In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Paragraaf 4.3 Modus en mediaan
Leg bladzijde 188 voor je open!
Slide 1 - Tekstslide
Welke cijfer haal je meestal voor wiskunde?
Slide 2 - Open vraag
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het gemiddelde van 2 en 8?
A
10
B
5
C
6
D
4
Slide 4 - Quizvraag
6-8-10-12 Wat is het gemiddelde?
A
9
B
10
C
8
D
11
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het gemiddelde van: 3 + 8 + 9 + 6 + 4
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 6 - Quizvraag
bereken het gemiddelde
9, 6, 3, 8, 8,2, 5
A
8,2
B
5,9
C
6,7
D
5,8
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de gemiddelde ongeveer?
A
5
B
6,5
C
7,2
D
Weet ik niet
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het gemiddelde?
A
7,24
B
6,05
C
5,86
D
6,74
Slide 9 - Quizvraag
Lesdoelen
Ik weet wat een mediaan is.
Ik weet wat een modus is.
Ik weet wat centrummaten betekenen, en welke er zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 11 - Quizvraag
Uitleg theorie
Slide 12 - Tekstslide
Centrummaten:
modus: de waarneming die het vaakst voorkomt
mediaan: het middelste getal in een rij waarnemingen die van klein naar groot staan (als ze dat niet staan moet je ze zelf op volgorde zetten)
gemiddelde: het gemiddelde van de waarnemingen
Slide 13 - Tekstslide
Centrummaten:
modus: de waarneming die het vaakst voorkomt Als er niet 1 het meest voorkomt is het antwoord: Er is geen modus
mediaan: het middelste getal in een rij waarnemingen die van klein naar groot staan. Bij een even aantal tel je de middelste twee waarnemingen bij elkaar op en deel je deze door 2
gemiddelde: het gemiddelde van de waarnemingen
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Wat heb je geleerd van dit filmpje?
Slide 16 - Open vraag
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 17 - Tekstslide
de modus is:
A
het middelste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
het gemiddelde
D
het gewogen gemiddelde
Slide 18 - Quizvraag
Welke is GEEN centrummaat?
A
Mediaan
B
Modus
C
Standaardafwijking
D
Gemiddelde
Slide 19 - Quizvraag
Van 12 ballen is de kleur bepaald en op een volgorde gezet: rood-rood-geel-geel-geel-geel-blauw- blauw-blauw-wit-wit-wit Wat is het gemiddelde, de mediaan en de modus?
A
gemiddelde : grijs
mediaan: groen
modus: geel
B
gemiddelde : grijs
mediaan: -
modus: -
C
gemiddelde : -
mediaan: -
modus: geel
D
gemiddelde : -
mediaan: groen
modus: -
Slide 20 - Quizvraag
Van 12 ballen is het gewicht (gram) bepaald en op een volgorde gezet: 50-50-56-60-60-60-80- 80-80-90-90-96 Wat is het gemiddelde, de mediaan en de modus?
A
gemiddelde : 71
mediaan: 70
modus: -
B
gemiddelde : 71
mediaan: 70
modus: 80
C
gemiddelde : 73
mediaan: 60 en 80
modus: 60
D
gemiddelde : 71
mediaan: -
modus: -
Slide 21 - Quizvraag
het getal wat het meest voorkomt in een frequentietabel noem ik ....
A
mediaan
B
gemiddelde
C
spreidingsbreedte
D
modus
Slide 22 - Quizvraag
De mediaan is hetzelfde als het gemiddelde
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor frequentie?
A
tabel
B
aantal
C
gemiddelde
D
turf
Slide 24 - Quizvraag
Het getal dat het meest voorkomt heet .....
A
het gemiddelde
B
een turftabel
C
de mediaan
D
de modus
Slide 25 - Quizvraag
Geef van de volgende getallen de mediaan en de modus: 1,2,2,2,3,4,4,5,6,7,7,8,9,9,9
A
Mediaan: 6
Modus: 2
B
Mediaan: 5
Modus: 9
C
Mediaan : 5
Modus: geen
D
Mediaan: 6
Modus: geen
Slide 26 - Quizvraag
Geef van de volgende getallen de mediaan en de modus: 1,2,2,2,3,4,4,5,6,7,7,8,9,9,9
A
Mediaan: 6
Modus: 2
B
Mediaan: 5
Modus: 9
C
Mediaan : 5
Modus: geen
D
Mediaan: 6
Modus: geen
Slide 27 - Quizvraag
1 2 3 3 3 5 7 7 7 8
A
modus = 5
B
modus = 3
C
modus = 7
D
er is geen modus
Slide 28 - Quizvraag
5, 8, 6, 3, 6 Wat is de modus?
A
geen modus
B
8
C
3
D
6
Slide 29 - Quizvraag
Wat is de modus?
A
9
B
er is geen modus
C
81
D
84
Slide 30 - Quizvraag
7. 5, 8, 6, 3, 6 Wat is de modus?
A
geen modus
B
8
C
3
D
6
Slide 31 - Quizvraag
Geef de modus
A
15
B
8
C
6
D
5
Slide 32 - Quizvraag
Welke dag is de modus?
A
maandag
B
woensdag
C
donderdag
D
zaterdag
Slide 33 - Quizvraag
Welk bedrag is de modus?
A
10
B
20
C
30
D
40
Slide 34 - Quizvraag
Wat hoort waarbij?
Gemiddelde
Mediaan
Modus
Slide 35 - Sleepvraag
Schuif de juiste termen naar de juiste plek.
Verschil tussen grootste en kleinste getal
Alle cijfers bij elkaar opgeteld gedeeld door aantal cijfers
Middelste cijfer
Cijfer die het vaakst voorkomt
Spreidingsbreedte
Gemiddelde
Mediaan
Modus
Slide 36 - Sleepvraag
Bereken gemiddelde, mediaan en modus en sleep het juiste antwoord naar de juiste centrummaat
Gemiddelde
Mediaan
Modus
5
3,1
1
1,5
2,9
7
2
2,6
3
4
Slide 37 - Sleepvraag
Huiswerk
Schrijf in je schrift welke centrummaten er zijn en zet de betekenis erachter. Dit doe je door: dia 13 en 14 over te nemen
Maak de sommen in de digitale omgeving
20 tot en met 35
Succes!
Slide 38 - Tekstslide
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 39 - Open vraag
Wat vind je nog moeilijk aan deze les?
Slide 40 - Open vraag
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!
Klaar voor de quiz?
Slide 41 - Tekstslide
Wat hoort waarbij?
Gemiddelde
Mediaan
Modus
Slide 42 - Sleepvraag
Schuif de juiste termen naar de juiste plek.
Verschil tussen grootste en kleinste getal
Alle cijfers bij elkaar opgeteld gedeeld door aantal cijfers
Middelste cijfer
Cijfer die het vaakst voorkomt
Spreidingsbreedte
Gemiddelde
Mediaan
Modus
Slide 43 - Sleepvraag
Bereken gemiddelde, mediaan en modus en sleep het juiste antwoord naar de juiste centrummaat
Gemiddelde
Mediaan
Modus
5
3,1
1
1,5
2,9
7
2
2,6
3
4
Slide 44 - Sleepvraag
Tot ziens iedereen
Slide 45 - Tekstslide
gegeven de volgende getallen: 1,2,2,2,2,2,2,2,2,3,3,4,4,4,4,4,4,4,4
A
modus KN, gem=2,4 en mediaan= 3
B
modus KN, gem=2,5 en mediaan=2
C
modus= 2 en 4, gem=2,5 en mediaan =2
D
modus=2 en 4, gem=2 en mediaan=2,5
Slide 46 - Quizvraag
De modus van deze reeks is: 2 - 5 - 3 - 3 - 2
A
2
B
3
C
5
D
Er is geen modus
Slide 47 - Quizvraag
De mediaan van deze reeks is: 5 - 2- 2 - 5 - 3 - 3 - 2