4.2 de bloedsomloop

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Structuur in de les - bij BiVz

◉ Boeken op tafel  -  jas uit, pet af, telefoon weg

◉ 10min. Huiswerk/vorig hoofdstuk/toets bespreken

◉ 15min. les van mij

◉ 10 min. zelf werken

◉ Huiswerk & afsluiten

 

◉ bij blokuur:
Na 1e uur allemaal even naar buiten: 5min. eten/plassen/lopen

Regels van orde

1e keer:  Waarschuwing

2e keer: Overschrijven basisstof-intro van vandaag (1 à 2 blz.) 

3e keer: Overschrijven ALLE intro's van het thema (10 à 20 blz.)

4e keer: Eruit, naar meneer Wiesman of Brauns

Nooit!
Geluid uit telefoons
Oordopjes in
Eten/drinken
Gooien  
 

Doel van de les

- Je weet het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop en de functies ervan te benoemen. 

- Kun je 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies. 

- Je kunt slagaders en aders aanwijzen in een plaatje van het bloedvatenstelsel. 

 

Bloedsomloop

4.2 Je bloedsomloop

bloedsomloop = de weg die het bloed door het lichaam aflegt

Je bloedsomloop bestaat uit je hart en je bloedvaten.

Je hart werkt als een pomp en pompt het bloed rond. De bloedvaten zorgen voor het vervoeren van het bloed.

de bloedsomloop

dubbele bloedsomloop = het gaat
2x door het hart heen. 
Kleine en grote bloedsomloop samen. 

Kleine bloedsomloop = tussen hart
en longen

Grote bloedsomloop = tussen hart
en de rest van het lichaam. 

teken 

bloedsomloop

4.2 Je bloedsomloop

kleine bloedsomloop:

- het bloed stroomt van de rechterhelft van het hart naar de longen

- in de longen wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven

- vanuit de longen stroomt het bloed weer terug naar de linkerhelft van het hart

      rechts                                                                links

blauw:                                                                                                                           rood:

zuurstofarm                                                                                                               zuurstofrijk

4.2 Je bloedsomloop

grote bloedsomloop:

- vanuit de linkerhelft van het hart gaat het bloed naar de organen in het hele lichaam

- in de organen wordt zuurstof afgegeven aan de cellen en wordt koolstofdioxide afgegeven aan het bloed

- vanuit de organen stroomt het bloed weer naar de rechterhelft van het hart

Uitleg basisstof 2 'Bloedsomloop'

Bloedvatenstelsel:

Bloed stroomt in je lichaam door drie verschillende bloedvaten:

• slagaders

• haarvaten

• aders

Bloedsomloop: de weg die het bloed door het lichaam aflegt.

Slagaders: 

- Het hart stuurt bloed naar de
slagaders. 
- Dit bloed bevat zuurstofrijk bloed.
(In plaatjes zijn dat de rode vaten)

(Blauw = zuurstof arm)

- Ze liggen diep in het lichaam.  

Haarvaten:

- Slagaders brengen het zuurstofrijke bloed naar de organen. (Lever, darmen, huid enz)

- Bij de organen vertakken de grote slagaders in kleine bloedvaten: de haarvaten.  

- De haarvaten geven zuurstof en
voedingsstoffen aan de organen. 

- De organen geven afvalstoffen aan 
de haarvaten. Die geven het door aan
 de aders. 

  

Aders:

- Via de haarvaten krijgen de aders
het bloed met de afvalstoffen
(bijv koolstofmonoxide) en
vervoeren dit naar de longen
om daar weer zuurstof te krijgen. 

- In een plaatje aangegeven met
blauw. 

Namen van de bloedvaten

Slagaders = deze vaten lopen
VAN het hart af, NAAR de organen.

Het bloedvat NAAR de lever,
noem je de leverslagader. 

Het bloedvat NAAR de darmen,
noem je de darmslagader.

   

Namen van de bloedvaten

Aders = deze vaten lopen NAAR
het hart, VAN de organen af.

Het bloedvat VAN de lever,
noem je de leverader. 

Het bloedvat VAN de darmen,
noem je de darmader.

   

Aparte namen:

Aorta: de grootste slagader van het lichaam. Deze begint bij het hart. De vertakkingen gaan naar de organen. 

Holle ader: na de organen verzamelen alle vertakkingen zich in deze ader. De holle ader loopt naar het hart.
Onderste holle ader komt vanuit het onder het hart.
De bovenste holle ader komt van de organen boven het hart. 

Poortader: vervoert bloed van de darmwand naar de lever.
Het bevat weinig zuurstof. 

Aparte namen:

Haarvaten zorgen voor:

1. ze geven zuurstofarm bloed aan de organen
2. ze geven zuurstofrijk bloed aan de organen

Wat is de functie van slagaders?

1. Ze vervoeren zuurstofrijk bloed van longen naar de rest van je lijf.
2. Ze vervoeren zuurstofarm bloed van longen naar de rest van je lijf.

De kleine bloedsomloop:

1. beslaat het hele lichaam
2. beslaat alleen de longen en het hart

De dubbele bloedsomloop heet zo, omdat...

1. Het bloed 2x door het hart gaat
2. Het bloed gaat door 2 benen

de grootste ader in je lijf heet:

1. holle ader
2. aorta

De holle ader die van boven komt, heet...

1. onderste holle ader
2. bovenste holle ader

De bovenste holle ader heet zo omdat alle aders hierin samenkomt die boven je hart zitten.

1. waar
2. onwaar

De longen geven zuurstof af aan de:

1. Slagaders
2. aders
3. haarvaten

De longen krijgen zuurstofarm bloed van de:

1. slagaders
2. aders
3. haarvaten

Welke bloedvaten zijn het grootst en liggen diep in je lichaam?

1. Slagaders
2. aders
3. haarvaten

Zelfstandig werken

in stilte

Open je boek op blz:
Kader 213 / Basis 179

Lees en maak opgaven:

Kader 1 t/m 9                 Basis 1 t/m 7

Muziekje erbij?