In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leg je boek, schrift en etui op tafel
Invoegen plattegrond op niveau
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
de modus is:
A
het middelste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
het gemiddelde
D
het gewogen gemiddelde
Slide 3 - Quizvraag
Welke is GEEN centrummaat?
A
Mediaan
B
Modus
C
Standaardafwijking
D
Gemiddelde
Slide 4 - Quizvraag
Van 12 ballen is de kleur bepaald en op een volgorde gezet: rood-rood-geel-geel-geel-geel-blauw- blauw-blauw-wit-wit-wit Wat is het gemiddelde, de mediaan en de modus?
A
gemiddelde : grijs
mediaan: groen
modus: geel
B
gemiddelde : grijs
mediaan: -
modus: -
C
gemiddelde : -
mediaan: -
modus: geel
D
gemiddelde : -
mediaan: groen
modus: -
Slide 5 - Quizvraag
Van 12 ballen is het gewicht (gram) bepaald en op een volgorde gezet: 50-50-56-60-60-60-80- 80-80-90-90-96 Wat is het gemiddelde, de mediaan en de modus?
A
gemiddelde : 71
mediaan: 70
modus: -
B
gemiddelde : 71
mediaan: 70
modus: 80
C
gemiddelde : 73
mediaan: 60 en 80
modus: 60
D
gemiddelde : 71
mediaan: -
modus: -
Slide 6 - Quizvraag
het getal wat het meest voorkomt in een frequentietabel noem ik ....
A
mediaan
B
gemiddelde
C
spreidingsbreedte
D
modus
Slide 7 - Quizvraag
De mediaan is hetzelfde als het gemiddelde
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Bespreken opg. 32
Slide 9 - Tekstslide
4.3 Modus en mediaan
Slide 10 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 11 - Link
Gezamenlijk opgave 36
Slide 12 - Tekstslide
Zelf oefenen
Maak de opgaven 36 tot en met 44
Nakijken + verbeteren met een andere kleur
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
SUCCES!
Slide 14 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor frequentie?
A
tabel
B
aantal
C
gemiddelde
D
turf
Slide 15 - Quizvraag
Het getal dat het meest voorkomt heet .....
A
het gemiddelde
B
een turftabel
C
de mediaan
D
de modus
Slide 16 - Quizvraag
Geef van de volgende getallen de mediaan en de modus: 1,2,2,2,3,4,4,5,6,7,7,8,9,9,9
A
Mediaan: 6
Modus: 2
B
Mediaan: 5
Modus: 9
C
Mediaan : 5
Modus: geen
D
Mediaan: 6
Modus: geen
Slide 17 - Quizvraag
Geef van de volgende getallen de mediaan en de modus: 1,2,2,2,3,4,4,5,6,7,7,8,9,9,9
A
Mediaan: 6
Modus: 2
B
Mediaan: 5
Modus: 9
C
Mediaan : 5
Modus: geen
D
Mediaan: 6
Modus: geen
Slide 18 - Quizvraag
1 2 3 3 3 5 7 7 7 8
A
modus = 5
B
modus = 3
C
modus = 7
D
er is geen modus
Slide 19 - Quizvraag
5, 8, 6, 3, 6 Wat is de modus?
A
geen modus
B
8
C
3
D
6
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de modus?
A
9
B
er is geen modus
C
81
D
84
Slide 21 - Quizvraag
7. 5, 8, 6, 3, 6 Wat is de modus?
A
geen modus
B
8
C
3
D
6
Slide 22 - Quizvraag
Geef de modus
A
15
B
8
C
6
D
5
Slide 23 - Quizvraag
Welke dag is de modus?
A
maandag
B
woensdag
C
donderdag
D
zaterdag
Slide 24 - Quizvraag
Welk bedrag is de modus?
A
10
B
20
C
30
D
40
Slide 25 - Quizvraag
Wat hoort waarbij?
Gemiddelde
Mediaan
Modus
Slide 26 - Sleepvraag
Schuif de juiste termen naar de juiste plek.
Verschil tussen grootste en kleinste getal
Alle cijfers bij elkaar opgeteld gedeeld door aantal cijfers
Middelste cijfer
Cijfer die het vaakst voorkomt
Spreidingsbreedte
Gemiddelde
Mediaan
Modus
Slide 27 - Sleepvraag
Bereken gemiddelde, mediaan en modus en sleep het juiste antwoord naar de juiste centrummaat