Gerund

Gerund 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Gerund 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Identify The Present Participle
You are going to watch a video of Queen singing "Don't Stop Me Now" with lyrics. If you listen and read carefully, you will see many present participles (ing-forms). Can you identify their function in the sentence? Are they continuous verb forms, adjectives, or... a gerund?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:31
"I'm TURNING" & "I'm FLOATING" are examples of a(n) ... ?
A
gerund
B
present continuous
C
adjective
D
past continuous

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:53
"a RACING car" & "a SHOOTING star" are examples of a(n) ... ?
A
gerund
B
present continuous
C
adjective
D
past continuous

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:58
"There is no STOPPING me" is an example of a(n) ... ?
A
gerund
B
present continuous
C
adjective
D
past continuous

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The words in red are examples of the gerund.
  • 1. Smoking is forbidden in the barbershop. (subject)
  • 2. I look forward to seeing you next week. (after preposition)
  • 3. He loves running. (after "opinion" verbs: love/hate/enjoy/prefer etc)
  • 4. Could you start doing your homework?  (after verbs to do with stop/start/finish/ continue)
  • 5. That dress isn't worth buying. (after certain expressions)


Slide 10 - Tekstslide

  • -ing staat achter sommige woorden
  • Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 
Gerund
Je gebruikt de '-ing vorm' als een soort zelfstandig naamwoord:

 1. Als het onderwerp van de zin.
Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. Na voorzetsels
Example: She's fond of cycling.

3. Na werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, etc.)
Example: I love going to the movies. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Thanks for inviting me to the party!
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Smoking is forbidden in this school.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


I enjoy spending time with you.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The words in red are examples of the gerund.
  • 4. Could you start doing your homework?  (after verbs to do with stop/start/ begin/finish/ continue)
  • 5. That dress isn't worth buying. (after certain expressions: it's no use /(don't) mind / can't/couldn't help/ (not) worth)


Slide 15 - Tekstslide

  • -ing staat achter sommige woorden
  • Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 

It's worth trying to sell it.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Everybody had finished speaking.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


He put off seeing her.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 to-infinitive
  • Na ww die een gevoel/gedachte uitdrukken (hesitate/ hope/ want/ expect/ choose)
  • Na ww die 'iets zeggen'  uitdrukken (agree/ promise/ demand/ forbid/ refuse)
  • In combinatie met would: would love / would hate/ would like etc
  • Na de ww learn/ manage/ fail/ tend

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

This student refuses to do his homework.
I would love to visit Australia one day.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exceptions
We can also use 'to' with certain verbs and it means the same as the gerund form
  1. Start
  2. Begin
  3. Continue 
  4. Like
  5. Love
  6. Hate
  7. Prefer
  8. Stop 

Bijvoorbeeld: I hate getting up early / I hate to get up early. (de betekenis is hetzelfde)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP! Twee mogelijkheden:
 Bij to remember zijn twee mogelijkheden
  • Remember to buy vegetables. Betekent het 'iets onthouden' dan gebruik je infinitive
  • I remember buying vegetables for only 10 cents when I was young. Betekent het 'iets herinneren' dan gebruik je de gerund

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP! Twee mogelijkheden:
Bij to stop/start /begin zijn twee mogelijkheden:
At 11 o'clock she stopped to smoke a cigarette. (ze is ergens mee bezig en stopt hiermee om te gaan roken.)
At 11 o'clock she stopped smoking a cigarette. (Ze stopt met roken en gaat iets anders doen.)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP! Twee mogelijkheden:
Bij to regret zijn twee mogelijkheden:
I regret to inform you that this train has been cancelled. (It's unfortunate that; not something you did)
I regret immediately  informing  him of her death. He took it very badly. (feeling bad about a past decision you made)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP! Twee mogelijkheden:
Bij to try zijn twee mogelijkheden:
I tried to stop him from leaving; now we don't know where he is. (it was impossible to stop him from leaving)
I have decided to try  using  less salt on my food. (maybe it will taste good with less salt)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP! Twee mogelijkheden:
Bij to forget zijn twee mogelijkheden:
I forgot to post the birthday card for my mother, so I apologised to her. (something you forgot to do)
I forgot  posting  the birthday card for my mother, so I was surprised she called me to thank you. (didn't remember)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP! Twee mogelijkheden:
Bij to go on zijn twee mogelijkheden:
After making dinner, I went on to set the table. (do the next action/ in the future)
He went on speaking for two hours. (continue with the action)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

It's worth ... an effort.
A
to make
B
making

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

They would love ... the lottery.
A
to win
B
winning

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Angelina doesn’t mind … care of the kids.
A
to take
B
taking

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Don’t you think it’s time to stop … video games?
A
to play
B
playing

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the end, we decided … early.
A
to leave
B
leaving

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in gerund or to+infinitive:
I hope ... the exam.(pass)

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to + infinitive or the gerund?
I don't want _______ (leave) yet.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to + infinitive or the gerund?
________ (laugh) is good for you.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in gerund or to+infinitive: I hope .... the exam.(pass)

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to + infinitive or the gerund?
He decided _______ (study) biology.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to + infinitive or the gerund?
I truly dislike _______ (wait).

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to+infinitive or the gerund?
Do you remember ...(write) that article last year?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to+infinitive or the gerund?
Five years later she regrets (give up) her job.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you understand this Grammar item?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Deze slide heeft geen instructies