2.2 Onrust in de kerk V2G

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2: De opstand

Paragraaf 2: onrust in de kerk

De reformatie

Wat gaan we vandaag doen?

LessonUp

Starten

Filmpje met vragen

Zelf aan de slag

Komende periode

Tea 2 = hoofdstuk 2 (2.2 t/m 2.5)

We hebben nu met nog 6 lessen. Tempo ligt dus hoog.

Vragen die je kunt beantwoorden aan het einde van de les:

- Hoe leidde kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de Reformatie?
- Hoe leidde de Reformatie tot een splitsing in de kerk?

Begrippen die je kunt uitleggen en personen die je kent:
humanist, reformatie, hervorming, predikanten
Erasmus, Luther en Calvijn.

In deze les:

 Hoofdvraag van het hoofdstuk:
  Wat waren de oorzaken voor de Nederlandse Opstand en wat waren de gevolgen?

Wat gebeurd er op deze tekening?

Samen lezen

Bladzijde 34: Erasmus en de kritiek op de kerk.

Gebruik een markeerstift.

Denk erover na

Wat is een humanist?

Erasmus had kritiek op:

• Ik tel tot 3, daarna mag je kiezen
  
  

• Hand omhoog:  De kerk
• Hand oplaag: De bijbel

Denk hier over na

Stel je wilt weten wat mensen dachten over monniken in de 15e eeuw. Is dit dan een betrouwbare bron? Hand omhoog: Ja. Hand omlaag: nee

Andere monniken maken misbruik van hun zogenaamde armoede en proberen eraan te verdienen. Voor je deur bedelen ze luidkeels om brood. Er is geen herberg, geen reiskoets, geen schip waar ze niet staan te brullen. De echte bedelaars zijn de dupe.
Door: Erasmus, Lof der Zotheid. 1511

Schrijf op in je schrift met regels er tussen voor het antwoord.

1. Welke kritiek had Luther op de kerk? (Hele filmpje)
2. Wat is een aflaat?
3. Wat is een ketter?
4. Waarom hangt Luther de 95 stelling op?
   
5. Hoe heet de groep die Luther steunt?
6. Wat was het doel van Luther?
   

Geen schrift? -> pagina 84 van je werkboek.

Spotprent

• Bedenk voor jezelf: wat zie je?
  
• Beantwoord: Is de tekenaar voor- of tegenstander van Luther?
  
  
• Hij is een tegenstander. Hij stelt Luther voor als een ‘instrument’ van de duivel. Luther vertegenwoordigt dus het ‘kwaad’.
  

Het hoofd van Luther is afgebeeld als een doedelzak, die wordt bespeeld door de duivel.

Klaar? Maak dan de volgende opdracht:

Denk eens na hoe de 3 hervormers van deze paragraaf (2.2) met elkaar zouden praten. Over welke dingen zijn ze het eens en waarover niet?
Schrijf een toneelstuk schrijven waar de 3 mannen een hoofdrol in spelen. Bedenk een gesprek dat zij zouden kunnen hebben gevoerd. Je schrijft hier een script van. Je kan het script zoals hieronder staat opstellen:

Erasmus....
Luther....
Erasmus...
Calvijn...

Aan de slag: Maak de volgende opdrachten uit je boek: 13, 14, 15, 17, 21, 23 en 29 op bladzijde 51.

Afsluiten

Je krijgt van mij een blaadje.

Schrijf daar het volgende op:

1. Je naam

2. Wat vind snap je nog niet goed van deze lesstof? Waar heb je nog een vraag over?