M08 1F herhaling getallen

M08 03-06
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISK

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M08 03-06

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • werkblad keer- en deelsommen
  • herhaling hoofdstuk 1 1F
  • zelfstandig werken op de laptop

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • werkblad keer- en deelsommen
  • herhaling hoofdstuk 1 1F
  • zelfstandig werken op de laptop

Slide 3 - Tekstslide

keer- en deelsommen
  • 15 minuten
  • Maak eerst het blad met nummer 1. Als je die klaar hebt maak je de andere kant.
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Even
Oneven
23190
3283
4
999
678
8452
17347
201485

Slide 5 - Sleepvraag


Wat is het getal
9 waard?
A
9000
B
900
C
90
D
9

Slide 6 - Quizvraag


Wat is het getal
2 waard?
A
2000
B
200
C
30
D
2

Slide 7 - Quizvraag

(Getalwaarde)
Verdeel het getal
36.048
A
30.000 + 6.000 + 0 + 4 + 0
B
30.000 + 6.000 + 0 + 40 + 8
C
30.000 + 6.000 + 0 + 48
D
3 + 6 + 0 + 4 + 8

Slide 8 - Quizvraag

(Getalwaarde)
Verdeel het getal
6532
A
600+500+300+200
B
6000 + 500 + 30 + 2
C
6000 + 50 + 30 + 2
D
6000+ 500 + 3 + 2

Slide 9 - Quizvraag

Vergelijk de getallen
7000 en 300
A
7000 > 300
B
7000 < 300
C
7000 = 300

Slide 10 - Quizvraag

Vergelijk de getallen
5314 en 5346
A
5314 > 5346
B
5314 < 5346
C
5314 = 5346

Slide 11 - Quizvraag

Vergelijk de getallen
4361 en 4615
A
4361 > 4615
B
4361 < 4615
C
4361 = 4615

Slide 12 - Quizvraag

Vergelijk de getallen
5265 en 5265
A
5265 > 5265
B
5265 < 5265
C
5265 = 5265

Slide 13 - Quizvraag

Herhaling: afronden
afronden op tiental: kijk naar de eenheden (E)
afronden op hondertal: kijk naar de tientallen (T) 
afronden op duizendtal: kijk naar de honderdtallen (H)
D H T E 
3 6 7 3 

Slide 14 - Tekstslide

Herhaling: afronden
cijfers 0 1 2 3 4: naar beneden afronden. Er gebeurt niets met het cijfer dat je laat staan. 
Bijvoorbeeld: 21 afronden op tientallen. 
21 wordt 20. 
Afronden op duizendtallen: 
941.305 wordt 941.000

Slide 15 - Tekstslide

Rond 93 af op een tiental.

Slide 16 - Open vraag

Rond 424 af op een tiental.

Slide 17 - Open vraag

Rond 7368 af op een duizendtal.

Slide 18 - Open vraag

Herhaling: afronden
cijfer 5 6 7 8 9: naar boven afronden. Het cijfer dat je laat staan wordt 1 meer. 
56 afronden op tientallen wordt 60
839 afronden op tientallen wordt 840
773 afronden op hondertallen wordt 800
9.525.723 afronden op duizendtallen wordt 9.526.000

Slide 19 - Tekstslide

Rond 66 af op tientallen.
A
60
B
65
C
70
D
66

Slide 20 - Quizvraag

Rond 99 af op tientallen.
A
100
B
90
C
99
D
95

Slide 21 - Quizvraag

Rond 675 af op tientallen.
A
600
B
680
C
670
D
700

Slide 22 - Quizvraag

Rond 222 af op hondertallen.
A
200
B
220
C
300
D
222

Slide 23 - Quizvraag

Rond 1.015 af op hondertallen.
A
1.000
B
1.100
C
1.015
D
1.020

Slide 24 - Quizvraag

Rond 1.098.215 af op duizendtallen.
A
1.099.000
B
1.098.000
C
1.100.000
D
1.098.200

Slide 25 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Naar SomToday->leermiddelen-> Studiemeter

Dan: 1F -> domein 1 getallen -> instaptoets
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Klaar! 

Slide 27 - Tekstslide