10. week 14

DEZE LES
1.  Het schrijfdossier
2.  Het persbericht
3.  Het tweede lesuur 
4.  De volgende les

Lesdoelen
- je kent de taalconventies van het persbericht
- je kunt een persbericht schrijven
- je weet waarvoor het schrijfdossier dient

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

DEZE LES
1.  Het schrijfdossier
2.  Het persbericht
3.  Het tweede lesuur 
4.  De volgende les

Lesdoelen
- je kent de taalconventies van het persbericht
- je kunt een persbericht schrijven
- je weet waarvoor het schrijfdossier dient

Slide 1 - Tekstslide

2. HET PERSBERICHT

In deze les leer je over de opbouw (conventies) van een persbericht.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je over een persbericht?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

HOE ZIET DAT ER DAN UIT? 

Dat zie je op de volgende twee slides:

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

afzender
aanduiding persbericht
kop
lead (5 W's)
alinea's (oprolbaar)
einde persbericht
noot voor redactie
boilerplate

Slide 11 - Tekstslide

BELANGRIJK


- het heeft nieuwswaarde!
- het tekstdoel is altijd informeren
- persbericht heeft altijd een vast opbouw
- is oprolbaar geschreven
- is in lijn met de huisstijlregels van de organisatie
- je verstuurt je persbericht altijd naar meerdere redacties

Oprolbaar?
Een oprolbaar persbericht betekent:
  • beginnen met de belangrijkste informatie;
  • de eerste alinea moet zelfstandig leesbaar zijn;
  • informatie ordenen van belangrijk naar minder belangrijk;
  • eerst de belangrijke feiten presenteren en vervolgens pas de achtergrondinformatie;
  • na elke alinea moet een afgerond geheel bestaan

Slide 12 - Tekstslide

PERSBERICHT, DE OPMAAK
Noodzakelijke inhoud (de conventies):

  • Vermeld altijd ‘PERSBERICHT’ en datum bovenaan 
  • De kop moet duidelijk het onderwerp aangeven 
  • In de eerste alinea moeten de 5 W’s worden genoemd
  • Je werkt de 5 W's uit in de daaropvolgende tekst/alinea's
  • Aanduiding van het einde (EINDE PERSBERICHT) 
  • Noot voor de redactie (site?, beeldmateriaal + onderschrift,   contactpersoon + gegevens)

Slide 13 - Tekstslide

AFSLUITING
********* EINDE PERSBERICHT********
of: 
                     EINDE PERSBERICHT
---------------------------------------------------------
Noot voor de redactie. Niet voor publicatie.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met [naam contactpersoon] [contactgegevens].

Slide 14 - Tekstslide

NUT BOILERPLATE (jouw tekst)
  1. Het geeft de journalist achtergrondinformatie over het bedrijf.
  2. Je kunt zoekwoorden kwijt (seo).
  3. Houd het zakelijk, dan neemt de journalist de gehele tekst mogelijk over in het nieuwsbericht.

Tip: vertel niet te veel over de organisatie zelf, maar houd je strikt aan de nieuwswaarde.  

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

AAN DE SLAG
Maak een persbericht over een onderwerp naar keuze, denk aan
een open dag, een feest vanwege de nieuwbouw, etc.

Neem het persbericht op in je schrijfdossier onder opdracht 3. 

Slide 18 - Tekstslide

3. HET TWEEDE LESUUR
1. Differentiatietraject Rinke (3/3)

2. Anderen: 
Maak nu opdracht 3: een persbericht schrijven. Theorie staat in het schrijfdossier (heb je gemaild gekregen). 





Slide 19 - Tekstslide

4. DE VOLGENDE LES

Theorie over te en om te (woordsoorten - hele werkwoorden)

Afronden schrijfopdracht 3 van het schrijfdossier: het persbericht. 


Slide 20 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES

Slide 21 - Tekstslide