H3L50 - 3HE/3VF - Dinsdag - 3.5 Woorden

Welkom 3HE/3VF  : )


Planning van dit uur
  • Bij binnenkomst: mindmap inleveren
  • Stillezen in Zonder titel (Som > Jaarbijlage > Fictie-opdrachten > PDF) 
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 11 t/m 13 + 15 van 3.5 Woorden. Klaar? Maak Test jezelf van 3.5 Woorden 


Aan het einde van deze les
  • weet je wat de weerlegging van een tegenargument is. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Fictie-opdracht 2 inleveren (vandaag)
  • SO Lezen (vrijdag 14 februari) 
  • Informatieve presentatie en discussie (vanaf 4 maart)
  • Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek begin april) 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3HE/3VF  : )


Planning van dit uur
  • Bij binnenkomst: mindmap inleveren
  • Stillezen in Zonder titel (Som > Jaarbijlage > Fictie-opdrachten > PDF) 
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 11 t/m 13 + 15 van 3.5 Woorden. Klaar? Maak Test jezelf van 3.5 Woorden 


Aan het einde van deze les
  • weet je wat de weerlegging van een tegenargument is. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Fictie-opdracht 2 inleveren (vandaag)
  • SO Lezen (vrijdag 14 februari) 
  • Informatieve presentatie en discussie (vanaf 4 maart)
  • Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek begin april) 

Slide 1 - Tekstslide

aanstalten maken
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 2 - Poll

aanstalten maken
voorbereidingen doen

Het is half tien, ik ga aanstalten maken om naar bed te gaan.

Slide 3 - Tekstslide

de consequentie
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 4 - Poll

de consequentie
logisch gevolg

Dat hij nu moet nablijven, is de consequentie van zijn storende gedrag in de les. 

Slide 5 - Tekstslide

doorlopend
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 6 - Poll

doorlopend
onafgebroken, voortdurend

Op deze afdeling van het ziekenhuis kun je doorlopend bezoek krijgen.

Slide 7 - Tekstslide

generaliseren
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 8 - Poll

generaliseren
uit één geval algemene conclusies trekken 

Jij zegt dat alle Nederlanders gierig zijn, maar dat is generaliserend. 

Slide 9 - Tekstslide

Taboewoorden
  • Woorden die je niet hoort te gebruiken 
  • Verschilt per persoon of groep
  • Veranderen in de loop der tijd (wijf/vrouw) (ergens de pest in hebben)


Slide 10 - Tekstslide