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel. 
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden. 
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben. 
In de ziekenboeg (hospitaal) zorgen de monniken ook voor de zieken. Alleen zij kunnen medische boeken lezen en hebben ervaring met het verzorgen van zieken.
In het scriptorium (schrijfzaal) schreven monniken boeken over. Doordat er geen drukpers was moest dit met de hand. Een monik kon jaren doen over één boek.

Slide 15 - Tekstslide

Invloed van de kerk
Trouwen doe je in de kerk
Je kind laat je dopen in de kerk
Je wordt begraven op grond van de kerk
Op zondagen en feestdagen naar de kerk gaan
Iedere kerk heeft een priester. Hij heeft contact met God en kan heillige taken uitvoeren. Verder helpt de priester de gelovigen een goed leven te leiden door de regels uit te leggen, want alleen hij kan de Bijbel lezen

Slide 16 - Tekstslide

Een priester heeft in de middeleeuwen verschillende taken. Maak de juiste combinaties.
De priester...
Hoort bij...
Doopt deze mensen
Heeft met hem contact
Hoort bij een...
Zegt hoe je moet leven
Hemel en hel
God
Kerk
Baby

Slide 17 - Sleepvraag

De standenmaatschappij
In de middeleeuwen heb je in de samenleving drie standen:
Geestelijken
Adel
Boeren
Elke groep heet een stand. Letterlijk: waar jij staat in de maatschappij, wat jouw plek is

Slide 18 - Tekstslide

Filmpje
Hoe de drie groepen verdeeld waren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden

Slide 21 - Sleepvraag

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Volgende les: Maken opdracht 4 t/m 13 van §4.3
Lezen §4.4

Slide 22 - Tekstslide