2.3. Delfstoffen in soorten en maten

We beginnen met een entreeticket!
timer
1:00
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

We beginnen met een entreeticket!
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide


2.3. Delfstoffen in soorten en maten

Slide 2 - Tekstslide

Welk gesteente hoort bij welke omschrijving?
Dit gesteente wordt diep in de aarde gevormd
Dit gesteente wordt vaak bij of onder water gevormd
Dit gesteente wordt gevormd als lava of magma afkoelt
Stollingsgesteente
Metamorf gesteente
Sedimentgesteente

Slide 3 - Sleepvraag

Klei
Schalie
Schist
Leisteen

Slide 4 - Tekstslide

het is een ….
A
Sedimentair gesteente
B
Stollingsgesteente
C
Metamorf gesteente

Slide 5 - Quizvraag

Zandsteen is een voorbeeld van
A
een sedimentgesteente
B
een stollingsgesteente

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort gesteente is marmer?
A
metamorf gesteente
B
sedimentgesteente
C
stollingsgesteente
D
plooiingsgesteente

Slide 7 - Quizvraag

Op welke manier kan een stollingsgesteente een metamorfe gesteente worden?
A
Door verwering en erosie
B
Door hoge- druk en temperatuur
C
Door hoge druk en erosie
D
Door hoge- druk en temperatuur en verwering

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is het kalksteen in Limburg niet veranderd in marmer?

Slide 9 - Open vraag

Welk gesteente hoort er niet bij?
A
Zandsteen
B
Schalie
C
Kalksteen
D
Leisteen

Slide 10 - Quizvraag

Welk gesteente hoort er niet bij?
A
Marmer
B
Leisteen
C
Basalt
D
Schist

Slide 11 - Quizvraag

Schist en wolkenkrabbers
  • Schist is een metamorf gesteente

Slide 12 - Tekstslide

Schist is een hard gesteente en vormt daarmee de perfecte fundering voor het immense gewicht van een wolkenkrabber

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

In tegenstelling tot Londen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

2.3. Delfstoffen 
Aan het einde van de paragraaf...
  • Weet je dat er, afhankelijk van hoe ze zijn ontstaan, verschillende soorten delfstoffen zijn;
  • Kan je het verschil in ontstaanswijze tussen ertsen en fossiele brandstoffen uitleggen;
  • Kan je met het behulp van kaarten belangrijke vindplaatsen van delfstoffen aangeven. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn delfstoffen?

Slide 18 - Tekstslide

Delfstoffen
Stoffen die uit de aarde worden gehaald omdat ze nuttig zijn voor de mens

Delven = uitgraven

Slide 19 - Tekstslide

In welke hoofdgroepen worden delfstoffen ingedeeld?


  • metalen
    -> ijzer, aluminium, goud, zilver, maar ook indium, kobalt, tantaal, lithium
  • fossiele brandstoffen
    -> aardolie, aardgas, steenkool, bruinkool
  • diverse grondstoffen
    -> keukenzout, grind, kalksteen, zand

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn ertsen?
Dit zijn de mineralen waarin een metaal zit en waaruit op economische wijze een grondstof kan worden gewonnen.

Dus....alle ertsen zijn mineralen, maar niet alle mineralen zijn ertsen.

Voorbeelden van ertsen zijn:
  • ijzererts
  • kopererts
  • zilvererts
  • gouderts


Slide 21 - Tekstslide

Hoe halen ze die delfstoffen nu uit de aarde?

Slide 22 - Tekstslide

Dagbouw
Schachtbouw
Mijnbouw

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

 Filmpje+ kijkvragen
Nodig > schrift, pen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Welke delfstoffen hebben we in Nederland?
En hoe zijn die hier gekomen?

Slide 29 - Tekstslide

Klimaat  →  tropisch klimaat 
Carboon: 350 tot 290 miljoen
 jaar gelede
Ligging →  rond de evenaar
→ Tropisch moeras

Slide 30 - Tekstslide

Precambrium
De eerste periode is het Precambrium:
  • De continenten verschijnen
  • De aarde bevroor meerdere malen
  • Er was allleen leven onder water
  • Aan het einde ontstonden de eerste levensvormen op het aardoppervlak

Paleozoïcum
De tweede periode is het Paleozoïcum.
  • continenten bewegen naar elkaar toe
  • supercontinent Pangea is gevormd
  • Tijdperk van de trilobieten: Trilobieten worden gekenmerkt door een lichaam dat zowel in de lengte- als in de breedte in drie stukken is gedeeld
Mesozoïcum
De derde periode is het Mesozoïcum:
  • planten en dieren veranderen
  • tijdperk van de dinosauriërs en ammonieten: Ammonieten behoren met hun opgerolde schelp tot de fraaiste fossielen. Het zijn de resten van een uitgestorven groep inktvissen
  • Pangea valt uit elkaar en huidige continenten ontstaan

Kenozoïcum
  • Tijdperk van de zoogdieren - langzoom ontstonden het leven zoals we dat nu kennen, met aan het einde de mens: 300.000 jaar geleden
  • uitsterven van dinosauriërs - 65 miljoen jaar geleden
  • leven zoals wij dat nu kennen ontstaat (met aan het einde de mens)

Slide 31 - Tekstslide

Planten → veen → bruinkool → steenkool
                                                                                                   3 fases:

2
2. Door sedimentatie komt het veen steeds dieper te liggen. Met de diepte stijgt de temperatuur. Daardoor kan het pakket veen omgezet worden in bruinkool.
3
3. Wordt de druk en vooral temperatuur nog hoger, dan zal bruinkool veranderen in steenkool en gaat het laatste water en gas eruit. Deze 3 fases samen worden het inkolingsproces genoemd.
1
1. Afgestorven planten komen onder water te liggen, in een moeras. Door zuurstof te kort, verteren de planten niet. Er ontstaat veen.

Slide 32 - Tekstslide

Waar liggen de grootste steenkool voorraden in Nederland?

Slide 33 - Tekstslide

Waar liggen de grootste steenkool voorraden?

Slide 34 - Tekstslide

Planten → veen → bruinkool → steenkool
3 fases:
1. Afgestorven planten komen onder water te liggen, in een moeras. Door zuurstoftekort, verteren de planten niet. Er ontstaat veen. 
2. Door sedimentatie komt het veen steeds dieper te liggen. Met de diepte stijgt de temperatuur. Daardoor kan het pakket veen omgezet worden in bruinkool.
3. Wordt de druk en vooral de temperatuur nog hoger, dan zal bruinkool veranderen in steenkool. Deze 3 fases samen worden het inkolingsproces genoemd.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Hoe kan in Groningen dan toch aardgas in de bodem zitten?

Slide 38 - Tekstslide

0

Slide 39 - Video

Moedergesteente: steenkool; het gesteente waarin aardgas ontstaat.

Reservoirgesteente: poreuze gesteente waarin aardgas zit opgeslagen.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Zandsteen
Zoutsteen

Slide 43 - Tekstslide

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 2
§8

Opdr. 1, 2, 4, 5, 6, 7

Slide 44 - Tekstslide