Ademhalingsstelsel

Ademhalingsstelsel
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het ademhalingsstel?

Slide 2 - Woordweb

Wat is het doel van ademen.....en hoe vaak ademen we eigenlijk per minuut ?

Slide 3 - Tekstslide

Ademhalen
  • Belangrijkste functie van ademhalingsstelsel = gaswisseling
  • In het bloed brengen van zuurstof en het uit het bloed werken van koolstofdioxide 
  • Volwassene in rust ademt 12 tot 18 keer per minuut in en uit

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bovenste luchtwegen
Keelholte; ademhaling en voedselweg
Bij slikken wordt luchtweg door het strottenklepje afgesloten (verslikken)
Neusholte bekleed met trilhaarepitheel → maakt slijm waarin stofdeeltjes worden gevangen →  verwarmt en bevochtigd de ingeademde lucht.
Boven in de neus zit het reukslijmvlies. Hier zitten de uiteinden van de reukzenuw. 

Neusslijmvlies kan zwellen door:
Allergie, verkoudheid, poliepen

Slide 6 - Tekstslide

Bovenste luchtwegen
1 Voorhoofdsholte
2 Schedelholte
3 Oogkas
4 Middelste neusschelp
5 Neusholte
6 Bovenkaakholte
7 Onderste neusschelp
8 Harde gehemelte

Slide 7 - Tekstslide

Onderste luchtwegen

Slide 8 - Tekstslide

Longvliezen
Rondom de longen zitten de longvliezen
  • Binnenste vlies: longvlies, is vergroeid met het longweefsel
  • Buitenste vlies: borstvlies, is vergroeid met borstkas en het diafragma.
Tussen beide vliezen zit de pleuraholte, in deze holte heerst een vacuüm (daardoor zuigen de longen zich vol met lucht als de borstkas uitzet tijdens de inademing)

Slide 9 - Tekstslide

Inademen
  • Je ademt in door delen van de borstwand actief te laten samenwerken
  • Inspiratie kost dus energie in de vorm van spierarbeid 
  • Doel = volume van de borstkas vergroten
  • 2 manieren: afplatten van het middenrif en optillen van de ribben

Slide 10 - Tekstslide

Uitademen
  • Komt tot stand door verkleining van de borstholte 
  • Gebeurt door ademhalingsspieren te ontspannen 
  • Middenrif neemt koepelvorm weer aan en ribben zakken door de zwaartekracht naar beneden
  • Volume van de borstholte wordt kleiner en de elastische longen veren terug. 
  • Lucht stroomt vanuit longen via luchtwegen naar buiten. 
  • Het rustig uitademen kost geen energie, want je ontspant de middenrifspieren en de tussenribspieren.

Slide 11 - Tekstslide

Ventilatie, expiratie en inspiratie
  • Om voldoende uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide in de longen mogelijk te maken, is ventilatie van de longen nodig. 
  • Ventilatie = luchtstroom in en uit de luchtwegen 
  • Doel van ventilatie = verversen van lucht in de longblaasjes
  • Ventilatie komt door ademhaling. 
  • Ademhaling bestaat uit: inademing (inspiratie) en uitademing (expiratie). 

Slide 12 - Tekstslide

Ademhaling

Slide 13 - Tekstslide

Gaswisseling
Zuurstof ademen we in
Koolstofdioxide ademen we uit

Slide 14 - Tekstslide

Gaswisseling (diffusie) in longblaasjes
  • Alveoli: bij rustige ademhaling 70 m2 oppervlak voor diffusie, bij diepe inademing kan dat oplopen tot 100 m2.
  • De gassen passeren 2 celmembranen: epitheelcel van longblaasje en endotheelcel van haarvat
  • Samen zijn die maar 0,001 millimeter dik
  • Rode bloedcellen in haarvaten rond longblaasjes kunnen daardoor heel snel zuurstof aan zich binden. 
  • Bloed met opgenomen zuurstof stroomt direct verder in de richting van het hart 
  • Volgende portie zuurstofarm bloed komt bij de longblaasjes terecht 

Slide 15 - Tekstslide

Gaswisseling in weefsel
  • In weefsels gebeurt het omgekeerde  
  • Cellen produceren koolstofdioxide en verbruiken zuurstof
  • Er stroomt bloed naartoe dat juist koolstofdioxidearm is en zuurstofrijk
  • Gevolg is dat de koolstofdioxide naar het bloed diffundeert en zuurstof naar de weefsels
  • Hier zorgt de bloedsomloop weer voor de handhaving van het concentratieverschil van zuurstof en koolstofdioxide

Slide 16 - Tekstslide

Het ademcentrum
  • In hersenstam
  • Groep samenwerkende zenuwcellen die het ademcentrum vormen
  • Reguleert de diepte en de frequentie van de ademhaling door remming of activering van de ademhalingsspieren
  • Ademcentrum moet geïnformeerd worden over de ventilatiebehoefte 
  • Gebeurt via zintuigcellen in de wand van de halsslagaders en van de aorta. 
  • Zogenoemde chemoreceptoren: zintuigcellen die gevoelig zijn voor chemische veranderingen in het bloed. Ze geven hun informatie door aan het ademcentrum.

Slide 17 - Tekstslide

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 18 - Sleepvraag

Welke weg legt de ingeademde lucht achtereenvolgens af in je ademhalingsstelsel?

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
strottenhoofd
longblaasjes
keelholte
bronchiën
neusholte
luchtpijp

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Video