4m - Les 18 P1 - seizoenen maanden dagen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

der Herbst
der Frühling
der Sommer
der Winter


Slide 6 - Sleepvraag

... werde ich snowboarden.
A
Im Frühling
B
Im Sommer
C
Im Herbst
D
Im Winter

Slide 7 - Quizvraag

... fallen die Blätter von den Bäumen.
A
Im Frühling
B
Im Sommer
C
Im Herbst
D
Im Winter

Slide 8 - Quizvraag

... werden die Tage erst wieder länger.
A
Im Frühling
B
Im Sommer
C
Im Herbst
D
Im Winter

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december
Januar
Dezember
Juli
September
März
Juni
Februar
August
April
Oktober
November
Mai

Slide 11 - Sleepvraag

Welke datum is dit?
Am 7. 1. 2021
A
Am 7. Januar 2021
B
Am 7. januari 2021
C
Am 7. Januär 2021
D
Am 7. januar 2021

Slide 12 - Quizvraag

Welke datum is dit?
Am 24. 11. 2020
A
Am 24. november 2020
B
Am 24. Novembre 2020
C
Am 24. Novämber 2020
D
Am 24. November 2020

Slide 13 - Quizvraag

Welke datum is dit?
Am 12. 3.
A
Am 12. Maart
B
Am 12. Mart
C
Am 12. März
D
Am 12. Märt

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Welke dagen van de week ken je in het Duits?

Slide 16 - Woordweb

Welke dag hoort er tussen? Sleep de juiste dag op het lijntje.
Montag
Freitag
Mittwoch
Donnerstag
Dienstag
Samstag
Sonntag
Mittwoch
Sonntag
Freitag
Samstag
Donnerstag
Montag
Dienstag
__________
__________
__________
__________
__________
__________
__________
Montag
Dienstag
Mittwoch
Donnerstag
Freitag
Sonntag
Samstag

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

11 uur 's morgens = in het Duits ...
A
am Nachmorgen
B
am Vormittag
C
am Nachmittag
D
am Spätmorgen

Slide 19 - Quizvraag

3 uur 's middags = in het Duits
A
am Mittag
B
am Nachmittag
C
im Mittag
D
im Nachmittag

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer gebruik je nou
im / am / um ?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide