Gebiedende wijs

Aan het eind van de les kun je: 
  1. de gebiedende wijs herkennen
  2. de gebiedende wijs gebruiken
  3. de volgorde van een recept of instructie begrijpen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van de les kun je: 
  1. de gebiedende wijs herkennen
  2. de gebiedende wijs gebruiken
  3. de volgorde van een recept of instructie begrijpen

Slide 1 - Tekstslide

Gebiedende wijs
  1. Sta op!
  2. Loop naar het bord!
  3. Doe het raam dicht!
  4. Doe het raam weer open!
  5. Klap in je handen!
  6. Ga weer zitten!

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer?

  • Een instructie
  • Een waarschuwing
  • Een advies 

Slide 3 - Tekstslide

Theorie Gebiedende wijs:

  1.  Het werkwoord staat vooraan in de zin.
  2.  De werkwoord staat in de ik-vorm.
  3. Er staat geen wie/wat in (het eerste deel van ) de zin.
  4. Er staat vaak een uitroepteken (!) achter de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Bij de gebiedende wijs
schrijf je de ik-vorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Zinnen met een gebiedende wijs hebben geen wie/wat in het eerste deel van de zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Je moet opletten hoor!
B
Let op!

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Je mag niet bewegen!
B
Je moet niet bewegen.
C
Beweeg je niet.

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Maak het eten op smaak met zout en peper.
B
Je moet het eten even op smaak brengen.

Slide 9 - Quizvraag

Maak gebiedende wijs:

.... die meneer eens een hand!
A
geven
B
geef
C
gaf
D
geeft

Slide 10 - Quizvraag

Waar is de spelling juist?

A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe weet je de volgorde? 
  • Eerst, als eerste 
  • Ten tweede,
  • dan, daarna, 
  • aan het eind, tenslotte, tot slot 

Slide 13 - Tekstslide

Moeilijke woorden?
meel 

kom 

beslag 




Slide 14 - Tekstslide

meel 

                                                                                           kom 

beslag 




Slide 15 - Tekstslide

De opdracht:  
  • Overleg samen 

  • Leg de zinnen in de goede volgorde.



 
 
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Doe eerst het meel in een kom.
Doe dan de melk in de kom.
Roer de melk en het meel door elkaar.
Doe daarna de eieren bij het beslag.
Mix alles door elkaar tot het beslag glad is.
Als het beslag klaar is doe je een beetje boter in een koekenpan.
Laat de boter smelten.
Doe 1 grote lepel beslag bij de gesmolten boter.
Draai de pannenkoek om als hij bruin is.
Als beide kanten bruin zijn is de pannenkoek klaar.
Leg hem op je bord.
Doe er stroop of suiker op.
Eetsmakelijk!

  1. Doe eerst het meel in een kom. 
  2. Doe dan de melk in de kom. 
  3. Roer de melk en het meel door elkaar. 
  4. Doe daarna de eieren bij het beslag. 
  5. Mix alles door elkaar tot het beslag glad is. 
  6. Als het beslag klaar is doe je een beetje boter in een koekenpan. 
  7. Laat de boter smelten. 
  8. Doe 1 grote lepel beslag bij de gesmolten boter. 
  9. Draai de pannenkoek om als hij bruin is. 
  10. Als beide kanten bruin zijn is de pannenkoek klaar. 
  11. Leg hem op je bord. 
  12. Doe er stroop of suiker op. 
  13. Eetsmakelijk!
 Tekst

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe vond je de opdracht ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Denk je dat je de gebiedende wijs nu goed kan herkennen en gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Tot slot: typ een woord (of zin) over de les van vandaag.

Slide 21 - Open vraag

Nu jij!
1 (roeren) __________________ het mengsel goed door.
2(wachten) __________________ niet te lang.
3(schrijven) __________________ u hier in.
4 (maken) __________________ de opdracht. 
5 (houden) __________________ de glazen goed vast.

Slide 22 - Tekstslide

Nu jij!
1 Roer  het mengsel goed door.
2 Wacht niet te lang.
3 Schrijf je hier in.
4 Maak de opdracht.  
5 Houd de glazen goed vast.

Slide 23 - Tekstslide

Maak een zin in de gebiedende wijs met 'bakken-pannenkoeken-pan'

Slide 24 - Open vraag

Maak een zin in de gebiedende wijs met 'roeren- melk - in de kom'

Slide 25 - Open vraag

KLare taal, Les 63
  • Doe 40 gram boter in de pan. Fruit een ui en roer met een houten lepel. 
  • Doe er 250 gram rijst door, bak de rijst en blijf roeren. 
  • Giet er 3/4 liter hete bouillon bij. 
  • Draai het vuur hoger, laat het even koken. Leg de deksel op de pan en laat het 30 minuten pruttelen. 
  • Roer tot slot een klontje boter erdoor. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link