M10 16-06 afronden & woord als getal

Rekenen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISK

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen
  1. sommenblad
  2. afronden
  3. woord naar getal
  4. werkbladen
  5. laptop

Slide 2 - Tekstslide

sommenblad
Maak zoveel sommen als je kunt in 15 minuten.
Het is niet erg als je het niet af hebt.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

afronden
afronden op tiental: kijk naar de eenheden (E)
afronden op hondertal: kijk naar de tientallen (T) 
afronden op duizendtal: kijk naar de honderdtallen (H)
D H T E 
3 6 7 3 

Slide 4 - Tekstslide

 naar beneden afronden

cijfers 0 1 2 3 4: naar beneden afronden. Er gebeurt niets met het cijfer dat je laat staan. 

Bijvoorbeeld: 21 afronden op tientallen. 
21 wordt 20. 

Slide 5 - Tekstslide

afronden

Afronden op tientallen: 
84 wordt 80.
144 wordt 140.
5.672 wordt 5.670. 

Slide 6 - Tekstslide

afronden

Afronden op hondertallen: 
844 wordt 800.
1.442 wordt 1400.
56.723 wordt 56700. 

Slide 7 - Tekstslide

afronden

Afronden op duizendtallen: 
6.241 wordt 6000
70.193 wordt 70.000
941.305 wordt 941.000

Slide 8 - Tekstslide

Rond 93 af op een tiental.

Slide 9 - Open vraag

Rond 424 af op een tiental.

Slide 10 - Open vraag

Rond 7368 af op een duizendtal.

Slide 11 - Open vraag

Naar boven afronden
cijfer 5 6 7 8 9: naar boven afronden. Het cijfer dat je laat staan wordt 1 meer. 

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling: afronden
56 afronden op tientallen wordt 60
839 afronden op tientallen wordt 840
773 afronden op hondertallen wordt 800
9.525.723 afronden op duizendtallen wordt 9.526.000


Slide 13 - Tekstslide

Rond 66 af op tientallen.
A
60
B
65
C
70
D
66

Slide 14 - Quizvraag

Rond 99 af op tientallen.
A
100
B
90
C
99
D
95

Slide 15 - Quizvraag

Rond 675 af op tientallen.
A
600
B
680
C
670
D
700

Slide 16 - Quizvraag

Rond 1.015 af op hondertallen.
A
1.000
B
1.100
C
1.015
D
1.020

Slide 17 - Quizvraag

Rond 1.098.215 af op duizendtallen.
A
1.099.000
B
1.098.000
C
1.100.000
D
1.098.200

Slide 18 - Quizvraag

Woord naar getal

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf het getal:
zeshonderd

Slide 20 - Open vraag

Schrijf het getal:
tweehonderdvier

Slide 21 - Open vraag

Schrijf het getal:
achtduizendhonderdtwaalf

Slide 22 - Open vraag

Schrijf het getal:
twaalfduizendzestig

Slide 23 - Open vraag

Schrijf het getal:
viermiljoendriehonderdzeventien

Slide 24 - Open vraag

Klaar met LessonUp!

Slide 25 - Tekstslide

Werkbladen maken
  • Je mag samenwerken.
  • Praat zachtjes en in het Nederlands. 
  • Je mag vragen aan mevrouw :)
  • Klaar? Dan op de laptop verder.  
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide