In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Sociale Problematieken
Dak- en thuislozen
Les 1
Ga naar: Lessonup.app
Klascode:
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
- Je onderscheid daklozen van thuislozen
- Je beschrijft buiten- en bankslapers en de term feitelijke dakloosheid
- Je legt uit waarom economische dakloosheid vaker voorkomt in Nederland
Slide 2 - Tekstslide
Je wordt vandaag uit huis gezet, wat neem je mee?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Termen
Dakloosheid:
Een dakloze heeft geen vaste woonadres, leeft op straat en kan niet bij vrienden en familie terecht.
Een dakloze staat niet in het bevolkingsregister ingeschreven. Thuisloosheid:
Een thuisloze heeft geen eigen woonadres, maar vaak wel een (wisselend) adres waar wordt overnacht.
De thuisloze staat via dat adres bij het bevolkingsregister ingeschreven (bijvoorbeeld een maatschappelijke opvang).
Slide 5 - Tekstslide
Termen
Buitenslapers:
Mensen die in de nacht- of crisispvang verblijven
Bankslapers:
Mensen die in hun netwerk (bij vrienden/ kennissen) tijdelijk onderdak hebben
Feitelijke dakloosheid:
Buitenslapers + bankslapers
Slide 6 - Tekstslide
Een groeiende groep..
Economisch dakloosheid:
Een economisch dakloze heeft wel inkomen (is financieel zelfredzaam), maar geen woning.
De dakloosheid is ontstaan door levensveranderende gebeurtenissen als werkloosheid, ziekte of echtscheiding;
Zware psychische problematiek en verslaving zijn niet aan de orde.
Gemeenten beschouwen economisch daklozen vanwege hun inkomen en het ontbreken van verslaving en psychiatrie als zelfredzaam, waardoor ze geen gebruik mogen maken van daklozenvoorzieningen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat zou jij doen?
Als je wel een baan hebt, maar door een scheiding geen woning meer hebt
Je met jouw kinderen op straat staat
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Vragen over filmpje
Hoeveel mensen konden terecht in de noodopvang ?
47 (+ nog enkele noodbedden)
Wat hebben daklozen nodig behalve een dak boven hun hoofd, volgens de mevrouw
Terugkeer naar de maatschappij
Hoe laat moet de nachtopvang leeg zijn
08:00 uur
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel daklozen zijn er ongeveer in Nederland?
A
11.000 mensen
B
26.000 mensen
C
36.000 mensen
D
78.000 mensen
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel procent van de daklozen is man?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel % van de daklozen verblijven in 1 van de 4 grootste gemeenten (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht)?
A
12
B
37
C
46
D
53
Slide 13 - Quizvraag
Dak- en thuisloze jongeren
Psych
Aantallen
9000 jongeren tussen 18 en 23.
CBS schat 4000 jongeren onder de 18.
Verleden
60% heeft verleden in de jeugdzorg.
Tot 18e recht op hulp volgens de Jeugdwet, daarna WMO.
Door gebrekkige overgang en wachtlijsten regelmatig reden door grote problemen.
Slide 14 - Tekstslide
Samenvatting
In 2020: 37000 daklozen in Nederland
80% is man
60% heeft een migratie-achtergrond
Vaak laag tot zeer laag opgeleid.
37% verblijft in 1 van de 4 grootste gemeenten (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht)
Er is een toename van jongeren die dakloos zijn (al lijkt die stijging te stabiliseren), vluchtelingen, arbeidsmigranten en mensen en gezinnen die vooral door materiële problemen dakloos zijn geworden.
Slide 15 - Tekstslide
Wie kent iemand
die dak- of thuisloos
is geweest?
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk
Zorg dat je de termen uit deze les, volgende les kent!