Taalverzorging

Lesopbouw
  • Korte uitleg presentaties Pecha Kucha
    woensdag 17 februari 5e/6e uur (fysiek op school).
    Nog vragen?
  • Taalverzorging - 6 hoofdstukken - hoever zijn jullie?
  • Verder met Taalverzorging. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • Korte uitleg presentaties Pecha Kucha
    woensdag 17 februari 5e/6e uur (fysiek op school).
    Nog vragen?
  • Taalverzorging - 6 hoofdstukken - hoever zijn jullie?
  • Verder met Taalverzorging. 

Slide 1 - Tekstslide

Taalverzorging 
  • Taalverzorging - 6 hoofdstukken 
  • Je maakt een map 'Taalverzorging' in de OneDrive. Je deelt deze map met y.vandommelen@bc-enschede.nl
  • Korte uitleg boekje (zie SOM)

Voor deze opdracht heb je 3 weken de tijd (online lessen Nederlands). Daarna volgt het P.T.A. kolom 320 weging 3

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel hoofdstuk 1

JE KUNT HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS GOED GEBRUIKEN   (interpunctie)

- Je weet wanneer je een hoofdletter gebruikt.

- Je kunt een punt, vraagteken, uitroepteken en komma op de juiste manier gebruiken.

- Je kunt een dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken bij een citaat.


Slide 3 - Tekstslide

De komma
- Tussen 2 persoonsvormen
- Tussen delen van een opsomming
- Na een naam of uitroep aan het begin van een zin
- Voor verbindingswoorden, zoals: nadat, omdat, terwijl, toen, want, enz.

Slide 4 - Tekstslide

Twee persoonsvormen
Een komma wanneer twee persoonsvormen naast elkaar staan.

Als je morgen niet komt, hoef je nooit meer te komen.
Als je bij me blijft, zal ik het nooit meer doen.

Je zet de zin in een andere tijd. De woorden die veranderen, zijn persoonsvormen. 

Slide 5 - Tekstslide

Opsomming
Een komma wordt gebruikt tussen de verschillende onderdelen van een opsomming.


Ik hou van appels, bananen en perziken.
Sanne, Jelleke en Femke gingen op vakantie.

Slide 6 - Tekstslide

Naam of uitroep begin of einde van de zin
Sanne, heb je het naar je zin hier?
Leroy, heb je die jas wel betaald?

Hey, kijk uit voor die bus!
Hallo, wat doe jij nu weer?

Jij houdt van tuinbonen, toch?

Slide 7 - Tekstslide

Voor verbindingswoorden/ signaalwoorden
Ik hoop dat je op mijn verjaardag komt, maar ik begrijp wanneer het niet lukt.

Sonja heeft haar voet gebroken, daardoor kan ze de komende wedstrijden niet spelen.

Ik doe een jas aan, want het is erg koud buiten. 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1
Je maakt nu opdracht 1 uit je boekje, blz. 4.
Je hebt hiervoor 8 min. 
Daarna kijken we de opdracht gezamenlijk na. 

Slide 9 - Tekstslide

Dubbele punt en aanhalingstekens
Bij een citaat.
"Ik doe vandaag niet mee", zegt Peter.
De buurman zegt: "Morgen maai ik mijn gras. Zal ik jouw gras ook gelijk maaien?"
Hoeveel geld kost die jurk? - De klant vraagt aan de verkoopster: "Hoeveel geld kost die jurk?"

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opdracht 2
Je maakt nu opdracht 2 uit je boekje, blz. 4.
Je hebt hiervoor 5 min.
Daarna kijken we de opdracht gezamenlijk na. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdletters
  • Aan het begin van een zin.
  • Bij namen: Coca Cola, Enschede, Nederland, meneer De Vries, mevrouw J. van Dam.
  • Bij woorden gemaakt van aardrijkskundige namen:
    Nieuw-Zeeland, Breda, Rijn, Zuid-Afrika.
  • Bij maanden, dagen, seizoenen en windstreken geen hoofdletter!

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 3
Je maakt nu opdracht 3 uit je boekje, blz. 4.
Je hebt hiervoor 5 min.
Daarna kijken we de opdracht gezamenlijk na. 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht / nakijken
Je maakt nu opdracht 4, blz. 5 (deze is iets moeilijker).

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Tegenwoordige en verleden tijd

Leerdoel:
Ik kan de tegenwoordige en de verleden tijd van de persoonsvormen goed spellen (herhaling leerjaar 2).


Slide 16 - Tekstslide

Oefenen op Cambiumned.nl

Om goed te oefenen ga je naar Cambiumned.nl - zie opdrachten bij hoofdstuk 2.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Antwoordbladen krijg je toegestuurd na delen opdrachten. 

Je hebt de opdrachten hoofdstuk 1 af tijdens deze les. 

Je maakt de opdrachten 1, 2, 3 en 4 van hoofdstuk 2. 



Slide 18 - Tekstslide