Zwangerschap en bevalling

Zwangerschap en bevalling
PdJ
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zwangerschap en bevalling
PdJ

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zin heb je in deze les over zwangerschap en de bevalling?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les kun je vertellen
  • Wat er gebeurt tijdens de zwangerschap
  • Wat de vier stadia van de bevalling zijn
  • Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling

  • Wat zijn je eigen leervragen over de bevalling?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke medische termen ken je al van
de zwangerschap en de bevalling?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zwanger
  • Bevruchting → klompje cellen
  • Innesteling in het
    baarmoederslijmvlies
  • Groeit uit tot een embryo
  • Baarmoederslijmvlies zorgt de
    eerste weken voor voeding van het embryo.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placenta (nageboorte, 'moederkoek')
  • Ontstaat enige tijd na de innesteling
  • Voedingstoffen voor embryo via placenta.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel weken duurt een zwangerschap normaal? Gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.
A
32-35 weken
B
35-38 weken
C
38-41 weken
D
41-44 weken

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Navelstreng
  • Verbinding tussen placenta en
    foetus (naam vanaf 9 weken)
  • Toevoer van voedingsstoffen 
    en zuurstof
  • Afvoer van afvalstoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtvliezen en vruchtwater
  • Groei, beweging en bescherming.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geboren na een normale zwangerschapsduur
Te vroeg geboren (meer dan twee weken voor de uitgerekende datum)
Te laat geboren (twee weken na de uitgerekende datum)
Te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap
Serotien
Prematuur
Dysmatuur
A terme

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Latijnse/medische woord voor 'bevalling'?
A
malaise
B
morbus
C
palpatie
D
partus

Slide 12 - Quizvraag

malaise = onwel voelen
palpatie = betasten
morbus = ziekte
De bevalling, baring of partus
Vier baringstijdperken:
  • Ontsluitingstijdperk
  • Uitdrijvingstijdperk
  • Nageboortetijdperk
  • Postplacentaire tijdperk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontsluitingstijdperk
  • Regelmatige contracties van de uterus, weeën
    (om de 3 - 5 min. gedurende 45 - 60 sec.)
  • Tekenen: verlies taai bloederig slijm (slijmprop)
  • Breken van de vliezen: vruchtwater loopt af (helder met vlokjes)
  • Beoordelen ontsluiting: vaginaal toucher.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontsluiting

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een normale waarde voor de foetale harttonen tijdens de ontsluitingsperiode?
A
60 - 100 x/min.
B
80 - 100 x/min.
C
90 - 110 x/min.
D
110 - 150 x/min.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Pijnstilling tijdens ontsluiting
  • Remifentanilpomp intraveneus:
    PCA = Patient Controlled Analgesia
  • Lachgas: kortdurend
  • Epiduraal anesthesie (ruggenprik) 
  • Spinaal anesthesie (bij sectio caesarea).


Slide 18 - Tekstslide


Remifentanil dien je toe via een infuus met een pompje eraan. De vrouw heeft zelf controle over de hoeveelheid pijnstilling die wordt toegediend.
Lachgas maakt een beetje suf, waardoor de vrouw minder pijn voelt. Het werkt snel en kort.
Epiduraal anesthesie (ruggenprik) werkt heel goed tegen pijn. Via een slangetje in de onderrug wordt medicatie toegediend. Hierdoor voelt de vrouw minder tot geen pijn tijdens de weeën.
Uitdrijvingstijdperk
  • Persdrang, persen bij V.O. (volledige ontsluiting)
  • Zo nodig vliezen kunstmatig breken
  • Inwendige en uitwendige spildraai.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevallingshoudingen
  • Zittend (baarkruk)
  • Liggend met opgetrokken benen
  • In bad
  • ... 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Moet een baby huilen na de geboorte?
A
Ja, dan ontplooien de longen
B
Nee, dan heeft de baby pijn

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Episiotomie of ruptuur
  • Episiotomie = knip in perineum

  • Ruptuur = inscheuring.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nageboortetijdperk
  • Baby op buik moeder → warm houden
  • Slijm uit mondje baby  → huilen
  • Navelstreng afklemmen en doorknippen
  • Baby aan de borst: het gouden uur.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan de baby zelf de tepel vinden en gaan drinken aan de borst?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 26 - Video

3:54
Hoe heet het witte huidsmeer dat je ziet op de baby?
A
Colostrum
B
Lanugo
C
Lochia
D
Vernix caseosa

Slide 27 - Quizvraag

Colostrum = eerste moedermelk
Lanugo = nesthaartjes
Lochia = bloedverlies na de bevalling
De nageboorte 
  • Placenta (moederkoek), vliezen en navelstreng
  • 5 - 60 min. na de geboorte van de baby.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postplacentaire tijdperk - moeder
  • Zo nodig hechten van de epi of ruptuur
  • Controle vloeien  >1000 ml bloedverlies fluxus
  • Urineren na de partus
  • Baarmoederstand N+2 = 2 vingers boven de navel
  • Borstvoeding → oxytocine (contractie uterus).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:39
Hoe heet het draaien van de baby dat je hier ziet?
A
De inwendige spildraai
B
De uitwendige spildraai

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:13
Wat is de meest voorkomende ligging van de baby voor de geboorte?
A
Aangezichtsligging
B
Achterhoofdsligging
C
Kruinligging
D
Voorhoofdsligging

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:22
Wanneer heeft een barende 'volledige ontsluiting' en mag ze gaan meepersen?
A
5 cm.
B
10 cm.
C
15 cm.
D
20 cm.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Postplacentaire tijdperk - baby
  • Apgar-score (verloskundige/arts)
  • Warm houden 
  • Borstvoeding 
  • Urine en meconium.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk hormoon zorgt, als de moeder borstvoeding geeft, voor het samentrekken van de baarmoeder?
A
FSH
B
Oestrogeen
C
Oxytocine
D
Progesteron

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Graviditeit en pariteit
  • Graviditeit (gravida) is het aantal zwangerschappen
  • Pariteit (para) is het aantal keren dat een vrouw is bevallen. Onder een partus verstaan we het einde van een zwangerschap die minimaal 16 weken heeft geduurd. Je spreekt van een miskraam als de zwangerschap vóór de 16e week eindigt. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouw wordt opgenomen om te bevallen. Ze heeft zoontje van 2 jaar Ze heeft twee keer een miskraam gehad.
Wat zijn haar graviditeit (G) en pariteit (P)?
A
G4 P3
B
G4 P1
C
G2 P2
D
G2 P1

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zwangere is opgenomen. In haar dossier staat dat ze G4 P2 is. Hoeveel kinderen heeft ze al?
A
2
B
3
C
4
D
Dat kun je niet weten

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie dingen die je hebt geleerd
over de zwangerschap en de bevalling

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in eigen woorden
  • Wat er gebeurt tijdens de zwangerschap
  • Wat de vier stadia van de bevalling zijn
  • Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling

  • Wat zijn  nu je leervragen over de bevalling?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies