Naamvallen

Was machen wir heute?
* HERHALING naamvallen
- Het herkennen van de eerste, derde en vierde naamval
- Voorzetsels en werkwoorden van de derde en vierde naamval


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
* HERHALING naamvallen
- Het herkennen van de eerste, derde en vierde naamval
- Voorzetsels en werkwoorden van de derde en vierde naamval


Slide 1 - Tekstslide

1e naamval

4e naamval
3e naamval
meewerkend voorwerp
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 2 - Sleepvraag

der-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV.
1e
der 
die
das
die
3e
dem
der
dem
den +-n
4e
den
die
das
die
der-gruppe: dies-, jed-, welch-,solch-, all-, manch-

Slide 3 - Tekstslide

ein-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV. 
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen +-n
4e
einen
eine
ein
keine
ein-Gruppe: kein-, mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-

Slide 4 - Tekstslide


  1. Staat er een voorzetsel in, ja-> 3e of 4e naamval?

Nee->
  1. Heb ik te maken met onderwerp, meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp ?
  2. Is het zelfstandignaamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?

Slide 5 - Tekstslide

Na welke voorzetsel komt welke naamval?

Slide 6 - Tekstslide

Na welke voorzetsel heb je de derde naamval?

Slide 7 - Open vraag

Na welke voorzetsel gebruik je de 4e naamval?

Slide 8 - Open vraag

voorzetsels 3e naamval
aus                       bei
mit                        nach
seit                       von
zu                          außer
gegenüber

Slide 9 - Tekstslide

3e naamval, Dativ
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
4e naamval, Akkusativ
durch
für
gegen
ohne
um

Slide 10 - Tekstslide

Hans geht aus ___ Haus
A
dem
B
den
C
des
D
der

Slide 11 - Quizvraag

Bei ______ Oma ist es immer schön.
A
meine
B
meinem
C
meiner
D
meinen

Slide 12 - Quizvraag

Ich unterstütze ___ Team(o).
A
dieser
B
dieses
C
diesen
D
diesem

Slide 13 - Quizvraag

Ohne ____ Freundin kommt er nicht mit.
A
seiner
B
seine
C
seinen
D
seinem

Slide 14 - Quizvraag

Ontleden en invullen

Mijn zus geeft mijn moeder een cadeau. 
- Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein... Geschenk (o).

 Ik ga op vakantie met mijn vrienden. 
- Ich fahre mit mein.... Freunde....(mv) in Urlaub. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Na welke werkwoorden komt de 3e naamval?

Slide 17 - Open vraag

Na welke werkwoorden komt de 4e naamval?

Slide 18 - Open vraag

3e naamval, Dativ

(be)danken
gefallen
glauben
gratulieren
helfen
schmecken 
geben
4e naamval, Akkusativ

fragen
es gibt
bitten
kosten

Slide 19 - Tekstslide

Kannst du fragen, was __ Kleid kostet?
A
dies
B
dieser
C
dieses
D
diesem

Slide 20 - Quizvraag

____ Mutter hilft ____ Bruder.
A
Meiner meinem
B
Meine meinem
C
Mein meinen
D
Meine meinen

Slide 21 - Quizvraag

Herr Scholz gratuliert __ Nationalelf (v) zum SIeg.
A
die
B
den
C
dem
D
der

Slide 22 - Quizvraag

Voorzetsels 4e naamval
durch                      für
ohne                        um
gegen                     bis
entlang

Slide 23 - Tekstslide

Ich habe ein.... Auto (o) gestohlen
A
ein
B
einen
C
einem
D
eine

Slide 24 - Quizvraag

Ich gab mein... Schwester ein Buch.
A
meine
B
meinem
C
meiner
D
meinen

Slide 25 - Quizvraag

Mit dies... Kinder... (mv) spielt mein... Bruder.
A
diesem Kinder meinen
B
diesen Kindern mein
C
diesem Kindern mein
D
diesen Kindern meinen

Slide 26 - Quizvraag

Ich sehe d... Mann (m).
A
dem
B
der
C
den

Slide 27 - Quizvraag

Ich gebe mein... Mutter ein... Kuss (m).
A
meine, einen
B
meiner, einen
C
meiner, einem
D
meine, einem

Slide 28 - Quizvraag

Sie schenkt ihr... Schwester (v) Blumen
A
ihrer
B
ihre
C
ihrem
D
ihren

Slide 29 - Quizvraag

D... Kind (o) lacht.
A
das
B
den
C
dem
D
der

Slide 30 - Quizvraag

D... Mann liest d... Buch.
A
der, dem
B
den, das
C
der, den
D
der, das

Slide 31 - Quizvraag

Er schreibt sein... Freund (m).
A
seinem
B
seinen
C
seiner
D
sein

Slide 32 - Quizvraag

Geef aan de hand van de emoji's aan, hoe moeilijk of makkelijk je de grammatica vindt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll