Les 01 - Plot

Plot
Fictie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Plot
Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat we onder een plot verstaan; 
- welke technieken een schrijver kan gebruiken om spanning te creëren; 
- hoe je een storyboard van een verhaal kunt maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Plot
Een verhaal is over het algemeen een aaneenschakeling van gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen bij elkaar genomen, noemen we de verhaallijn of het plot van een verhaal. 

Doordat je de afloop van het verhaal niet kent, ontstaat spanning. De schrijver kan verschillende trucjes toepassen om die spanning zo lang mogelijk vast te houden. 

Slide 3 - Tekstslide

Storyboard
Vaak maken schrijvers gebruik van een storyboard. 

Hierop schetsen zij kort een paar belangrijke gebeurtenissen die in het verhaal plaatsvinden. Deze vormen een soort 'kapstok' bij het schrijven. 

In het boekverslag is het de bedoeling dat je achteraf zo'n storyboard opstelt; je omschrijft kernachtig enkele belangrijke passages. 

Slide 4 - Tekstslide

Trucjes om spanning vast te houden
Zoals gezegd heeft ieder verhaal een verhaallijn of plot. Dit bestaat uit enkele belangrijke gebeurtenissen. 

Deze gebeurtenissen vormen de basis voor het verhaal van de schrijver. Hij heeft verschillende manieren tot zijn beschikking om ervoor te zorgen dat de lezers extra spanning ervaren. 

Slide 5 - Tekstslide

Springen tussen verhaallijnen
Vaak lopen in een verhaal of serie verschillende verhaallijnen door elkaar. 

Om extra spanning op te wekken, kan een schrijver op een spannend moment overspringen op een andere verhaallijn. 

Als lezer wil je graag weten hoe het afloopt, dus blijf je lezen. 

Slide 6 - Tekstslide

Afkappen van de verhaallijn
Deze manier werkt vooral bij series: ten tijde van een spannende gebeurtenis is de aflevering afgelopen. Als kijker blijf je met vragen achter en wil je graag weten hoe het afloopt: morgen kijk je dus weer!

In verhalen kan de schrijver dit ook doen door een nieuw hoofdstuk te beginnen. Als je nieuwsgierig genoeg bent, wil je verder lezen, ook al was je van plan om te stoppen. 

Slide 7 - Tekstslide

Uitstellen van de ontknoping
Een schrijver of filmmaker kan de ontknoping ook uitstellen. Dit kan bijvoorbeeld door de gebeurtenissen van vóór de grote ontknoping uit verschillende perspectieven te belichten om pas daarna de ontknoping te tonen. 

Zo is het verhaal in de twee delen verdeeld, maar wordt het eerste deel veel uitgebreider belicht. 

Slide 8 - Tekstslide

Plotwendingen
Een andere manier om spanning op te bouwen is door dingen te laten gebeuren die de lezer niet verwacht. Dit noemen we een plotwending. 

Als lezer denk je te weten hoe de zaken in elkaar steken, maar als alle puzzelstukjes in elkaar vallen, had je het bij het verkeerde eind. 

Slide 9 - Tekstslide

Een open eind
Een schrijver kan ervoor kiezen om aan het eind van een verhaal alle puzzelstukjes op hun plek te laten vallen. De lezer heeft na het lezen van het boek geen onbeantwoorde vragen. 

Bij een open einde is dit niet het geval. De schrijver geeft niet alles prijs, waardoor je als lezer met vragen achterblijft. Dit biedt de schrijver de mogelijkheid om met een vervolg te komen. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 4, 6 en 8 op pagina 172 en 173. 

Slide 11 - Tekstslide