Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Griftland Duits H3 Kapitel 4, Grammatik und Messen
Herzlich willkommen
im Deutschunterricht
Freitag 9. Februar 2024
Woche 6 - Winter
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herzlich willkommen
im Deutschunterricht
Freitag 9. Februar 2024
Woche 6 - Winter
Slide 1 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Wir reden ein bisschen
Landeskunde: Gamescon
Hausaufgaben überprüfen
Kapitel 4: Grammatik
Hausaufgaben machen + Blooket
Slide 2 - Tekstslide
Am Wochenende + ww.
(z. B: Im Wochende spiele ich Brettspiele)
lernen
ausschlafen
einen Ausflug machen
netflixen
ins Kino gehen
Einkaufen machen.
essen
mit Freunden treffen.
eine Feier haben
Games spielen.
Sport treiben.
faulenzen
nichts machen.
morgens /
mittags /
abends
den ganzen Tag /
und
Was machst du nächste Wochenende?
Slide 3 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Wir reden ein bisschen
Landeskunde: Gamescon
Hausaufgaben überprüfen
Kapitel 4: Grammatik
Hausaufgaben machen + Blooket
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Grammatik (S. 27 + 29)
wir gehen weiter ...
Slide 6 - Tekstslide
1e naamval
3e naamval
4e naamval
onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
wie/wat + gezegde?
wie/wat + gezegde + o
aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv
Slide 7 - Sleepvraag
Der Gruppe
Ein Gruppe
dies-
sein
kein-
die
welch-
dein
jed-
jen-
Slide 8 - Sleepvraag
Jetzt üben wir weiter
neem je spiekbriefje erbij
Slide 9 - Tekstslide
wat is de 1e naamval van
jouw huis (o)
A
dein Haus
B
deines Haus
C
deinen Haus
D
deinem Haus
Slide 10 - Quizvraag
wat is de 4e naamval van
welke hond (m)
A
welcher Hund
B
welch Hund
C
welches Hund
D
welchen Hund
Slide 11 - Quizvraag
wat is de 4e naamval van
mijn vrouw (v)
A
meine Frau
B
meiner Frau
C
mein Frau
D
meinen Frau
Slide 12 - Quizvraag
wat is de meewerkend voorwerp vorm van
zijn kind (o)
A
sein Kind
B
seinen Kind
C
seinem Kind
D
sein Kind
Slide 13 - Quizvraag
wat is de 3e naamval van
onze vaders (mv)
A
unseren Väter
B
unseren Vätern
C
unsere Väter
D
unserer Väter
Slide 14 - Quizvraag
ok, jetzt ein bisschen schwieriger
Slide 15 - Tekstslide
Wat moet er op deze plek:
Ich kaufe ......... Torte (v) (een)
A
ein
B
eine
C
keine
D
einen
Slide 16 - Quizvraag
Wat moet er op deze plek:
Ich lese .... Heft (o) (haar)
A
ihr
B
sie
C
ihre
D
ihrer
Slide 17 - Quizvraag
Wat moet er op deze plek:
Der Mann kauft .... Hund (deze)
A
dies
B
dieser
C
diesen
D
diesem
Slide 18 - Quizvraag
Wat moet er op deze plek:
... Mutter (haar) liest ... Zeitung (deze)
A
ihr .... dies
B
die .... diese
C
ihre .... diese
D
ihre .... dieser
Slide 19 - Quizvraag
Wat moet er op deze plek:
.... Schwester (jullie) liebt ... Nachbar (haar)
A
eure .... ihren
B
ihre .... ihr
C
deine ... ihren
D
ihre .... seinen
Slide 20 - Quizvraag
Nog eentje samen...
(dit) Dies... Haus (o) hat d.... Familie (v) viel Glück gebracht.
(mijn) Mein ... Schwester (v) liest (haar) ihr... Geschwister (mv) (jouw) dein ... Buch vor.
Slide 21 - Tekstslide
Maak de zin compleet
Anita schenkt d... Kinder (mv) kein... Bananen (mv).
Slide 22 - Open vraag
Maak de zin compleet
(elke) Jed... Onkel (m) liebt (zijn) sein... Neffe (m).
Slide 23 - Open vraag
Wat hebben jullie al geleerd?
Leerden jullie de voorzetsels met 3e en 4e naamval.
Bij bepaalde voorzetsels krijg je altijd een naamval
4e: DOFEGUB / 3e: aus, bei, mit, nach, seit von zu
Stufenplan:
bepaal geslacht van het zelfstandig naamwoord
welke groep kies je
voorzetsel of ontleden
Slide 24 - Tekstslide
Ken je de voorzetsels met de 4e naamval nog?
Ezelsbruggetje >> dofegub
door
voor
tegen
zonder
om
tot
langs
durch
für
gegen
ohne
um
bis
entlang
Slide 25 - Sleepvraag
Welke voorzetsels horen bij welke naamval?
Voorzetsels + 3
Voorzetsels + 4
durch
nach
mit
für
ohne
bei
zu
seit
von
um
aus
gegen
Slide 26 - Sleepvraag
(dit) Dies... Buch (o) hat er für ... (mij) gekauft.
A
dies, mich
B
dieses, mir
C
dies, mir
D
dieses, mich
Slide 27 - Quizvraag
(mijn) Mein... Mutter hat (dit) dies... Kuchen (m) mit .... (haar) gebacken.
A
meine, dieser, sie
B
meine, diesen, ihr
C
meine, dieses, er
D
mein, dies, ihr
Slide 28 - Quizvraag
D... Zug (m) mit (jouw) dein... Onkel fährt heute ohne dein... Onkel.
A
den, deinen, dein
B
der, deinem, deinem
C
den, deinem, deinen
D
der, deinem, deinen
Slide 29 - Quizvraag
Snap je dit?
Slide 30 - Poll
Hausaufgaben nächste Woche
lernen Wörter bis "zehnte"
machen Übung 19, 20, 21, 22, 23 (S. 26-29)
(+ Arbeitsblatt)
Slide 31 - Tekstslide
BLOOKET
Slide 32 - Tekstslide
!
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
HNE Duits M3 Kapitel 4,der + ein Gruppe
Februari 2024
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H3 - Woche 21 - Stunde 1
Mei 2021
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
Naamvallen
December 2023
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Griftland V3 du les 5, K2: ontleden en naamvallen
Januari 2023
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H 16.Stunde
November 2018
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HNE Duits V2 Kapitel 4, Woche 11, Stunde 4
Maart 2023
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2