Grammar Theme 4: vragen & ontkenningen do/does

English
- Grammar 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English
- Grammar 

Slide 1 - Tekstslide

Goal
Na deze les kun je vragen  en ontkenningen met 'to do' maken.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je een vraag?

Door de vorm van to be vooraan te zetten 
vorm van to be? -> am/are/is


Slide 3 - Tekstslide

Uitleg...Vragen met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/), to have got of can?

Dan gebruik je do of does om een zin vragend te maken.


like chocolate.                                                 Do I like chocolate?

She likes chocolate.                                        Does she like chocolate?  


Bij he/she/it gebruik je does  de rest do

Na do en does krijg je het hele werkwoord!

Slide 4 - Tekstslide

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden gebruik je do en bij welke gebruik je does?

Slide 5 - Open vraag

________ you like pizza?

A
Do
B
Does

Slide 6 - Quizvraag

_________ she play tennis?
A
Do
B
Does

Slide 7 - Quizvraag

_______ they like chocolate?
A
Do
B
Does

Slide 8 - Quizvraag

________ these animals eat carrots?
A
Do
B
Does

Slide 9 - Quizvraag

_______ he live in London?
A
Do
B
Does

Slide 10 - Quizvraag

_______ your father have a red car?
A
Do
B
Does

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg... Ontkenning met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/was/were), to have got of can?

Dan gebruik je don't of doesn't  om een zin ontkennend te maken.


like chocolate.                                                 I don't like chocolate?

She likes chocolate.                                        She doesn't like chocolate?  


Bij de onderwerpen he/she/it gebruik je doesn't rest do

Na don't en doesn't  krijg je het hele werkwoord!


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Are there questions?

Slide 17 - Tekstslide

Maak de volgende zin ontkennend.
I work all day.

Slide 18 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend
She works all day.

Slide 19 - Open vraag

Homework
1 C: maak de grammatica oefeningen in je werkboek. (theme 4)

Slide 20 - Tekstslide

How did it go?
Doel: aan het eind van de les kunnen we een zin vragend en ontkennend maken met gebruik van het hulpwerkwoord do.

Slide 21 - Tekstslide

Ik kan nu de juiste vorm van to do toepassen in ontkennende en vragende zinnen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 22 - Quizvraag

Great work!

Slide 23 - Tekstslide