In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Present Perfect
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Past Simple
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
I lived in Stein
I have lived in Stein
Present Perfect
Past Simple
Slide 9 - Sleepvraag
Verschil present perfect en past simple
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.
Slide 10 - Tekstslide
Verschillen
Signaal woorden:
Present perfect: For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since, So, Still Past simple: last year, last month, yesterday, the day before yesterday, in 2010, an hour ago, a week ago
Slide 11 - Tekstslide
I have known him all my life.
A
past simple
B
present perfect
Slide 12 - Quizvraag
My cat died last week.
A
past simple
B
present perfect
Slide 13 - Quizvraag
Somebody's just painted a picture on the wall.
A
past simple
B
present perfect
Slide 14 - Quizvraag
Rebecca has ... to bed.
A
been
B
gone
Slide 15 - Quizvraag
bij welke tijd hoort het signaalwoord: since
A
past simple
B
present perfect
Slide 16 - Quizvraag
bij welke tijd hoort het signaalwoord: ago
A
past simple
B
present perfect
Slide 17 - Quizvraag
bij welke tijd hoort het signaalwoord: yesterday
A
past simple
B
present perfect
Slide 18 - Quizvraag
Present perfect: I ...... (read)
A
I read
B
I have read
Slide 19 - Quizvraag
Maak present perfect: I ..... an apple.
A
have eated
B
has eated
C
have eaten
D
has eaten
Slide 20 - Quizvraag
I ____ (lose) my passport. So I can't fly to Spain.
A
lose
B
lost
C
have lose
D
have lost
Slide 21 - Quizvraag
We ______ (work) 5 hours yesterday.
A
work
B
works
C
worked
D
have worked
Slide 22 - Quizvraag
Maak present perfect: Peter ______ (tell) a joke, that's why everyone is laughing.