Reanimatie

Oefentoets 
Basic Life Support
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets 
Basic Life Support

Slide 1 - Tekstslide

Hoe groot is een mensenhart?
A
zo groot als een mandarijn
B
Zo groot als een vuist
C
Zo groot als een voetbal
D
Zo groot als een knikker

Slide 2 - Quizvraag

Hoe vaak geef je borstcompressies?
A
20 keer
B
25 keer
C
2 keer
D
30 keer

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel mensen per week krijgen in Nederland een hartaanval?
A
100
B
200
C
300
D
400

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet een schokapparaat?
A
AED
B
ADD
C
ADHD
D
AAD

Slide 5 - Quizvraag

Hoe vaak geef je mond op mond beademing?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je als eerste als je een slachtoffer ziet liggen?
A
Ademhaling checken
B
112 bellen
C
veiligheid checken
D
vraag 'gaat het?'

Slide 7 - Quizvraag

Je hebt een verhoogd risico op hartproblemen als je..
A
Doof bent
B
Strakke kleren draagt
C
Veel sport
D
Rookt

Slide 8 - Quizvraag

Alleen dikke mensen kunnen een hartstilstand krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat doet een AED niet?
A
beademen
B
schok geven
C
hartritme analyseren
D
zeggen wat de hulpverlener moet doen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe lang duurt het bij een hartstilstand tot je hersenschade oploopt?
A
1 minuut
B
2 tot 4 minuten
C
4 tot 6 minuten
D
10 minuten

Slide 11 - Quizvraag

Iedereen mag reanimeren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat zit er allemaal in het tasje
van de AED?
A
AED, noodtelefoon met beltegoed, schaar, zaklamp
B
AED, druivensuiker, flesje water, paracetamol
C
AED, kaart met belangrijke telefoonnummers, parasol, zonnebrand
D
AED, handdoekje, scheermesje, schaar

Slide 13 - Quizvraag

Waar plak je de stickers van de AED?
A
1 plakker links onder het sleutelbeen en 1 plakker rechts op het schouderblad
B
1 plakker links ter hoogte van hart en 1 plakker op de rug
C
dat staat op de plakkers
D
1 plakker rechts onder het sleutelbeen en 1 plakker net onder het hart

Slide 14 - Quizvraag

Wie mag een AED niet gebruiken?
A
een mantelzorger
B
iemand die er nog nooit een gebruikt heeft
C
iemand zonder EHBO-diploma
D
iedereen mag een AED gebruiken

Slide 15 - Quizvraag

Wat is gasping (gaspen), een agonale ademhaling
A
normale ademhaling
B
iemand met een vergiftiging
C
ademhalingspoging van het lichaam bij een hartstilstand
D
laatste ademhaling van een stervend iemand

Slide 16 - Quizvraag