17. schrijfdossier opdracht 3 persbericht

PLANNING VAN DEZE LES
1.   Overzicht Schrijfdossier
2.  Theorie persbericht
3.   Aan de slag
4.   Volgende week

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

PLANNING VAN DEZE LES
1.   Overzicht Schrijfdossier
2.  Theorie persbericht
3.   Aan de slag
4.   Volgende week

Slide 1 - Tekstslide

1. OVERZICHT SCHRIJFDOSSIER
dinsdag 27 februari: het persbericht
dinsdag 05 maart: een onderzoeksartikel
dinsdag 12 maart: het formulier en een begeleidende e-mail
dinsdag 19 maart: het betoog
dinsdag 26 maart: de reflectie
dinsdag 2 april: je rondt opdrachten af, controleert jouw dossier met behulp van opdracht 8 en daarna kan je jouw Schrijfdossier via CumLaude uploaden.

Deadline 2 april 22:00 uur.


Slide 2 - Tekstslide

STARTEN MET HET SCHRIJFDOSSIER
Maak een Word-bestand aan met een voorblad 'Schrijfdossier'. Noem het bestand: Schrijfdossier 2023-2024 [jouw voor- en achternaam]

Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier (zie e-mail) en maak de opdrachten. Kopieer en plak ze vervolgens in jouw Schrijfdossier. Je maakt het Schrijfdossier naar voorbeeld van de StartUp, dus met voorblad, automatische inhoudsopgave, inleiding, kern (de opdrachten) en slot (de reflectie). Vergeet ook niet de Pagina-eindes en de paginanummering. 

Deadline Schrijfdossier: dinsdag 2 april 24:00 uur. 


Slide 3 - Tekstslide

2. het persbericht
Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier en schrijf een persbericht over een jubileum, feest of open dag, bijvoorbeeld bij jouw stagebedrijf. 


LESDOELEN
- je kent de taalconventies van een persbericht
- je weet waar '5 W's en 1 H' voor staat

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over een persbericht?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Belangrijke info
nieuwswaarde!
het tekstdoel is informeren
geen 'ik', maar neutraal blijven
persbericht: vaste opbouw en opmaak
- in lijn met de huisstijlregels
- gaat naar meerdere redacties
- is oprolbaar geschreven


Oprolbaar?
Een oprolbaar persbericht betekent:
  • beginnen met de belangrijkste informatie;
  • de eerste alinea moet zelfstandig leesbaar zijn;
  • informatie ordenen van belangrijk naar minder belangrijk;
  • eerst de belangrijke feiten presenteren en vervolgens pas de achtergrondinformatie;
  • na elke alinea moet een afgerond geheel bestaan

Slide 8 - Tekstslide

--------------------PERSBERICHT----------------logo, datum
  • De kop moet over het onderwerp gaan;
  • In de eerste alinea moeten de 5 W’s + 1 H staan;
  • In de alinea's daaronder werk je die 5 W's + 1 H uit.

------------------------EINDE PERSBERICHT----------------------------

Noot voor de redactie 
- meer informatie (boilerplate), beeldmateriaal, contactpersoon en -gegevens

Slide 9 - Tekstslide

-------------------- EINDE PERSBERICHT----------------------
Noot voor de redactie. Niet voor publicatie.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met [naam contactpersoon], [contactgegevens].

Zone.college is een onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en vmbo [enz, enz.]

Slide 10 - Tekstslide

4. EN ACTIE
Maak een persbericht over een onderwerp naar keuze, denk aan
een open dag, een feest vanwege de nieuwbouw, een jubileum van bijv. jouw werkplek of Zone.college. Verzinnen maar!

Neem het persbericht als opdracht 3 op in je schrijfdossier, na het cv (opdracht 1) en de vacaturetekst + sollicitatiebrief via e-mail (opdracht 2). 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maak een persbericht over een onderwerp naar keuze, denk aan
een open dag, een feest vanwege de nieuwbouw, een jubileum.

Neem het persbericht op in je schrijfdossier, na het cv en de sollicitatiebrief/mail. 

Slide 14 - Tekstslide

VOLGENDE KEER

VOORJAARSVAKANTIE

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet je over een persbericht?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijke info
nieuwswaarde!
tekstdoel is altijd informeren
persbericht heeft altijd een vast opbouw
Is oprolbaar geschreven
in lijn met de huisstijlregels
verstuur je persbericht altijd naar meerdere redacties

Oprolbaar?
Een oprolbaar persbericht betekent:
  • beginnen met de belangrijkste informatie;
  • de eerste alinea moet zelfstandig leesbaar zijn;
  • informatie ordenen van belangrijk naar minder belangrijk;
  • eerst de belangrijke feiten presenteren en vervolgens pas de achtergrondinformatie;
  • na elke alinea moet een afgerond geheel bestaan

Slide 20 - Tekstslide

Persberichten
Noodzakelijke inhoud:

  • Vermelding -----PERSBERICHT---- en datum
  • Een kop die duidelijk het onderwerp aangeeft
  • In de eerste alinea moeten de 5 W’s worden genoemd
  • Uitwerking van de 5 W's
  • Aanduiding van het einde (---EINDE PERSBERICHT---)
  • Noot voor de redactie (meer info, beeldmateriaal, contactpersoon en contactgegevens)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

afzender
------ persbericht --------
kop
lead (5 W's)
alinea's (oprolbaar)
---einde persbericht---
noot voor redactie

Slide 23 - Tekstslide

Noot voor de redactie
-------------------- Einde persbericht ----------------------------------------

Noot voor de redactie. Niet voor publicatie.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met [ naam contactpersoon] [contactgegevens].

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

3. Aan de slag
Maak een persbericht over een onderwerp naar keuze, denk aan
een open dag, een feest vanwege de nieuwbouw, een jubileum.

Neem het persbericht op in je schrijfdossier als opdracht 3 'het persbericht'. 

Slide 28 - Tekstslide

4. VOLGENDE WEEK
... krijg je les over het onderzoeksartikel en ga je deze ook schrijven.  

Lees alvast deze vierde opdracht door in het Schrijfdossier.  

Slide 29 - Tekstslide

2. OVERZICHT
De komende weken gaan we bezig met de opdrachten uit het Schrijfdossier (zie de volgende slide voor een overzicht)

Daarna gaan we klassikaal verder met Bouwsteen 04, daarna Bouwsteen 05, enz. 
We doen twee lesuren over één Bouwsteen. Het derde lesuur heb je de Bouwsteentoets over die Bouwsteen. Je moet bepaalde onderdelen maken voordat je de toets maakt. 

Eén Bouwsteen duurt dus drie lesweken. 

Slide 30 - Tekstslide

Na het Schrijfdossier / na 2 april
Bouwsteen 04. dinsdag 9 + 16 april ►Samenhang (signaalwoorden)
- dinsdag 23 april bouwsteentoets 04.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Daisy, Dieuwertje
► Weet je al wat je gaat doen? Mail mij jouw besluit!

Bouwsteen 05. dinsdag 7 mei + 14 mei ►Hoofd- en bijzaken
- dinsdag 21 mei bouwsteentoets 05.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Dieuwertje, Linde, Noëlle
► Ook hier geldt: mail mij jouw besluit

Slide 31 - Tekstslide

Na het Schrijfdossier
Bouwsteen 06. dinsdag 28 mei + 4 juni ► Argumenteren
- dinsdag 11 juni bouwsteentoets 06
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Nicole, Noëlle, Tess

Bouwsteen 07. dinsdag 18 juni + 25 juni ► Evalueren
- dinsdag 2 juli bouwsteentoets 07
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Tess 

Eindtoets Bouwstenen dinsdag 9 juli 
Over:  0.

Slide 32 - Tekstslide