In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§5.3 Nederlands-Indië
Deel 2
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling 5.2
Weet je het nog?
Slide 2 - Tekstslide
"De oorspronkelijke bevolking wordt verdreven of sterft aan ziektes en wordt vervangen door slaven."
Waar gebeurde dit?
A
Afrika
B
Amerika
C
Afrika en Azië
D
Azië
Slide 3 - Quizvraag
vroeger
later
modern imperialisme
industriële revolutie
Slide 4 - Sleepvraag
"De Europeanen bouwden handelsposten langs de kust, maar het binnenland bleef lang onbekend gebied"
Waar was dit het geval?
A
Afrika
B
Amerika
C
Afrika en Azië
D
Azië
Slide 5 - Quizvraag
superioriteitsgevoel
Afzetmarkt
Europese landen concurreren met elkaar om wie de meeste macht heeft
Door de industriële revolutie zijn er veel grondstoffen nodig om de machines draaiende te houden
Economische oorzaak
modern imperialisme
Politieke oorzaak
modern imperialisme
Culturele oorzaak
modern imperialisme
Slide 6 - Sleepvraag
Welke zin past het best bij superioriteitsdenken?
A
Zij wilden dat de inheemse bevolking hun eigen land zouden besturen
B
Zij wilden de inheemse bevolking opvoeden en beschaving bijbrengen
C
Zij wilden fabrieken in de koloniën bouwen om mensen aan werk te helpen
D
Zij wilden het oerwoud beschermen tegen houtkap en diersoorten beschermen
Slide 7 - Quizvraag
Waarom was een groot imperium in de 19e eeuw voordelig voor een Europees land? Sleep naar het plaatje.
Europese fabriekseigenaren hadden eenvoudig toegang tot afzetmarkt en grondstoffen
Europese werkgevers konden goedkoop arbeiders uit de koloniën halen
Het Europese land kreeg betere wapens en snellere verbindingen
Het gaf Europeanen het gevoeldat zij tot een belangrijk land behoorden
Slide 8 - Sleepvraag
Bekijk de bron
Bron: Uit het Amerikaanse boek Types of mankind (‘mensentypen’) uit 1854.
Bovenaan staat een witte Griek en een Griekse schedel. In het midden staat een zwarte Afrikaan en de schedel van een in Amerika geboren zwarte Afrikaan. Onderaan staat een jonge chimpansee en de schedel van een jonge chimpansee.
Slide 9 - Tekstslide
Welk begrip past het best bij de bron?
Slide 10 - Open vraag
Ontstaan van Nederlands-Indië 1
Middeleeuwen: kleine groep adel, meeste mensen boer
17e/18e eeuw: VOC sticht handelsposten
1799: VOCfailliet
Nederlandse staat neemt alle bezittingen (ook gebieden) over van de VOC
Slide 11 - Tekstslide
Ontstaan van Nederlands-Indië 2
De kolonie Nederlands-Indiëontstaat
In eerste instantie heeft de plaatselijke adel nog veel macht
Plaatselijke adel wordt (vaak met geweld) onderworpen
Begin 20e eeuw: NL is in heel Nederlands-Indië de baas
Slide 12 - Tekstslide
Leg in eigen woorden uit wat indirect bestuur inhoud
Slide 13 - Open vraag
Indirect bestuur
Gouverneur-Generaal
Inlandse vorsten
Het inlandse volk
Bestuurt
Besturen
Denkt te worden bestuurd door
Wordt daadwerkelijk bestuurd door
Nederlandse overheid
Stuurt aan
Slide 14 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat verdeel-en-heerspolitiek inhoudt
Slide 15 - Open vraag
Wat is het belangrijkste doel van Nederlands-Indië voor de Nederlandse overheid?
A
Meer mensen christelijk kunnen maken
B
Zoveel mogelijk geld verdienen
C
Leren van de Indonesische cultuur
D
Meer soldaten voor het Nederlandse leger
Slide 16 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de kolonie Nederlands-Indië ontstaat
- Hoe Nederland de mensen in Nederlands-Indië bestuurt
- Hoe de economie en de samenleving van Nederlands-Indië in elkaar zitten
Slide 17 - Tekstslide
Cultuurstelsel 1
Nederland richt zich op exploitatie van de kolonie
= zorgen dat de kolonie geld oplevert
1830: op Java wordt het cultuurstelsel ingevoerd (economisch systeem)
Slide 18 - Tekstslide
Cultuurstelsel 2
Javaanse boeren moeten 1/5 land bebouwen met koffie, tabak en suiker
hongersnoden
ontevreden Nederlandse ondernemers > geen geld verdienen
Slide 19 - Tekstslide
Cultuurstelsel 3
Liberalen zijn voor vrije economie
Liberale ondernemers willen eigen bedrijven beginnen in Nederlands-Indië
Leg uit waarom het cultuurstelsel leidt tot honger voor de lokale bevolking
Slide 24 - Open vraag
Leg in eigen woorden het begrip cultuurstelsel uit
Slide 25 - Open vraag
Samenleving in Ned.-Ind.
De samenleving in Ned.-Ind. kent grote ongelijkheid
Iemand huidskleur speelt hierbij een belangrijke rol
De witte Nederlander staat boven de donkere inlander
Hun kinderen, Indische Nederlanders (Indo's), zitten ertussen
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Ethische politiek
Rond 1900 wil Nederland het welzijn van de mensen verbeteren
De lokale bevolking krijgt bijvoorbeeld ziekenzorg en scholing
Nederlanders zien dit als hun plicht, want zij zijn beschaafd
Maar gezonde en geschoolde mensen leveren ook meer op
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht
Leg in duo’s uit dat het historische begrip standplaatsgebondenheid (=jouw denkwijze wordt bepaald door de de tijd en plaats waarin jij leeft) toepasselijk is Nederlands-Indië
Doet dit in minimaal 50- 100 woorden
Slide 30 - Tekstslide
Filmpje
Samenleving en ethische politiek
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Aan de slag
- Maken woordzoeker paragraaf 1,2,3 van hoofdstuk 5.
- Klaar? Ga aan de slag met de opdrachten van §5.3